
A d o rn is-p o ld e r , pold. in de Zeeuwsche gem. Nieuwvliet, §6 bund.
groot, bedijkt in 1619.
A d o rp , gem. in Groningen, begrensd door Winsum, Bedum, Noord-
dijk, Hoogkerk, Aduard en Ezinge, en 2209 bund. groot. Zij is saam-
gesteld uit het zuid. deel van Ubbega en het ged. van het Westerkwartier
ten oosten van bet Reitdiep. Zij bevat daarm de d. A (iorp, Sauwert en
Wetsinge, de buurten Harssens en Hekkum, en de geb. Wierum-ten-
oosten-v an-het-Beitdiep, 1) ork.\ver (1-ten-o o steri-Yiin-lio t-Rc i t (liep, Arwerd en
Paddepoel. In 1822 had zij 898, in 1840 1030 en in 1870 1355 inw.,
vóór laatstgenoemd ja a r onderscheiden in 1071 Ned. H e rv ., 1 Waalsch
Herv., 10 Doopsg., 265 Cbr. Geref., 3 R. Kath. en 5 Oud-Roomschen.
De grond, uit zeeklei gevormd, is meestal akkerland, weshalve landbouw
het hoofdbedrijf der ingezetenen uitmaakt.
Het d. Adorp, in 1840 met 300, in 1860 met 392 inw., ligt 1 u. N.N.W.
van Groningen. E r is eene kleine Herv. kerk. De stompe toren met schiet-
gaten, die van eene vorige kerk was overgebleven, is in 1794 gesloopt.
A d r ia an sp o ld e r , pold. in de Zeeuwsche gem. Kortgene, bedijkt in 1718
en 58 bund. groot.
A d r ian ap o ld e r , pold. in de Z. Holl. gem. Stellendam, bedijkt in 1769;
194 bund. groot.
A d r ia n a -T h e o d o r a -p o ld e r , pold. in de Z. Holl. gemeente Oolt-
gensplaat, omstreeks 1850 op het Yolkerak gewonnen, groot 167 bund.
A dr ichem , hofstede in de N. Holl. gem. Beverwijk, een zeer oud
goed, daar het door den Erankisehen Groothofmeester Karel Martel in
de e’erste helft der 8ste eeuw aan den geloofsprediker Willebrord werd
geschonken.
Aduard, gern. in Groningen, begrensd door de gem. Ezinge, Adorp,
Hoogkerk, de Leek, Zuidhom en Oldehove. Zij is 3063 bund. groot,
grootendeels kleigrond. Alleen het zuidereinde bestaat uit laag veen. Zij
bevat de d. Aduard, Eransum, den Ham en Leege-Meeden, de buurten
den Hom, Aduarder-Yoorwerk, de Poffert en Langeweer, en de geh.
Wierum-bewesten-hetHteitdiep, Eransummervoorwerk en de Knijp. In 1822
had deze gem. 1593, in 1840 1955 en in 1870,2309 inw., voor laatstgenoemd
jaa r onderscheiden in 1778 Ned. Herv., 6 Ev. L u th ., 103
Doopsgez., 337 Chr. Geref., 75 R. Kath. en 10 Isr. De landbouw is
er het voornaamste middel van bestaan, en daamevens veefokkerij, steen-
bakkerij, enz.
Het d. Aduard, 2 u. ten N.W., van Groningen, dankt waarschijnlijk
zijn bestaan aan de beroemde Benedictijner abdij, die er den 5 Juni
1192 werd gesticht, en in 1580 in brand gestoken. Men telde er in 1840
737 en in 1860 725 inw. Er zijn keíicen voor de Herv., de Chr. Ger. en
de R. Kath., benevens eene steenbakkerij.
A d u a rd e rd iep , riv. in Drenthe en Groningen, die ondcr' den naam
van Langeloérdiep bij Langelo ontstaat, dan den naam van Lieverderdiep
aanneemt, vervolgens Peizerdiep en ten laatste Koningsdiep heet. Zij loopt
aan de Aduarderzijl in het Reitdiep uit.
A d u a rd e r -V o o rw e rk , buurt in de Gron. gem. Aduard, 10 min
noord-oost van Aduard. Zij had ten jare 1840 185 en ten ja re 1860 203
inw., die van Wierum-bewesten-het-Reitdiep daaronder begrepen.
A d u a rd e r z ijl, buurt en zijl (sluis), in de Gron. gem. Ezinge.
A e g um , buurt met dorpsrechten in de Friesche gem. Idaarderadeel.
Zij had in 1840 49 en in 1870 64 inw. Van de in 1838 afgebroken kerk
staat nog de toren.
A e k am p , buurt in de Gron. gemeenten Finsterwolde en Midwolde,
ter wederzijde van de Oude-Ee, in 1840 met 208 inw., wier aantal echter
sedert aanzienlijk is toegenomen.
A e m b u r e n , geb. onder het Friesche dorp Parrega.
A e n g e h o r r e n , geh. onder het Gron. dorp Woltersum, gem. ten Boer.
A e n gw ir d e n , gem. in Friesland, tijdens de Republiek de tweede
grietenij der Zevenwolden, en in de middeleeuwen Handmare genoemd.
Zij wordt ingesloten door TTtingeradeel, Opsterland, Schoterland en Has-
kerland, is 4064 bund. groot en bestaat bijna geheel u it lage, voor een
groot deel uitgedolven veenen, behalve eene strook alluvisch zand in het
zuiden, in vorige eeuwen met hoog veen bedekt.
De gem. is afgedeeld in 5 dorpen: Heerenveen, Gersloot, Lunjeberd,
Terband en Tjnlleberd, die in geograpbischen zin vormen: het derde
deel van het vlek Heerenveen, de 2 dorpen Tjalleberd en Terband, de
buurten Gersloot, Lunjeberd, de Fo k en Nieuwebrug, en de geh.
Luxwolde, Zestienroeden en Terbandsterschans.
De bevolking, in 1744 uit slechts 566 zielen bestaande, was in 1822 tot
1918 toegenomen. In 1840 beliep zij 2756, in 1860 3094, en in 1870 3547,
voor laatstgenoemd ja a r onderscheiden in 2843 Ned. Herv., 285 Doopsg.
186 Christ. Geref., 221 R. Kath. en 12 Isr.
Veenderij, scheepvaart en veeteelt zijn de hoofdbronnen van bestaan
der ingezetenen. Aan den akkerbouw is slechts een klein deel gewijd,
namelijk het ontgonnen hoogveen, waar in 1869 65 bunders met rogge,
100 bunders met haver, 3 bunders met boonen en erwten, 32 bunders
met aardappelen, en 10 bund. met koolzaad was bezet. De veestapel
telde toen 51 paarden, 1 ezel, 1000 runderen, 472 schapen, 13 geiten en
bokken en 29 varkens.
T e Terband is eene Herv. kerk. Tjalleberd heeft kerken voor de
Herv., voor de Doopsgez. en voor de Chr. Geref.
E r zijn 4 lagere scholen.
In den Franschen tijd was deze grietenij in 2 gem. gesplitst: Heeren-
veea en Tjalleberd, waarvan de eerstgenoemde zich echter ook over een
deel van Schoterland uitstrekte.