
behooren de Herv. en de Chr.-Geref. kerken tot de voorn. gebonwen.
Winsum was tijdens de Saksiscbe en Geldersche oorlogen een belangrijk
punt, welks bezit de partijen elkander hevig betwistten. Den 11 Ju n i
1579 had er eene bijeenkomst plaats tusschen eenige afgevaardigden der
Unie en de Groningers.
Winsum, d. in de Friesche gem. Baarderadeel, aan de vaart van
Franeker naar Sneek. Het telde in 1811 425, in 1840 588, in 1876 819
inw., de ingezetenen yan de Winsumer-Uitbunrt en Winsumer-Brugbuurt,
alsmede die der geh. Memert en Weakens medegerekend. E r is eene Herv.
kerk. Vroeger vond men in de nabunrschap van Winsum het voormalige
klooster Monnike-Bajum en de • Ekinga-stäte. Aan de zuidzijde van het, d.
ligt een der hoogste terpen van Friesland. In 1587 is Winsum door de
Spanjaarden voor een groot ged. in de asch gelegd.
Winsumermeeden, b. in de Gron. gem. Winsum, in 1840 met 210, .
in 1870 met 289 inw.
Wintelre, d. met eene R.-Kath. kerk in de N.-Brab. gem. Vessem-
Wintelre-en-Knegsel, te midden van bouwlanden, die op hunne beurt
door heiden zijn omringd. Men telde er in 1840 435, in 1870 452 inw.
Ook dit d. is in 1543 door Maarten van Rossum geplunderd.
Winterswijk, kerk. ring der Geld, klasse Zutphen der Herv. Kerk,
bevattende de 10 gem.: Winterswijk, Aalten, Borculo, Bredevoort,
Eibergen, Groenlo, Haarlo-en-Waterhoek, Lichtenvoorde, Reede, Rekken.
Winterswijk, gem. in Geld., tusschen de gem. Eibergen, Lichtenvoorde
en Aalten, die mode tot Ned. behooren, en de Prniss. gem. Vreden,
Stadt-Lohn, Südlohn, Oeding en Burlo. Zij beslaat ruim 13,815
bund. en is meest door diluvisch zand gevormd. E r ligt ook laag veen,
en nabij de grenzen (naar de zijde van Oeding) steenlagen. In 1811
had deze gem. 6118, in 1822 6554, in 1840 8138, in 1860 7397,
in 1876 7794 inw., in laatstgen. ja a r onderscheidenjn 6550 Herv., 88
Chr.-Geref., 32 Doopsg., 1 Luth., 1020 R.-Kath., 69 Isr. en 34 onge-
noemden. Zij bestaan meest van den laudbouw, doch Winterswgk heeft
ook verscheidene fabrieken, als 2 stoomweverijen, een stoom- koren-, run-
en zaagmolen, eenige steenbakkerijen, enz. De Winterswijksche nijverheid
zal zieh waarschijnlijk belangrijk uitbreiden, wanneer de Nederlandsch-
Westfaalschen spoorweg (Zutphen-Borken-Gelsenkirchen) voltooid zal zijn,
ter wier behoeve aan de Staten-Generaal in 1876 een wet van onteigening
is voorgedragen. De gem. bevat het vlek Winterswijk, het d. Meddeho
of Meddo, benevens de b. Woold, Kotten, Dorpboer of Dorpbuurt, Miste,
Ratum, Corle, Brinkheurne, Huppel en Henxel.
Het vlek of d. Winterswijk is eene aanzienlijke plaats, de grootste van
het platteland van Gelderland. Het ligt aan den grooten weg van Zutphen
naar Borken, bevat 8 straten, en in 1870 538 bewoonde en 37 onbe-
woonde huizen. Het cijfer der bev. beliep in 1870 2291 zielen. Een
nieuw, fraai gemeentehuis en de Herv. kerk behooren tot de aanzien-
lijkste gebouwen. Ook zijn er kerken der Chr.-Geref., Doopsg. en R.-Kath.
Men vindt er wijders eene rijks hoogere burgerschool. Oudtijds bloeiden
er de adel. huizen Walien, Graas of Plekkecpol, Buurse en R avenhorst.
Winterswijk maakte oudtijds een deel uit van het graafsch Lohn of
Loon. Het wordt reeds vermeld in een geschrift uit de I ld e -eeuw als
Wintereswick. Eene oorkonde van 1152 schrijft Winethereswik, eene van
1223 Winterswic.
Wintraak, of Winteraken, b. in de Limb. gem. Munstergeleen,
aan den grooten weg van Sittard naar Heerlen. Het had in 1840 145,
in 1870 97 inw.
Wip (de), geh. in de Gron. gem. Middelstum.
Wippolder, pold. van 379 bund. in Z.-Holl., deols in de gem. Wateringen,
deels in Monster.
Wipstrik, geh. in de Ov. gem. Zwollerkerspel.
Wirden (de), geh. onder het d. Oudwoude in de Frlesche gem.
Kollumerland c. a.
Wirdsterterp, geh. onder het d. Wanswerd in de Friesche gem.
Ferwerderadeel.
Wirdum, ring van de klasse Leeuwarden der Herv. Kerk. Zij bevat
de 12 gem.: Beers-en-Jellum, Boxum-en-Blesaum, Grouw, Huins-en-Lyons,
Hylaard, Idaard-Aegum-en-Friens, Jorwerd, Mantgum-en-Schillaard, Roor-
dahuizum, Warga-Warstiens-en-Wartena, Weidum, Wirdum.
Wirdum, d. in de Friesche gem. Leeuwarderadeel. Het is eene aanzienlijke
plaats, die binnen de dorpskom in 1870 400 inw. telde. Onder
Wirdum behoort in administratieven zin het naburige Wijtgaard, benevens
de geh. Noordend, Tjaard, de Werp, Marwerd en de Heide, waarmede
Wirdum in 1811 829, in 1840 1164, in 1876 1419 inw. telde. Het d. heeft
eene Herv. kerk, die vódr 1680 met twee torens prijkte. De vroegere
Doopsg. kerk bestaat niet ineer. Evenmin kan men er de adel. staten
Unia, Camstra, Juwsma, Camminga, Bootsma, Oenema, Barrahuis en anderen
terugvinden. Herinneringen aan het verblijf dier adel. geslachten
ziet men echter in eenige fraai-gebeeldhouwde grafsteenen binnen de kerk.
Wirdum, d. met eene Herv. kerk in de Gron. gem. Loppersum. Het
telde met de b. Eekwerd en het geh. Wirdummerklap in 1811 310, in
1840 422, in 1870 552 inw. Binnen de kom alleen vond men in 1870
289 inw. In een stuk van 1280 wordt dit dorp Wirthum genoemd.
Wirdummerklap, geh. in de Gron. gem. Loppersum, in 1870 met
35 inw.
Wisch., gem. in Geld., ingesloten door de gem. Doetinchem (ambt), Zel-
hem, Lichtenvoorde, Aalten, Gendringen en Bergh, hebbende een opper-
vlakte van 7228 bund. Zij is door den Ouden-IJssel en de Slinge doorsneden.
Aan den IJssel ligt klei, doch het grootste deel der gem. bestaat uit
diluvisch zand. In 1822 had deze gem. 4535, in 1840 5752, in 1876