
Ma a stricht, voorm. graarsch., dat in 910 onder het bestnur van
zekeren Albninus stond. Uit oorkonden van Keizer Otto in 985 en van
Keizer Hendrik in 1006 blijkt, dat dit graafschap, behalve het d. of vlek
Maastricht, ook een deel van het naburig platteland omvatte, ofschoon dit
van zeer kleine uitgestrektheid is geweest. Hit platteland beperkte zieh na-
melijk tot de dorpen Heer, Vlijtingen, Ellicht, Wilre, Montenaken, enz.
benevens eenige m inder rechtsgebieden, waaronder de Commer van st.-Servaas,
later Tweebergen genoemd. Door de gunst van Koning Lodewijk bekwam
de Luiksche bisschop in 908 het recht van toi en munt binnen Maastricht,
waardoor het graafschap werd gesplitst en de hoofdplaats, het
dorp of vlek Maastricht, tweeheerig werd, gelijk de stad eenwen lang
bleef, — behalve wat de nieuwe wijken in Tweebergen betrof — ook nadat
dg keizer de aan het Rijk verbleven rechten bij eene oorkonde van den 20
October 1204 aan Hertog Hendrik van Brabant en Lotharingen nit den
hnize van Leuven had opgedragen. Later kreeg het aan ’t kapittel van
st.-Servaas behoorende deel van dit graafschap den naam van Leemcnilen
of Vroenhoven.
Ma a stricht, rijkskiesdistrict voor het afvaardigen van Leden naar de
Staten-Generaal.. Het bevat volgens de wet van 6 Mei 1869 de 46
gem. : Maastricht, st.-Pieter, Oud-Vroenhoven, Meerssen, Berg-en-Terblijt,
Borgharen, Bunde, Geul, Houthem, Itteren, Ulestraten, Hulsberg, Val-
kenburg, Gronsfeld, Mesch, Rijckholt, st.-Geertruide, Eysden, Heer, Amby,
Bemelen, Cadier-en-Keer, Mheer, Gulpen, Oud-Valkenburg, Schin-op-Geulle,
Slenaken, Strucht, Wijlre', Margraten, Noorbeek, Wittern, Vaals, Simpelveld,
Bocholtz, Heerlen, Klimmen, Schaesberg, Voerendaal, Wijnandsrade,
Kerkrade, Rimburg, Eygelshoven, Nieuwenhagen, Ubach-over-Worms,
Beek, Schimmert. Het had in 1869 91,436 inw. en 2472 kiesge-
rechtigden.
M a a str icht, prov.-kiesdistr. in Limburg, bevattende alleen de gem.
Maastricht.
Ma a str icht, eerste arr. van het hertogdom Limburg. Een arr. van
dien naam heeft bestaan sedert de vorming van het Departement-der-Neder-
Maas, in 1795. In 1816 en 1817 werd een klein ged. van dit arr. aan
Pruissen en in 1840 het geheele westelijk deel aan België afgestaan. De
nieuwe verdeeling van 1841 splitste het arr. in 5 kant.: Maastricht,
Meerssen, Heerlen, Sittard, Gulpen.
Maastricht, eerste kant. Jvan het arr. Maastricht. Het bevat de
3 gem.: Maastricht, Oud-Vroenhoven, st.-Pieter.
Ma a str icht, kerkelijke ring der Hervormden in Limburg, bevattende
de 5 gem.: Maastricht, Beek-en-Geul, Eysden, Gulpen-en-Valkenburg,
Meerssen-en-Schimmert. E r zijn 5 kerken.
M a a str icht, dek. van ’t bisd. Roermond, bevattende de 5 par. : st.-
Servaas te Maastricht, st.-Maria te Maastricht, st.-Matthias te Maastricht,
Oud-Vroenhoven of Wilre en st.-Pieter. E r zijn drie openbare kapellen te
Maastricht in de par. van st.-Servaas, en een aan den Kanaaldijk in de
par. van st.-Pieter.
'Maastricht, gem. in Limburg, ingesloten door de gemeenten Oud-
Vroenhoven, st.-Pieter, Meerssen en Heer, ruim 415 bund, groot, bestaande
u it het gedeelte van het Maasdal, waar de hoofdstroom de Jeker opneemt.
Deze gem. bevat, behalve de stad Maastricht, niets anders dan al de
vroegere, onlangs gesloopte of nog te slopen vestingwerken. Daar deze
ruimte nogtans naar alle waarschijnlijkheid spoedig bebouwd zal zijn,
wordt de vergrooting der gem. noodzakelijk, waarover reeds sedert geruimen
tijd onderhandelingen tussehen de daarbij betrokken besturen worden
gevoerd.
Men berekende het getal inw. van Maastricht in 1745 op 12,000 of
13,000 en bij het begin dezer eeuw op 18,000. In 1822 beliep het 19,391,
bjj de telling van 16 Nov. 1829 24,444, in 1840 22,344, in 1850 25,483,
in 1860 27,122, in 1870 28,493. Het was den 1 Jan u a ri 1875 to t 28,650
toegenomen.
Den 1 Januari 1875 onderscheidde de bev. zieh in 26,298 R.-Kath., 1421
Ned.-Herv., 103 W.-Herv., 225 Ev.-Luth., 12 Herst.-Luth., 38 Anglik.,
20 Doopsgez., 19 Rem., 510 Isr. en 4 ongenoemden.
Door de Maas in tweeen gescheiden, ligt het grootste deel van Maastricht
op den linkeroever, terwijl het stadsdeel Wijk zieh op den rechter stroom-
oever uitbreidt. In 1840 had het westelijke Maastricht 19,176, Wijk
3168 bewoners.
Maastricht, vroeger een der sterkste vestingen van Europa, is in de
laatste jaren geheel ontmanteld. De stad is van hoogen ouderdom, daar de
Romeinsche heerweg van Bagacum (Bavay) naar Colonia-Agrippina (Keulen)
hier de Maas overschreed. Reeds vroeg moet bij dit trecht of overtocht
een bürg zijn aangelegd. Dat dit Trajectum-ad-Mosam allengs eene
belangrijke plaats werd, blijkt uit de overblijfselen van vroegere bouw-
werken, o. a. uit in het voorjaar van 1840 ontdekte Romeinsche
baden in de Groote-Stokstraat. In den ja re 384 bracht de Kerk-
voogd Servaas of st.-Servatius den bisschoppelijken zetel van Tongeren
naar Maastricht over, die er tot op de verheffing van Luik tot bisschops-
zetel (omstreeks 720) gevestigd bleef. Na eene verwoesting door de
Noormannen in 881 weder opgebouwd, is Maastricht in 1229 versterkten
in of omstreeks 1381 ten eersten male, in 1459 ten tweeden male uitgebreid.
De muur, die bij dezen laatsten uitleg werd aangelegd, bleef
eenwen lang do bebouwde kom van Maastricht besluiten. In den
oorlog met Spanje en vervolgens zijn echter de vestingwerken veel
uitgebreid, vooral na 1678, in 1701 en in 1816, in welk laatste ja a r het
fort Koning Willem werd aangevangen.
Maastricht heeft twee groote en eenige kleinere pleinen. De beide
eersten zijn in of nabij het middelpunt der stad gelegen en door hun
omtrek van schilderachtige schoonheid. De schoonste, de Vrijthof, strekt
tot wandel- en paradeplaats, terwijl de Groote Markt een der voornaamste
punten is voor het dagelijksch bedrijf. Van de kleinere open plaatsen is