
Enkhuizen, waarvan het eerst in 1248 melding wordt gemaakt, was
toen een dorp, gescheiden van het aanpalende Gommerskerspel, waarmede
het in 13*55 tot een stad werd verheven. De kerk van Enkhuizen stond
tot 1423 bnitendijks, toen zij, na verkregen verlof van J a n van Beijeren,
binnenwaarts is geplaatst. Onder het Bourgondisch Hnis deed de uit-
breiding des handels Enkhnizen zeer in aanzien toenemen, maar
vooral zette de stad zieh nit, nadat zij den standaard der vrijheid
tegen Spanje had opgestoken. Toen strekte haar handel zieh uit tot
Oost en West, en het getal van hare haringbnizen steeg tot vier- of vijf-
honderd. Het ontstaan van het Enkhnizerzand en de verplaatsing des
koophandels naar Amsterdam deden de stad kwijnen, die nogtans weer tot
hoogeren bloei kan geräken, indien zij een der eindpunten wordt van een
toekomstig spoorwegnet in Noord-Holland.
In 1297 werd Enkhuizen op last van Ja n van Avesnes, door Nikolaas
van Putten en Jan van Arkel, te scheep herwaarts gekomen, in brand gesto-
ken, tot straf voor de deelneming aan een opstand tegen h et Hollandseh ge-
zag. In 1309 verbrandden de Priezen er 43 hnizen. In 1425 waagden
die van Grootebroek en naburige dorpen een aanslag op de stad, die
echter door den moed der ingezetenen werd afgeslagen. Het ja a r 1426
was voor Enkhuizen vooral treurig: door de Kennemers voor Yrouwe
Jacoba ingenomen, werd het door Bourgondische krijgslieden weder op
de Kabeljaauwsche zijde gebracht, doch als wraak daarvoor drongen
Hoeksehe zeeschuimers de stad binnen, lichtten ongeveer honderd burgers op
en deden deze vervolgens onthoofden. Ten jare 1512 werd Enkhuizen
door een hevigen brand, en in 1514 door den st.-Hieronimusvloed zwaar
geteisterd. Den 25 Ju n i 1537 kwamen Gelderscbe oorlogschepen voor de
stad, maar de Enkhuizers deden dezen vijand met verlies wijken. De ver-
rassing van Brielle door de Watergeuzen boezemde den Enkhuizers het
verlangen in, de Spaansche kluisters te verbreken, hetgeen zij den 21 Mei
1572 volvoerden. De stad weerstreefde in October 1587 den Hertog van
Leicester, toen hij zieh van haar wilde verzekeren; doch in Ju n i 1653,
Maart 1787 en Jannari 1795 wist zij de uitbarsting van booze hartstochten
niet te breidelen, zoodat oproer en vervolging aan rüstige burgers
groote verliezen toebrachten. Van 21 September tot 11 October 1799 moest
Enkhuizen aan de Engelschen ingeruimd worden. Den 20 Juli 1816
werd door een hevigen brand het Hospitaal voor de Marine (het oude
Oost-Indische Huis) geheel vermeid.
Het schoonste gebouw is het Stadhuis, dat in 1688 voltooid, met ver-
schillend prächtig schilderwerk, waaronder tafereelen van Bomein de Hooge,
prijkt. Andere belangrijke gebouwen zijn de toren Dromedaris, met een
der welluidendste klokkespelen van Nederland, en het voormalige Admira-
liteits- of Prinsenhof.
E r zijn 8 k e rk en : als twee der Hervormden, een der Lutherschen, een
der Doopsgez., een der Christ.-Geref., een der B.-Kath., een der Oud-
Boomschen en een der Israelieten. De beide kerken der Hervormden, de
Wester- en de Zuiderkerk, munten door bouworde u it: de laatstgenoemde
heeft een ongeveer 67 meter hoogen toren.
Enkhuizen heeft eene gemeentelijke hoogere burgerschool met driejari-
gen cursus.
Enkhuizen, dat in de I7de eeuw bij een uitgestrekten koophandel
honderden buizen ter haringvangst uitzond, 63 zoutkeeten, 58 bokking-
hangen, 16 lijnbanen, 5 schuitenmakerijen, 14 molens, een kalkoven en vele
andere inrichtingen van volksvlijt telde, heeft thans weinig of geene bui-
tenlandsche vaart m ee r; het is eene zeldzaamheid, wanneer eene vreemde
vlag te Enkhuizen wordt gezien. Winkelnering en markten van land-
bouwproducten geven velen het noodige. Anderen bestaan van visscherij,
ambachten en eenige kleine fabrieken, t. w. een scheepstimmerwerf, een
lijnbaan, een zoutziederij, een vernis- en standoliefabriek, een gasfabriek
en eenige molens. Voor de volksnijverheid heeft het in 1779 opgerichte
genootschap Oeconomia Encharana zieh zeer verdienstelijk gemaakt.
Enkhuiz e r zand, zandbank in de Zuiderzee, van ruim 4 uren lengte
en 14 tot 2 uren breedte. E r Staat daarop bij gewoon laag getij 6 tot 25
palm water. De bank bestaat uit hard zand.
B nnemaborg, uitgestrekt landgoed te Midwolde, in de Gron. gem.
Zuidbroek.
E n s, zuidelijk ged. van het Overijsselsche eil. Schokland. Het deelde
zieh vroeger in twee deelen: de Molenbuurt en de Zuidbuurt, bij welke
laatste, op een afgezonderde piek, de Herv. kerk werd gevonden. In 1840
had Ens 240 inw. Het is gelijktijdig met Emmeloord ontvolkt.
E n sch ed e , hoofdkiesdistr. voor het afvaardigen van leden voor de
Prov. Staten van Overijssel, bevattende de 7 gem.: Enschede, Donneker,
Haaksbergen, Diepenheim, Delden (stad), Delden (ambt), Hengelo.
E n sch ed e , derde kanton van het Overijsselsche arrondissement Al-
melo, bevattende de 3 gem.: Enschede, Haaksbergen, Lonneker.
E n sch ed e , kerk. ring van de klasse Deventer Je r Herv. Kerk, bevattende
de 9 gem.: Enschede, Delden, Diepenheim, Goor, Haaksbergen,
Hengelo, Losser, Oldenzaal, Usselo. E r zijn 10 kerken, daar de gem.
Haaksbergen ook eene kerk te Buurse heeft,
E n sch ed e *), gem. in Overijssel, naar alle zijden door de gem. Lonneker
omsloten. Zp bestaat uit de stad Enschede, van wier buitenbuurten
reeds eenigen zieh binnen Lonneker uitstrekken. Ofschoon de zandige
grond vlak is, ligt zij vrij hoog, namelijk 42 h 43 meter boven A.P.
De stad, die waarschijnlijk haar oorsprong aan hare ligging aan den
esch ontleend, dus An Esche, wordt het eerst in eene oorkonde van 1118
genoemd. Bisschop J a n van Diest verleende der plaats in 1325 stads-
rechten, waartegen echter Graaf Willem van Solms, te Ottenstein, als
bewerende Heer van Enschede te zijn, zieh nadrukkelijk verzette. Daarom
Het is eene algemeene dwaling om Enschede te schrijven. Die / behoort
evenmin aan de e als de nadruk aan de derde lettergreep. De nadruk valt op En.