
op 17 Januari 1795; en de overwinning der Pruisen op de Franschen
den 30 Januari 1813.
Arnhem was, naar het schijnt, hij zijn ontstaan vlak aan den Rijn gehouwd,
en nog in de 14de eeuw bespoelde de riyier de Testen. Sints echter
baande de rivier zieh een zuidelijker bed, tot dat Karel van Egmond
deze sträng deed sluiten en de rivier weder naar de stad verleggen. Er
bleef nogtans een smalle strook lands tusschen den Eijn en den stads-
muur over, die onder den naam van het Weerdje door Prins Maurits
in 1619 tot 1625 hinnen de vesting werd opgenomen, ofsclioon zij weinig
meer dan speeltuinen bevatte. De stad behield hare wallen tot de
magistraat in 1829 deswegens eene schikking met het Gouvernement maakte,
waarna, met het sloopen van het holwerk aan de Velperpoort, eene her-
schepping en uitbreiding ontstond, die sedert onafgebroken is voortgezet.
Binnen veertig jaren tijds hebben de 1400 huizen, die in 1830 de kom der
gemeente vormden, zieh tot een cijfer van 4000 vergroot. Onder de schoone
pleinen en straten, die sedert zijn ontstaan, verdienen in de eerste plaats
het Koningsplein, het Velperplein, het Nieuwe-Plein en het Röermondsche-
Plein, benevens de Eijnkade, de Singels en de Bergstraat genoemd te
worden.
De oudste deelen van Arnhem dragen evenzeer de blijken van den
vooruitgang der gemeente, als de werken, die buiten en op de ver-
dwenen vestingwerken zijn ontstaan. De Groote Markt is veel verruimd,
en wedijvert met de schoonste pleinen des Yaderlands. Ook het st. Wal-
burgsplein is veel verfraaid, en van de hoofdstraten prijken inzonder-
heid de Kijnstraat, Vijzelstraat, Ketelstraat, Roggestraat, Bakkerstraat,
Turfstraat en Koningstraat met keur van Winkels en andere gebouwen.
De stad heeft 2 Ned. Herv. en- 2 R.-Kath. kerken, een L u th ., een
Waalsch He rv ., een Doopsgez. en een Chr. Ger. kerk en een synagoge.
De Groote of Eusebiuskerk, in 1452 aangevangen en eerst na 1491
voltooid, is het aanzienlijkste gebouw der stad en prijkt met een toren,
die reeds in de 15de eeuw gebouwd, in 1650 zijn tegenwoordige hoogte
van 91 el ontving. Men ziet er de graftombe van Hertog Karel van Gelder,
bestaande in een monument van wit albast, met het beeid des
Hertogs en vier leeuwen daarop en de beeiden der apostelen op de
zijden. De tegenwoordige st.-Janskerk is een koepelvormig bedehuis,
in 1838 volbouwd. Van de 2 Kath. kerken, prijkt de in 1391 gestichte
st.-Walburgskerk met 2 torens, terwijl de in 1864 en 1865 gebouwde st.-
Eusebiuskerk, n aar een ontwerp van den bouwmeester H. J . van den Brink,
een sieraad van het Nieuwe-Plein uitmaakt.
Het Raadhuis, vroeger de woning van den veldoverste Maarten van
Rossum, draagt naar drie saterbeelden aan een ingang den naam van Dui-
velshuis. Het bevat, behalve de raadzaal en verdere dienstvertrekken, de
Stedelijke Bibliotheek en een Museum van Oudheden. Andere merkwaardige
gebouwen zijn het Gouvernement, ter plaatse van het oude Hertogelijke
Hof, in het begin dezer eeuw gesticht en in 1837 uitgebreid; het Paleis
van Justitie, dat van 1837 tot 1839 werd gebouwd; het gebouw Musis Sa-
crum, te midden eener heerlijke warande, in 1847 gesticht, en in 1852 en
1864 vergroot; de nieuwe schouwburg, waarvan den 1 Augustus 1864 de
eerste steen werd gelegd, de Waag, in 1761 gebouwd, enz. De gebouwen
der liefdadige inrichtingen en scholen getuigen mede van Arnhem’s bloei.
De voornaamste inrichtingen van onderwijs zijn de gemeentelijke hoogere
burgerschool met vijfjarigen cursus, (gevestigd in een fraai en ruim gebouw,
mede een sieraad der stad), het gymnasium, de in 1862 opgerichte
kweekschool voor onderwijzeressen, de in 1802 gestichte teeken- en bouw-
kundige school Kunstoefening, en de middelbare school voor meisjes (tot
wier oprichting is besloten).
Te Arnhem is de zetel van de Geldersche Maatschappij voor Geschieden
Letterkunde. Het Natuurkundig Genootschap Tot Nut en Vergenoegen,
dagteekent van 1824, het st.-Cedliaconcert van 1591.
De stad Arnhem heeft een groot deel van haar bloei te danken aan
de bekoorlijke omstreken, die niet alleen gedurende de zomermaanden
vele vreemdelingen derwaarts voeren, maar ook vele vermögenden zieh hier
vestigen doen. Zij is wijders de marktplaats in de Veluwezoom, van de
Over-Betuwe en de Lijmers, en drijft een aanzienlijken commissiehandel
op Duitschland längs den Rijn. In de vorige eeuw vond men er weinige
of geen fabrieken; thans is dit geheel anders, daar er belangrijke inrichtingen
van volksvlijt gevestigd zijn, die stoomwerktuigen, ijzer- en koper-
waren, instrumenten, rijtuigen, piano’s, Spiegels, meubelen, tabak, sigaren,
leder, bier, zout enz. in den handel brengen. De scheepvaart vindt eene
schoone en fraaie haven aan de westzijde der stad, nevens de schipbrug
die naar de Betuwe voert.
Arnhemmor-en-Velperbroefe, polder in de Geld. gem. Arnhem,
759 bund. groot.
Arrien, d. in de Overijsselsche gem. Ambt-Ommen aan de Vecht, in
1840 met 211, in 1860 met 233 inw.
A r r ien v e ld , b. in de Overijss. gem. Avereest, in 1840 met 192 inw.
Arum, d. in de Eriesche gem. Wonseradeel, aan de vaart van
Boisward naar Harlingen, in 1840 met 1039, in 1860 met 1191, in
1870 met 1449 inw., die der onderhoorige geh. Baarderburen, Beijem,
Boita en Hijsaard (in 1860 416) medegerekend. E r is één k e rk , die den
Hervormden behoort. Vroeger stonden er de staten Allinga, Beima, Cam-
mingha of Hooghuistra, Minnema, Sytzama enz. Den 4 Ju li 1380 lever-
don de monniken van Ludingakerk hier een gevecht aan die van Olde-
klooster, waariif van wederzijden 130 man sneuvelden.
Ardwerd of Arwerd, geh. in de Gron. gem. Bierum.
Arwerd, geh. in de Gron. gem. Adorp.
As, geh. in de Limb. gem. Hunsel.
Asbroek, geh. in de Limb. gem. Roggel.
Asch, d. met eene Herv. kerk in de Geld. gem. Buren, aan den weg
van dit steedje naar Culemborg. Het had in 1840 278, in 1860 325 inw.