
Bovorsoord, 2 pold. in de Z.-Holl. gem. ’s Gravendeel, tusschen
1632 en 1650 bedijkt, de eerste 41, de tweede nagenoeg 80 bund. groot.
Bevert (de), beekje in de Overijsselsche gem. den Ham, een sprankje
van de Hammerbeek.
B ev e r v o o rd e , voorm. havezathe in de Geld. gem. Borculo.
Beverweerd, prächtige ridderhofstede in de Utr. gem. Werkhoven.
Waarschijnlijk stond hier reeds in de eerste eeuwen onzer jaartelling een
Romeinsche bürg. Onder de bezitters telt men verscheidene leden van
het Huis Nassau-Oranje. In 1835 is het op last van Hendrik Jacob Ca-
rel J a n Baron van Heeckeren prächtig herbouwd.
B e v e rw e e rd soh e -p o ld e r , pold. in de U tr. gem. Werkhoven, 600 bund.
Beveiweurde, of Bevörvoordö, voorm. havezathe in de Overijss.
gem. Weerselo. Roelof van Beverweurde, die dit kasteel in het midden
der I5de eeuw bewoonde, stond bij Bisschop David van Bourgondie in
boog aanzien. Hij ontving van dezen Kerkvoogd het kasteleinschap van
Bage, het rentmeesterschap van Twenthe, het kasteleinschap van Blankenberg,
en in 1460 den hove van Oldenzaal, de Bisschopshof geheeten.
Beverwijk, tweede kanton van het arr. Haarlem, bevattende de 8
gem. Beverwijk, Yelzen, Castricum, Uitgeest, Wijk-aan-Zee-en-Duin,
Heemskerk, Krommenie, Assendelft.
B e v e rw ijk , dek. van het bisdom Haarlem, bevattende de 11 gem.
Akersloot, Assendelft, Beverwijk, Castricum, Krommenie, Heemskerk,
Bimmen, Uitgeest, Yelzen, Wijk-aan-Zee, Wormerveer.
B e v e rw ijk , gem. in N.-Holland, naar het westen en noorden bepaald
door de gem. Wijk-aan-Zee-en-Duin, in het oosten door het Wijkermeer
en in het zuiden door Velzen, heeft, ofschoon weinig meer dan 200 bund.
groot, in de westhelft een zandigen, in de oosthelft een kleiachtigen bo-
dem, waarin vruchtboomen, groenten en bloemen voortreffelijk tieren.
In 1822 had deze gem. 1826, in 1840 2255 en in 1870 3081 inw. Bij
de volkstelling van 1860 onderscheidde men hen in 880 Ned.-Herv., 1
Waalsch-Herv., 2 Rem., 5 Chr.-Afg., 32 Doopsgez», 106 Ev.-Luth., 1561
R.-Kath., 96 Ned.-Isr., 1 Port.-Isr. en 4 ongenoemden.
De gem. bevat de opene stad Beverwijk met haar naasten omtrek.
Deze stad is eene zeer onde plaats. Het goed Adrichem aldaar werd
door Karel Martel aan Willebrord geschonken. In de nabuurschap daarvan
ontstond de st.-Agathakerk, die ten gevolge van pelgrimaadjes derwaarts,
aan het daarbij ontstane dorp den naam van Beverwijk (BeSvaartswijk)
mededeelde. In 1298 bezat Beverwijk reeds stedelijke rechten, en in
1847 was het zoo aanzienlijk, dat het Amsterdam plechtig beloofde, „hare
helpers te wesen in den twiste die zi hadde thegens die van Deventer.”
In 1519 is Beverwijk door Dange Pier, in 1572 en 1573 door de Spanjaar-
den nitgeplnnderd. In 1799 was er het hoofdkw. van den (Jener. Brune.
Beverwijk is fraai gebonwd. De hoofdstraat, die den naam van Breestraat
voert, is 612 el lang, sierlijk met geboomte beplant en kan met
de hoofdstraten van veel grootere steden in schoonheid wedijveren.
Het in 1775 vernieuwde Baadhuis is onlangs door een geheel nieuw
vervangen. De Herv. kerk is door eenige gedenkteekenen versierd, waar-
onder de tombe van het geslacht Haringcarspel Decker uitmunt. Ook
heeft zij een sierlijken toren van 62 el hoogte. D e Doopsgezinde kerk is
in 1765, de Luthersche in 1769 en de R.-Kath. in 1840 gesticht. De
Isr. bijkerk Staat ten oosten der Breestraat.
De haven, welke de Pijp wordt genoemd, was tot op de doorgraving
van Holland-op-zijn-Smalst erg verzand. Sedert echter is zij uitgediept en
vormt nu het noordwestelijke niteinde der spranken, die uit het Am-
sterdamsch Noordzeekanaal worden afgeleid. Sedert 1 Mei 1867 is Beverwijk
in het Nederlandsche spoorwegnet opgenomen.
Land- en tninbouw maken het hoofdbedrijf der ingezetenen nit. Ove-
rigens zijn er enkele kleine fabrieken.
B ew e s ten -B lij, wester deel van den Zeeuwschen pold. Beoosten-en-
Bewesten-Blij.
B ew e sten -E ed e -b en o o rd en -P ie te r sd ijk , pold. in de Zeeuwsche
gemeenten Heille en Aardenburg, bedijkt in 1650, groot 955 bund.
Bewe sten-Eede -be zuiden-Pie te r sdijk,po ld„ deels in de Zeeuwsche
gemeenten Aardenburg, Heille en Bede, deels in België, bedijkt in 1650,
groot voor het Ned. gedeelte 955 bund.
B ew e s ten -H e in o om sv a a r t, pold. in de Utr. gem. Wilnis, groot
169 bund.
Bewe sten-he t-Kle ine -B,o ode -Zand, kleine pold. in de Z.-Holl.
gem. Hendrik-Ido-Ambacht.
B ewe sten -te r -H o fsted e -p o ld e r , pold. in de Zeeuwsche gem. Retranchement,
bedijkt in 1541, groot 33 bund.
Bey (de), klein geh. bij het Rriesche d. Augsbuur (Kollumerland c. a.).
B e z e le rb e ek , beekje in de Overijsselsche gemeenten Losser en
Weerselo, een sprank der Bornsche-beek.
B e zwo r en-Ke r f, westelijk deel van den Grooten-Uithoornschen polder,
t. w. het gedeelte onder Aalsmeer.
B ie lh e im e rb e ek , sprank van de Aaltensche-beek, die beneden ter
Borgh in den Ouden-IJssel valt.
Bien in g en , of G r e v e lin g en , stroom tusschen het Z.-Holl., eiland
Goedereede-en-Overflakkee en het Zeeuwsche eiland Schouwen. Het ont-
vangt water uit het ivrammcr en ontlast zieh door het Brouwershaven-
sche-Gat in de Noordzee.
B ie r en (de), geh. bij het F ri esche d. Burgwerd (Wonseradeel).
Bie rkade , buurt van het N.-Holl. steedje Schagen.
Bierlap, diiinvallei in de Z -Holl. gem. Wassenaar.