
Bierhaven, de Schiekade en de Delftsche-Vaart staan schoone gebouwen,
terwijl als de fraaiste straten inzonderbeid de Westerstraat, de Hoog-
straat, de Westewagenstraat, de Oppert, de Korte-Hoogstraat en de
Kruiskade genoemd moeten worden. Eene aangename afwisseling van lan-
delijk schoon met bevallige stadsgezicbten leveren bet Nieuwe-park en de
Wester-Singel op, terwijl onder de Pleinen inzonderheid de Groote-Markt,
het' Groote Kerkplein, de Nieuwe-Markt, de Kaasmarkt, het Beursplein,
het Van Hogendorpsplein en het Weenaplein in aanmerking komen.
Openbare wandelplaatsen zijn, behalve de sehoone en reeds genoemde
kaden en andere plaatsen, de Plantaadje en h et Park. Het laatste ligt echter
buiten de gem. Rotterdam, op Delfshavenschen grond. Ook in het nabij-
gelegen deel van Krälingen vindt men een welbeplant openbaar terrein:
de Nieuwe Plantage.
Een metalen standbeeid op de Groote Markt stelt Erasmus voor. Een
ander metalen beeid op ’t Hogendorpsplein herinnert aan den staatsman
Gijsbert Karel van Hogendorp. Een marmeren standbeeid in het Park
stelt den dichter Hendrik Tollens Cz. voor, allen geboren Rotterdammers.
Op de Nieuwmarkt is eene sierlijke fontein, ter herinnering aan de schoone
viering van het herstel van Neerland’s onafhankelijkheid in 1813, ten
jare 1863.
Talrijke bruggen vereenigen de onderscheidene stadsdeelen. Onder deze
munten verscheidenen uit, die in den jongsten tijd zijn gebouwd, inzonderheid
de Koningsbrug over de Oudehaven, de bruggen op Eijenoord en het
meest van allen de spoorwegbrug over de Maas, met welks bouw in
1870 is aangevangen. Eene brug voor rijtuigen en voetgangers zal mede
over de Maas naar Fijenoord gebouwd worden.
. Tot de schoonste gebonwen van Rotterdam behooren : het Museum-
Boymans, het Stadhuis, de Beurs en de Delftsche poort. Het Museum-
Boymans, eene verzamelplaats van belangrijke kunstschatten, is gesticht als
Gemeenelandshuis van Schieland en werd in 1662 en 1663 voltooid. In 1863
werd het door een zwaren brand geschonden, doch is sedert sierlijker her-
bouwd. Het Stadhuis, meermalen van gedaante veranderd, verkreeg zijn
tegenwoordig aanzien van 1823 tot 1827. De tegenwoordige Beurs dagtee-
kent van 1722, de tegenwoordige Delftsche poort van 1766.
Tot de gebouwen, die verder door schoonheid of belangrijkheid uit-
munten, behooren (behalve vele kerken, liefdadige gestichten en sociteits-
gebonwen) het Stationsgebouw van den Hollandschen-Spoorweg (ontworpen
door Cornells Outshoorn), het Gerechtshof of Tribunaal, het nieuwe P o sten
Telegraafkantoor, het Zeemansbuis (gesticht van 1855), ’s Rijks-Entre-
pot, het Zeekantoor, het Tucht- en Werkhuis, de Korenbeurs en de
beide Stations van den Staatsspoorweg.
Rotterdam heeft 5 Herv. en 3 Chr.-Geref. kerken, benevens eene W aal-
sche Herv., één Luth., één Rem., één Eng.-Presb., één Schotsche, één
Doopsgez. en één Duitsche Ev. kerk. Voorts zijn er 6 R.-Kath. kerken
en eene R.-Kath. kapel, 2 kerken der R.-Kath. van de oude Clerezy
en eene Synagoge.
Van de Herv. kerken is de merkwaardigste de Groote- of Laurenskerk,
die omstreeks 1412 werd gesticht. Zij prijkt met een 62 el hoogen, zeer
breeden toren, zonder spits. Ook bezit zij een prächtig en voortreffelijk
orgel, benevens de praalgraven der zeehelden Lambert Hendriksz. (ook
Mooi Lambert genoemd), Egbert Meeuwesz Kortenaar, Witte Cornelisz.
de With, Johan de Liefde, Johan van Brakei, Aart en J a n van Nes
en Cornelis Matelief (de Jonge). De Zuiderkerk is in 1845 tot 1849 in
gothischen stijl verbouwd. De mede zeer fraaie Westerkerk is van nog
later dagteekening.
Onder de overige Protestantsche kerken munt door schoonen bouwstijl
de Luthersche kerk uit, die van 1733 to t 1736 werd opgetrokken.
De R.-Kath. kerken zijn die van st.-Rosalia, st.-Antonius, st.-Donatus,
st.-Laurentius, Salvator en st.-Maria onbevlekte ontvangenis. Tot de
laatste behoort eene kapel aan de Eendrachtslaan.
Rotterdam bezit eene schoone Diergaarde, die door eene vereeniging
ten jare 1856 is aangevangen, en waar, op eene uitgestrektheid van ruim 5 bunders,
prächtige dreven, vijvers, een hooge rotsbouw en sierlijke stallen voor
grootere en kleinere dieren den bezoekers een heerlijken blik in het boek der
schepping laten werpen. Eene andere vereeniging heeft het „Yachtclub-
gebouw” gesticht, dat naar de ontwerpen van den bouwmeester Godefroi
opgetrokken, in zijn ten jare 1874 opgericht Maritiem Museum eene
merkwaardige verzameling van scheepsmodellen bevat. Het Genootschap der
proefondervindingrijke wijsbegeerte bezit eene schoone verzameling van
instrumenten, boeken, schilderijen en naturaliën. Het Schilderkundig
Genootschap heeft o. a. eene collectie antieken bijeengebracht. Ook het Lees-
kabinet verdient de aandacht. In smaakvollen stijl is het gebouw der
maatschappij tot Nut van ’t Algemeen opgetrokken.
Van de talrijke inrichtingen van onderwijs is het allereerst te vermelden
het Erasmiaansche gymnasium, de beide hoogere burgerscholen (waarvan
een met een vijfjarigen en een met een driejarigen cursus), de middelbare
school voor meisjes, de akademie van beeidende kunsten en technische
wetenschappen, de ambachtschool, de inrichting voor het onderwijs aan
doofstommen (opgericht in 1853), de zeevaartkundige school, de muziek-
school der Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst, de rijschool, enz.
Onder de gestichten, door liefdadige bemoei'ingen in het leven geroopen,
bekleedt het Ziekenhuis eene eerste plaats. Aan eene fraaie bouworde
paart het eene schoone inrichting, terwijl het door plantsoen wordt
omringd. Het is in 1846 gesticht. Daamevens boogt de stad op eene
werkinrichting voor hulpbehoevende blinden, een krankzinnigengesticht,
verscheidene arm- en weeshuizen, waaronder eenigen, wier uitgestrekte
gebouwen als trotsche. gestichten prijken. Rotterdam heeft ook eene
spaarbank, een wasch- en badinrichting, benevens vele andere nuttige
stichtingen.
Er zijn 2 schouwburgen, op den Coolsingel, talrijke plaatsen van uit-
spanning, verscheidene fraaie societeitsgebouwen, waaronder vooral die
van de Harmonie en Amicitia dienen vermeld te worden.
De bloei van Rotterdam berust op den uitgestrekten handel, die inzonderheid
sterk op E ngeland en het Rijngebied, maar ook op Oost-Indië, de kusten