
Om me lande rw ijk, d. en veenkol. in de Gron. gem. Veendam. In
1653 aangevangen, was Ommelanderwijk tot eene buurtschap aangegroeid,
toen er in 1845 eene Herv. kerk werd gesticht. In den jongsten tijd
zijn plannen gevormd om Ommelanderwijk ook tot eene zelfst. burgerlijke
gem. te verheffen. Men telde er in 1870 830 inw.
Ommolsche-bosch, geh. in de N.-Brab. gem. Asten.
Ommen, kiesdistr. voor de samenstelling der Prov. Staten van Over-
ijssel. Het bevat de 7 gem.: Ommen (ambt), Ommen (stad), Nieuw-
Leuzen, Avereest, Hardenbergh (ambt), Hardenbergh (stad), Gramsbergen.
Ommen, tweede kant. van het Overijsselsche ambt Deventer. Het
bevat de 6 gem. : Ommen (stad), Ommen (ambt), den Ham, Gramsbergen,
Hardenbergh (stad), Hardenbergh (ambt).
Ommen, klasse der Chr.-Geref. Kerk in Overijssel, bevattende de 7
gem. : Dalfsen, Nieuw-Leuzen, den Ham, Heemse, Lutten-aan-de-Dedems-
vaart, Ommen, Vroomshoop.
Ommen, of S tad -O m m en , gem. in Overijssel, ingesloten door
Ommen (Ambt) en Avereest, zijnde de grenzen het laatst geregeld door
de wet van 11 Juli 1866. He gem. is groot 2074 bnnd. en bestaat längs de
Vecht nit klei, doch al het overige nit diluvisch zand en afgegraven hoog
veen. In 1822 had zij 847, in 1840 2576, in 1875 2673 inw., in laatstgen.
jaa r onderscheiden in : 1718 N.-Herv„ 4 W.-Herv., 321 Chr.-Geref., 27
Ev.-Luth., 6 Herst.-Luth., 5 Bem., 2 Doopsgez., 546 B.-Kath,, 1 Ond-B.
en 43 Ned.-Isr. Landbonw, eenige fabrieken, markten en winkelnering
maken de bronnen van bestaan uit. He gem. bevat de stad Ommen, de
rijkskolonie Ommerschans en de b. Oude-Haar.
Ommen, eene der kleine steden van Overijssel, ligt aan de noordzijde der
Vecht, waarover hier eene brng naar den linkeroever voert. Be plaats
was reeds in 1133 bekend en ontving van den Utrechtschen Bisschop
Otto van Holland in 1248 stadsrechten. Van de Vechtzijdo vertoont
het steedje zieh het voordeeligst; het telde in 1840 1048, in 1870 1242
inw. Voor deze is de drnkste dag des jaars de Ommer bissing, de jaar-
markt op den tweeden Hinsdag van Ju li, wanneer hier nit alle oorden van
Overijssel, Brenthe en Bentheim veel volk bijeenstroomt.
E r zijn 3 kerken: een voor de Herv., een voor de Chr.-Geref. en een
voor de B.-Kath. Voorts is er een stadhuis.
In 1330 werd Ommen door de heeren van Bechteren en Voorst in
brand gestoken. In 1379 leed het veel van Evert van Essen. In 1542 werd
het door den Gelderschen overste Budolf van Munster gebrandschat, in
1622 door de Spanjaarden bezet, en den 7 October 1665 door de Mün-
sterschen zonder moeite, in bezit genomen.
Ommen, of Ambt-Ommen, gem. in Overijssel, ingesloten door de
stad Ommen, Avereest, Hardenbergh (ambt), den Ham, Hellendoom,
Baalte, Halfsen en Nieuw-Leuzen. Zij wordt door de Vecht en door
de Begge doorsneden, bevat o .a . den Lemelerberg en beslaatruim 16,361
bnnd. Be grond is deels klei, deels diluvisch zand en laag veen. In
1822 toen den Ham daartoe nog behoorde, telde het ambt 3956 inw.
Sedert de afscheiding van het zuidoost. deel tot een kleiner omtrek gebracht,
telde ambt Ommen in 1840 2066, in 1875 3830 inw., in laatstgen. jaar
onderscheiden in : 2628 Ned.-Ilerv., 4 W.-Herv., 592 Chr.-Geref., 4 Ev.-
Luth., 3 Herst.-Luth., 2 Boopsgez., 1 Bem., 1 Angl, en 595 B.-Kath. Zij
bestaan meest van landbouw, veeteelt en veenderij. Be gem. bevat 2
kerkd.: Lemele en Vilsteren, benevens de b. Zeegze, Gietmen, Archem,
Bestmen, Eerde, Junne, Beerse, Arrien en Varsen.
Ommeren, d. met eene Herv. en eene Chr.-Geref. kerk, in de gem.
Lienden. Het telde met de geheele heerl. Ommeren, die 643 bund. beslaat
en o. a. door de hecren van Ommeren, Boesichem, Lijnden, enz.
is bezeten, in 1840 413, in 1872 532 inw.
Ommerschans, kol. in de Overijsselsche gem. Ommen (stad). In de
woeste streek tusschen de Beest en de Vecht, werd tijdens den tachtig-
jarigen oorlog eene schans aangelegd, ten einde het voortdringen der Spanjaarden
uit Twenthe naar Brenthe, Groningen en Eriesland te beletten.
Later werd zij vergroot en verbeterd, vooral door Coehoorn. In 1787
was de schans nog bezet, maar toen de ontginning door de Bedemsvaart
in het noorden van Salland een geheel anderen toestand voortbracht,
verloor zij haar belang. In 1824 aan de Maatschappij van Weldadigheid
afgestaan, vormde deze hier eene kolonie voor bedelaars en landloopers,
ter wier behoeve o. a. een uitgestrekt gesticht werd gebouwd. Sedert
den 15 September 1859 onder rijksbeheer gekomen, is dit gesticht,
ingevolge kon. besl. van den 22 September 1870, voor bedelaars en
landloopers uit het geheele rijk ingericht. In 1840 telde de Ommerschans
1457 inw., waaronder 1253 kolonisten. In 1870 bestond de bev. uit
1816 pers., t. w. 1342 mannen en 474 vrouwen. Behalve het groote
gebouw, vindt men er ook eene Herv. en eene B.-Kath. kerk.
Omoordspolder, voorm. polder in de Z.-Höll. gem. Hillegersberg,
doch door uitvening in een waterplas verkeerd. In onzen tijd is deze
pold. opgenomen in de nieuwe droogmakerij Prins-Alexanderpolder.
Ompteda, voorn. bürg in de Gron. gem. ’tZandt. Hierbij lag toen
eene sluis, de Omptedazijl, die echter haar belang verloor toen de gron-
den, waarvan zij het water afvoerde, in 1444 bij het Zijlvest der Brie-
Delfzijlen werden ingelijfd.
Omval, b. in de N.-Holl. gem. Alkmaar, in 1840 met 187, in 1870
met 258 inw.
Omval, geh. in de N.-Holl. gem. Ouder-Amstel, aan den Amstel en
Weespervaart. Men vindt er o. a. een cementmolen. Van 1784 tot
1808 was er eene porceleinfabriek, die in laatstgen. ja a r naar Nieuwer-
Amstel werd verplaatst.
Om v lo ed v an d en D in k e l, beek in het oosten van Twenthe, die
“ij Benekamp in den Dinkel valt.
Onder, noord. deel der b. Onder-en-End in de Limb. gem. Helden,
in 1870 met 134 inw.