
landsche troepen, den 2 Mei 1815; het overweldigen der stad door Belgische
oproerhngen, onder Ernst Gregoire, van 21 tot 28 October 1830; het
bezetten der stad door Nederlandsche troepen, den 11 Januari 1831.
De middelen van bestaan der Hulstenaars zijn landbouw, winkelnering
en eenige kleine fabrieken, als: leerlooierijen, bierbrouwerijen, goud- en
zilversmederijen. Op de wekelijksche markten worden meest boter en
eieren verkocht. Sedert 27 September 1871 is Hulst aan het spoor-
wegnet (spoorweg van Mechelen naar ter Nenzen) verbonden.
H u ls t, b. in de N.-Brab. gem. Zes-Gehuchten, in 1840 met
191 inw.
H u ls t, of H u ls , b. in de Overijsselsche gem. Staphorst, in 1840 met
86, in 1870 met 135 inw.
H u ls t (den), b. in de Overijsselsche gem. Nieuw-Leusen, in 1840
met 340, in 1870 met 746 inw.
H u lste r -am b a eh t, voormalig ambacht, het oostelijk deel van het
Vijfde district van Zeenwsch-Viaanderen omvattende, t. w. Graanw c. a.,
Hontenisse, Hengstdijk, Ossenisse, Stoppeldijk, st. Jansteen, Glinge. Door
overstroomingen en indijkingen is het veelvuldig van gedaante en uit-
gestrektheid veranderd.
H u ls te r -N ie u w la n d , pold. in Zeenwsch-Viaanderen, in 1707 bedijkt,
deels in de gem. Hulst, deels in Stoppeldijk, 191 bnnd. groot.
H u lsv o o rd e , of H u ls fo rd e , voormalige kapel in Drenthe, tnsschen
Coevorden en Dalen, merkwaardig als de plaats waar de Bisschoppen van
Utrecht als Graven of Heeren van Drenthe werden gehuldigd. Zij is
spoorloos verdwenen,
H u lto (de) alleenstaand huis in de Drenthsche gem. Coevorden, met
een veer over de Kleine-Vecht.
H u lten , b. in de N.-Brab. gem. Gilze-en-Bijen, in 1840 met 192 inw.
H u H o n , heerl. van 180 bnnd., die tot 1836 onder Oudhensden
behoorde, doch toen deelswijze bij Drnnen is gevoegd. Zij had in 1840
raim 58 inw.
H u ltje , b. in de N.-Brab. gem. Uden.
H a lz en b e r g , heuvel in de Geld. gem. Bergh, vlak aan de Pruissische
grens, OO^eUhöog.
H um k o v en , of Hum k o v en , geh. in de Limb. gem. Ulestraten.
H am m e lo , fraai d. in de Geld. gem. Hummelo-en-Keppel, in 1840
met 1293, in 1872 met 1201 inw. Het komt reeds in 828 onder den
naam van Humelle voor. De Herv. kerk verkreeg een fraai orgel in
1840. Hierbij ligt het prächtige landgoed Enghuizen.
H um m e lo -en -K ep p e l, gern, in Geld., tusschen Doesborgb, Anger-
lo, Wehl, Doetinchem (ambt), Zelhem, Steenderen en Bheden, hebbende
4721 bnnd. oppervlakte. Zij wordt door den IJsse l bespoeld, en door den
Ouden-IJssel doorsneden. De oppervlakte bestaat deels uit kleilanden en ge-
mengden grond, deels (in het zuid-oosten) nit diluvisch zand. Men telde
er in 1822 2320, in 1840 3184, in 1874 3230 inw. Ten jare 1872 onderscheidde
men er: 2520 Herv., 5 Luth., 5 Chr.-Geref., 2 Doopsgez , 672 K.-Kath.
en 1 Isr. De gem. bevat het vlek Laag-Keppel, de dorpen Hummelo,
Drempt en Laag-Keppel, benevens de b. Eldrik. Do landbouw is het
hoofdbedrijf der ingezetenen. Men vindt er echter ook eene belangrijke
ijzergieterij (aan den Ouden-IJssel, tusschen Hoog- en Laag-Keppel), twee
bierbrouwerijen en molens.
H um m e lo s c h e -B e e k , beek in Geld., die bij Bronkhorst in den
IJs se l valt.
H um ste r la n d , of H om s te r la n d , distr. in het Gron. landschap het
Westerkwartier, de d. Oldehove, Niehove en Saaksum omvattende. Onder
den naam Humarcha was het reeds in de 8ste eeuw bekend.
H u n eb o r g , of H u n n eb o r g , oud vestingwerk, waarschijnlijk uit den
heidenschen voortijd, in de Overijsselsche gem. Weerselo, bij Volte.
H u n en b e r g , of H o en d e rb e r g , een der heuvelen, waarop de stad
Nijmegen is gebouwd.
H u n e s ch an s, of H u n n e s cb a n s, oude verschansing in de Geld,
gem. Apeldoorn, aan het Uddelermeer.
H u n e sch an s, of H u n n e s ch a n s , oude verschansing op de schilder-
achtige hoogte tusschen de buitenplaats Duno en de Oostbeek, hoog boven
den Bijnoever, in de Geld. gem. Doorwerth.
H u n in g am e e r , meer in de Gron. gem. Einsterwolde en Midwolde.
H u n n e eum , of H u n n e c om , b. in de Limb. gem. Nuth, in 1870
met 114 inw.
H u n se , r iv ., die bij Westdorp in Drenthe ontspringt, door het Zuid-
laardermeer Groningen bereikt en bij Zoutkamp in de Lauwerzee valt.
Zij draagt voor ieder van hare panden verschillende namen, t. w. Voorste-
Diep, Oostermoersche-Vaart, Schuitendiep, Loopende-Diep en Be itdiep.In
1874 is men met werken begonnen, om dit laatste pand door sluizen bij
Wetzinge en Zoutkamp af te sluiten. De Hunse wordt te Gasselter-Nije-
veen bevaarbaar.
H u n seg o , of H u n s in g o , landschap in Gron., het noord-westelijk
deel der prov. uitmakende. In de lOde eeuw was het een graafschap,
waarover de Keizer landvoogden of graven aanstelde. Het heeft in den
loop der tijden verschillende grenzen gehad, daar Middagt — later
een deel van het Westerkwartier — daartoe in de 13de eeuw behoorde.