
Weesp, kerk. ring der klasse Amsterdam van de Herv. Kerk. Deze
ring bevat de 8 gem.: Aalsmeer, Amstelveen, Diemen-en-Watergraafsmeer,
Oudekerk-aan-den-Amstel, Sloten, Sloterdijk, Thamen-aan-den-Amstel,
(Uithoorn), Weesp.
Weesp, gem. in N.-Holl., in bet noorden palende aan Muiden, in
het oosten, zuiden en westen aan Weesperkarspel.
De gem., wier grens aan de zijde van Weesperkarspel door de wet
van 15 Ju li 1869, doch slechts voor een enkel perceel, is gewijzigd,
ligt op beide oevers van de Vecht en de Smal-Weosp. Zij heeft
eene oppervlakte van ruim 302 bund., die meest door klei is gevormd.
In 1796 had Weesp 2937, in 1822 2683, in 1830 2898, in 1840 2882,
in 1850 2722, in I860 2862, in 1870 3404 inw.
Bij de telling voor 1870 onderscheidde men de bev. in : 1731 N.-Herv.,
7 W.-Herv., 192 Ev.-Luth., 2 Herst.-Luth., 57 Chr.-Geref., 11 Bem., 9
Doopsg., 885 R.-Kath., 151 Ned.-Isr. en 6 Port.-Isr.
De gem. bestaat nit de stad Weesp en eenige verstrooide huizen aan
den Stammerdyk, in Bloemendaal, aan den Klompweg en aan den ’s Gra-
velandschen weg.
De stad Weesp ligt op beide oevers van de Vecht, en onderscheidt
zich door. eene bevallige ligging en geregelden aanleg. Zij beslaat rnim
21 bund, en is naar het oosten en zuiden van belangrijke vestingwerken
voorzien. Tot de schoonste gedeelten van Weesp bebooren: de Hoogstraat,
(de kade längs de westzijde van de Vecht), de Heerengracht, de Nieuw-
straat en de Nieuwstad.
Binnen de stad telde men in 1840 2775, in 1870 2898 inw.
Het Stadhnis van Weesp is een schoon gebouw, met ruime vestibule,
galerijen eu zalen. Het prijkt met eenige deels zeer scboone schilderijen.
Het werd van 1772 tot 1776 gebouwd. De Herv. kerk is een ruim
gebouw, dat in 1463 werd voltrokken. De tegenw. Luth. kerk dagtee-
kent van 1820, de nieuwe R.-Kath. kerk van 1875, de Synagoge van
1840. Ook is er eene kerk der Chr.-Geref. Aan de noordzijde der
stad vindt men het Station van den Ooster-Spoorweg. Verder bevat
zij eenige liefdadige gestichten. Even ten noorden der stad is een
bevallig openbaar wandelpark, dat de algemeene begraafplaats omriogt.
De bev. van Weesp vindt haar bestaan deels in veeteelt en zuivelbe-
reiding, deels in verschillende fabrieken, als enkele branderijeD, kalkovens,
eene bindrottingfabriek, eene chocoladefabriek, enz. Vroeger waren de
branderijen wel 30 in getal. Ook hebben er lakeuweverijen gebloeid, en
van 1757 tot 1771 vond men er eene porceleinfabriek. De markten van
Weesp zijn niet onbelangrijk, vooral die van vee, kaas en boter.
Van Weesp wordt het eerst melding gemaakt in eene oorkonde, door
Keizer Erederik I , in 1156 uitgevaardigd, waarin de naam Wisepe is
gespeld.
Latere historische herinneringen z ijn : de verwoesting der plaats door de
Holländers onder Heer Wouter van Egmond en Albrecht Banjaard, in 1204;
het geven in erfpacht van Weesp (Wesepe) door Bisscbop Otto van Utrecht
aan Heer Gijsbrocht I I van Amstel, die to t dien tijd dit recht met Hendrik
van Velden bad gedeeld, in 1226,- de voorrechten door Graaf Willem V
verleend, den 20 Mei 1355; de verovering en verwoesting der stad door
Bisschop Jan van Arkel, in 1356; de verovering en brandschatting door
Bisschop Arnold van Horne, in of omstreeks 1373; de uitbreiding der stad
onder Graaf Albrecht, in 1401; de verovering door de Golderschen, in
Mei 1508; de storm en watervloed van 15 October 1508; het aftrekken
der Gelderscben, in bet begin van 1509; de vergunning van Keizer
Karel V om de stad uit te breiden, den 2 September 1552; het verdrag
door Weesp met de Staatseben gesloten, den 29 Januari 1577; de on-
lusten tusschen de Roomschen en Onroomschen, in 1579; het octrooi om
de stad te vergrooten, den 12 Mei 1613; de inlegering van krijgsvolk, om
de stad tegen de Spanjaarden te dekken, in 1629; bet octrooi om de stad
andermaal te vergrooten, in 1647 en 1653; de bezetting der stad met krijgsvolk
en Amsterdamsche sebutters tegen de binnengedrongen EranscheD,
in 1672; de plundering van de woning des pachters Hogeveen, in 1748;
de afgeslagen aanval der Pruisen, den 23 September 1787; de overgave
aan de Pruisen, den 26 September 1787; het binnenrukken van 600
Franschen, onder den kolonel von Pfaffenrath, den 29 November 1813;
het verstoren der avondgodsdienst bij de Israelieten, den 10 April 1844;
de opening van den Ooster-Spoorweg, den 10 Ju n i 1874.
Weesperkarspel, of Weespercarspel, gem. in N.-Holl, ingesloten
door de gemeenten Ouder-Amstel, Diemen, Muiden, Weesp, Naarden, Hilversum,
’s Graveland, Ankeveen, Nederhorst-den-Berg, Nigtevecht en Abcoude-
Proostdij, waarvan de beide laatsten tot Utrecht behooren. Zij heeft haar te-
genwoordigen omvang van 4688 bund. eerst verkregen door het Kon. besluit
van 20 Dec. 1846, waardoor de gem. Bijlmermeer bij haar is ingelijfd, en door
de grensregeling van 15 Ju li 1869. De grond bestaat meest uit laag veen, deels
uit klei en in het oosten uit zand. De gem. wordt door de Vecht, het Gein,
de Gaasp en de Smal-Weesp doorsneden. Zonder den Bijlmermeer telde Weesperkarspel
in 1811 1062, in 1822 1048, in 1840 1083 inw. Met den Bijlmermeer
beliep de bev. in 1850 1347, in 1860 1369, in 1876 1693 zielen.
Bij de volkstelling voor 1870 onderscheidde men er: 930 Herv., 14 Ev.-
Luth., 2 Herst.-Luth., 3 Doopsg., 725 R.-Kath. en 1 Oud-R. Veeteelt
en zuivelbereiding zijn bunne voornaamste bronnen van welvaart. De
gem. bevat het noorder deel van het d. Ankeveen, de b. Geinbrug, bet
fort en geb. Uitermeer, benevens een aantal verstrooide boerenhoeven en
woningen längs den Stammerdijk, den Langen-Muiderweg, den Vechtdijk,
bet Gein, den Abcouder-Straatweg, de Gaasp, de Smal-Weesp, den Klompweg
en de ’s Gravelandsche-Vaart. De Gemeenteraad vergadert op het
raadbuis te Weesp, waar ook de hnwelijken der. ingezetenen voltrokken
worden.
Weesporvaart, vaart in N.-Holl. tusschen den Amstel en het Gein,
in 1638 gegraven.