
op de Gelderschen, den 1 Ju li 1528; de plechtige intocht van Keizer
Karel V, den 14 Augustus 1540; het zweren van den eed van trouw
aan Prins Pilips van Spanje, den 4 October 1549; het houden der
eerste openbare hervormde predikatie, den 15 Augustus 1566; de beeld-
stormerij, den 25 Augustus 1566; het binnenbrengen van Spaansche
bezetting door den Graaf van Megen, den 27 Februari 1567; de
stad door den Hertog van Alba van al hare voorrechten vervallen
verklaard, den 14 Ju li 1570; de aanval van muitende Spanjaarden,
in December 1574; de overgave van het slot Vredenburg aan de
burgerij, den 11 Februari 1678; het sluiten der Unie, op den 23
Januari 1579; de binnenlandsche beroerten, van 1583; de plechtige
intocht van Leicester, den 1 April 1586 ; het gevangennemen van eenige
aanzienlijke regeeringsleden door Leicester en zijn aanhang, in October
1586; de gevangenneming van Schout Gerard Prounink van Deventer,
in 1588; de beroerten van 1598 en 1610; het aanstellen van waard-
gelders, in 1617; het afdanken der waardgelders door Prins Maurits,
op de Neude, in 1618; de inwijding der hoogeschool, den 17 Ju n i 1634;
de bezetting door de Franschen in Ju n i 1672; het aftrekken der Fran-
schen, den 23 November 1673; de orkaan van den 1 Augustus 1674;
het sluiten van den vrede te Utrecht met Frankrijk en Spanje, den 11
April 1713; het sluiten van den vrede tusschen Spanje en Portugal, den
6 Februari 1715 ; de oproerige bewegingen van 1748; de burgergeschillen
van 1784—1787; het verlaten der stad door den Kijngraaf van Salm,
den 15 September 1787; het binnentrekken der Franschen, in Januari
1795; het verheilen van Utrecht tot koninklijke residentie, in 1807; het
aftrekken der Franschen, in den nacht van 27 op 28 November 1813;
de conferentie der Nederlandsche en Belgische gemachtigden ter ver-
effening van finantieele aangelegenheden, in 1839; de plechtige ontvangst
van Koning Willem I I, den 18 Mei 1841; de opening van den spoor-
weg naar Amsterdam, den 28 December 1843; die van den spoorweg
naar Driebergen, den 17 Ju li 1844; h e t bezoek van Koning Willem III,
in September 1853; de opening van den spoorweg van Utrecht naar
Gouda, den 21 Mei 1855; die van Utrecht naar Hattem, den 20 Augustus
1863; die van Utrecht naar Waardenburg, den 1 Nov. 1868; die van
Utrecht over Hilversum naar Amsterdam, den 10 Juni 1874.
V a a l s , gem. in Limb., ingesloten door de Nederl. gem. Wittern, de
Pruissische gem. Laurensberg, het vrije gebied van Moresnet en de
Belg. gem. Gemmenich. Zij maakt een der hoogstgelegene deelen van ons
vaderland uit, daar Vaals in bergen en heuvelen van het noorden naar het
zuiden al hooger oprijst. Het hoogste punt verheft zieh zelfs tot 240
el boven A. P . De grootte beloopt bijna 2401 bund. De oppervlakte van
den grond bestaat uit mergel of Limb, klei en wordt door de Geul en de
Seltzerbeek bespoeld. De gem. telde in 1822 2560, in 1840 2900, in 1860
3593, in 1876 4283 inw., in laatstgen. ja a r onderscheiden in : 4110 R.-Kath.,
104 N.-Herv., 3 W.-Herv., 35 Luth., 2 Episc. en 29 Isr. Zij bestaan deels
van den landbouw en aanverwante bedrijven, deels van fabrieknijverheid,
daar te Vaals veel laken en andere wollen stoffen worden geweven. De
gem. bevat de dorpen Vaals, Holset, Vijhlen en Lemiers, benevens de b.
Wolfhaag, Mamelis, Roth, Melleschet, Camerig, Raren, Harles en Cot-
tessen.
Het d. Vaals ligt aan den weg van Aken (Aachen) naar Maastricht, op
een hellenden grond, in een schilderachtig oord. In het zuiderdeel staan
de R.-Kath. kerk en de Herv. kerk, tegen elkander gebouwd. Ook
vindt men er eene Luth. kerk, eene Synagoge, het nonnenklooster en
opvoedingsgesticht Blumenthal, een monnikenklooster van uffgeweken
Pruissische conventualen (waarvan de tuin onmiddellijk aan het Pruissische
gebied uitkomt) en belangrijke inrichtingen van nijverheid. Men
telde er in 1840 1342, in 1870 2056 inw. Vaals wordt reeds genoemd
in eene oorkonde van Koning Hendrik I I I van den 15 Februari 1041,
waarin hij goederen aldaar — te „Vals” — aan zijne nicht Irmengarde
vermaakt. In 1661 kozen de Staten-Generaal, bij de verdeeling van het
Land-van-’s Hertogenrade, voor zieh de bank van Vaals, om den Protestanten
van het naburige Aken gelegenheid te geven, den openbaren
godsdienst bij te wonen. Niet alleen de Herv., maar ook de Doopsgez.
en Luth. genoten de voordeelen van deze schikking. Zelfs de Waalsch-
Herv. uit het naburige Luikerland kwamen naar Vaals om er hunne
godsdienst uit te oefenen. Verscheidene Akensche en andere Protestanten
vestigden zieh ook te Vaals metterwoon. Het verstoren eener doop-
plechtigheid in de Herv. Kerk ten jare 1762 verbände gedurende onge-
veer drie jaren de goede verstandhouding, welke hier tot dien tijd door-
gaans tusschen de Kath. en de Pro t, had bestaan. In den zomer van
1876 werd de groote lakenfabriek van Vaals door brand verwoest.