
bevat te hebben. Toen de Dollard zieh had gevormd, is van het door
dien boezem gesplitste Reiderland het ged. dat thans tot Nederl, behoort,
bij het Oldambt gevoegd. Het voornaamste dorp van Reiderland, Reider-
wolde, is in 1277 door overstrooming te gronde gegaan.
B e id e rw o ld e rp o ld e r , pold. van 1120 bund. in de Gron. gemeenten
Finstorwolde en Nieuwolda, van 1861 tot 1863 ingedijkt.
Beidland, geh. in de Gron. gem. Bedum, in 1840 met 72 inw.
B e ig e r sb e r g s ch e -p o ld e r , pold. in Zeel., van 1564 bund., in 1773
ingedijkt, deels in de gem. Rilland-en-Mairc, deels in Rort-Bath-en-Bath.
K e ig e r s b o s c l i , voorm. domein dor Heeren van Amstel in Amstelland,
döeh na den val van het Huis van Amstel aan Holland gekomen. Het
wordt tot 1378 vermeld.
B e ig e r sb o s eb , voorm. fort in de Zeeuwsche gem. Axel, in 1586
aangelegd en in 1747 gesiecht.
B e ig e r sh o fte , geh. in de Overijsselsche gem. Almelo (ambt).
Beijerscop-Creuningen, pold. en voorm. heerl. in de ü tr . gem.
Vcldhuizen, 289 bund. groot.
B e ije r scop -In d ijk , pold. van ruim 199 bund. in de Utr. gem.
Harmelen.
B o ije r S C O p -L i c h te n b erg, pold. van 324 bund. in de Utr. gem.
Veldhuizen.
B e ije r sc o p -st.-P ie te r , of B e ije r scop -M ie r lo , pold. en voorm.
heerl. in de Utr. gem. Veldhuizen, 100 bund. groot.
B e ije r sk o o p , polderl. in de Z.-Holl. gem. Leerbroek, 1137 bund.
groot.
B e ije r sk o op , pold. van 119 band, in de Z.-Holl. gem. Boskoop.
B e ije r so o rd , voorm. heerl. in de Geld. gem. Buurmalsen, 51 bund.
groot. Het oudc huis Reijersoord, ook Reijersvoort genoemd, is reeds
voor lang afgebroken.
B e im e r sw a a l, of B om e r sw a a l, voorm. stad op het Zeeuwsche
eil. Zuid-Beveland, doch ofschoon van hoogen ouderdom, niet voor
1230 in overgebleven gedenkschriften vermeld. Zij werd de zetel van
het kerkelijk-opperhoofd van Zuid-Beveland en de derde stad in rang
van geheel Zeeland. Graaf Albrecht van Beijeren liet haar in 1374
omwallen. Men vond er eene aanzienlijke parochiekerk en twee kloosters.
In 1520 werd de stad door een hevigen brand geteisterd en den
5 Nov. 1530 van het omringende land door eene overstrooming afgerukt.
Den 14 Januari en den 15 Rebruari 1551 werd de stad met het weinige
polderland, dat ruim twintig jaren te voren was gered, door vloeden be-
loopen, die het water tot 12 voet hoog in de kerk opvoerden. De ramp
werd zooveel mogelijk gelenigd, doch den 2 en 3 November 1555 werd
Reimerswaal andermaal onder water gezet, sedert welken tijd van het omringende
land niets overbleef, zoodat de stad voortaan alleen door h aar ringmuur
beschermd moest worden. Door den vloed van den 11 en 12 Januari 1557 werd
deze muur verbrijzeld, met de poorten, het stadhuis, kerken, kloosters,
zoutkeeten en andere gebouwen. Den 31 Augustus 1558 woedde andermaal
een hevige brand. Den 15 Rebruari 1561 en den 30 September 1563 leed
de bevolking op nieuw groote schade door watervloeden, en toen in 1573
de Staatsche krijgslieden de stad, na een kort beleg innamen, oordeelden
zij de plaats zoo onhoudbaar en van zoo weinig gewicht meer, dat zij er
den brand in staken. Geheel ontmanteld en voor een goed deel ontvolkt,
was de magistraat onmachtig om langer afgevaardigden ter staatsvergade-
ring te zenden. Weinig meer dan eenige visschers waren er overgebleven,
van welken nog de meesten in 1631 vertrokken, toen het poldertje dat
deze huizen omvatte, tot eene bewaarplaats van Spaansche krijgsgevan-
genen werd bestemd. Eindelijk, in 1634, zijn op last der Algemeene
Staten de straatsteenen van Reimerswaal bij openbare veiling verkocht,
als wanneer dit plaveisel nog ruim 1081 gülden opbracht. Die som was
echter te weinig om de schuldeischers der stad te voldoen. De laatste
inw. waren meest naar Tholen verhuisd.
Beit, of Bijt, wijk der N.-Brab. stad Tilburg.
Beitdiep, benedenpand van de rivier de Hunse, namelijk het ged.
tusschen de stad Groningen en Zoutkamp. Het wordt thans (1876) door
een dijk en sluis van de Lauwerzee afgescheiden.
B e it s e r n a , voorm. bürg in de Gron. gem. Grijpskerk, waarschijnlijk
op het eind der 17de eeuw afgebroken.
Beitsum, d. met eene Herv. kerk in de Rriesche'gem. Rerwerderadeel.
Het telde in 1811 59, in 1840 88, in 1875 94 inw. Oudtijds lag er de
state Stania.
Bekerwad, Bekere, of Bichara, oude stroom in N.-Holl., op de
grenzen van Kennemerland en West-Rriesland. Mogelijk was dit water
een meer, welligt had het een zelfden loop als de latere Schagervaart van
Alkmaar naar de Zijpe, thans een deel van het N.-Holl. kanaal. Velen
meenen, dat de Rekere tusschen Camp en Petten in zee viel, ter plaatse
van het kostbare dijkwerk der Hondsbossche.
Bekerpolder, of Beekerpolder, polderland längs het N.-Holl.
kanaal in de N.-Holl. gem. Bergen, verdeeld in den Mangel- en Noorder-
Rekerpolder, Midden-Rekerpolder en Zuider-Rekerpolder.
Bekken, d. met eene Herv. kerk in de Geld. gem. Eibergen, aan de
Berkel. De kom is zeer beperkt, doch met den naasten omtrek, tot aan
de Pruiss. grens bij Oldenkotte telde men er in 1840 894, in 1872
932 inw.
Bekhem, of Bekkurn, fraai landgoed in de Geld. gem. Ambt
Doetinchem, aan de Bielheimerbeek, ter plaatse waar voor de Herv. het
vermaarde klooster Betlehem of Bielhem en in de 18de eeuw eene ijzer-
gieterij heeft gestaan. Die ijzergieterij is in 1800 naar Keppel verplaatst,