
H o o l (de), geh. in de Drenthsche gem. Sleen, waarbjj men vroeger
de schans ter Hole vond.
H o o l (ter), of Terlxoole, b. in de Zeeuwsohe gem. Hontenisse, in
1840 met 186 inw.
H o o lstr a a t, wijk van het N.-Brab. d. Teteringen.
H o o n t e , b. in de Geld. gem. Neede, in 1840 met 301, in 1872
met 334 inw.
H o o rn , rijks-kiesdistrict voor het afvaardigen van leden naar de Staten-
Generaal. Volgens de wet van 6 Mei 1869, bevat het de 48 gem.:
Hoorn, Berkhout, Avenhorn, Enkhuizen, Urk, Grootebroek, Bovenkarspel,
Medemblik, Hoogcarspel, Wervershoof, Andijk, Blokker, Zwaag, West-
woud, Wijdenes, Schellinkhout, Venhuizen, Midwoud, Zijbecarspel,
Abbekerk, Twisk, Opperdoes, Beemster, Hoogwond, Spanbroek, Opmeer,
Wognum, Nibbixwoud, Obdam, Hensbroek, Oosthuizeu, Beets, Ondendijk,
Middelie, Kwadijk, Warder, Edam, Purmerende, Monnickendam, Marken,
Broek-in-Waterland, Ilpendam, Katwonde, Nieuwendam, Kansdorp, Rijp,
Graft, Ursem. Het telde in 1860 82,254 inw. en 3473 kiesgerechtigden.
H o o rn , prov. kiesdistrict van N.-Holl., bevattende de 13 gem.: Hoorn,
Berkhout, Wognum, Nibbixwoud, Zwaag, Blokker, Beets, Avenhorn, Ouden-
dijk, Wijdenes, Schellinkhont, Ursem, Oterleek.
H o o rn , derde arr. van N.-Holl., het eerst als arr. van het Departement
der Zuiderzee in 1811 opgericht. Tot 1838 was het verdeeld in de
k an to n s: Hoorn lste en 2de kanton, Edam, Enkhuizen, Grootebroek,
Medemblik, Monnickendam, Purmerende. Bij de invoering der rechterlijke
organisatie van 1838 heeft het eenigzins gewijzigde grenzen, vooral naar
de zijde van het Schermereiland, verkregen. Het is thans gesplitst in
5 kantons : Hoorn, Enkhuizen, Medemblik, Purmerende, Edam.
H o o rn , eerste kanton van het arr. Hoorn, bevattende de 12 gem. :
Avenhorn, Beets, Berkhont, Blokker, Hoorn, Oudendijk, Schellinkhout,
Hoorn, Westwoud, Wognum, Wijdenes, Zwaag.
Ho o rn, klasse der Herv. Kerk in N.-Holl. Zij is verdeeld in 4 ringen,
en heeft 36 gem. met 40 predikanten.
Ho o rn, kerkelijke ring der klasse Hoorn, bevattende de 8 gem.: Berkhout,
Grosthnizen-en-Avenhorn, Hoorn, Ooster-en Wester-Blokher, Scharwoude,
Schellinkhout, Wijdenes-en-Oosterleek, Zwaag.
H o om , dek. van het bisdom Haarlem, bevattende de 10 par. : Bovenkarspel,
Enkhuizen, Grootebroek, Hoorn, Lutjebroek, Ooster-Blokker,
Venhuizen, Wester-Blokker, Westweude, Zwaagdijk.
Ho o rn, gem. in "NiHoll., in het westen bepaald door Berkhout, in
het noordwesten door Wognum, in het noordoosten door Zwaag, in het
oosten door Blokker, en in het zuiden door het deel der Zuiderzee, dat het
Hoornsche-Hop wordt genoemd, hebbende eene oppervlakte van 677
bund. De grond bestaat uit zeeklei.
Hoorn telde in 1796 9551, in 1811 8193, in 1830 7418, in 1840
8668, in 1850 8999, in 1860 9247, in 1874 9587 inw. Bij de volkstelling
voor 1870 onderscheidde men e r : 5112 Ned. Herv., 12 W. Herv., 335
Herst. Luth., 161 Ev. Luth., 265 Doopsgez., 129 Bem., 5 Chr. Geref.,
2954 E.-Kath., 10 Oud.-E. 384 Ned.-Isr., 2 Port.-Isr. en 12 ongenoemden.
De gem. bevat de stad Hoorn benevens haar ban, Dampten medege-
rekend. In 1840 telde men binnen de stad 8177, in 1870 8780 (of met
de schepelingen 8906) inwoners.
Hoorn iS ouder dan de Hoornsche geschiedschrijvers tot op ouden tijd
gesteld hebben. Het gewone verhaal luidde, dat de bouw van drie huizen
te dezer plaatse in den jare 1316 het begin van Hoorn is geweest. Hoorn
Staat evenwel reeds in eene baljuwrekening, te Medemblik gehouden, ten
jare 1311 vermeld, en in 1356 stelde Graaf Willem V de mogelijkheid,
dat Hoornsche handvesten door ouderdom konden zijn vergaan. E r is
aanleiding om te geloven, dat Hoorn oorspronkelijk een uithoek van
een in 1319 vermelde plaats Zudendorp is geweest.
Latere historische herinneringen zijn : het breien van het eerste groote
net voor de haringvisscherij, in 1416; de bewailing der stad en de strijd
tegen de Kennemers, aanhangers van Vrouw Jakoba, in 1426; de scheeps-
strijd tegen de Oosterlingen, in 1441; het hevig oproer over de schat-
tingen, in 1447 ; de plechtige ontvangst van Graaf Karel van Charolais,
in 1464; het oproer wegens den bieraccijns in 1471; de strijd der Kabel*
jauwschen en Hcekschen, aangewakkerd door J a n Banjaard en Maarten
Yelaar, van 1477 tot 1482; het kaas- en broodspel, in 1491; de over-
strooming op 30 September 1514; de pogingen van Groote P ie r om zieh
van Hoorn meester te maken, in 1518; de komst van Hendrik van Brederode,
in 1566 ; de strooperijen der manschappen van Brederode, in Hoorn's
omstreken, ten jare 1567; de bezetting der stad door Spanjaarden, den
24 September 1569; het overgaan van Hoorn aan de Staatsche zijde den
19 Ju n i 1572 ; de slag op de Zuiderzee, den 11 October 1573; de oneenigheden
tusschen den Hoornschen magistraat en Sonoy, in 1575 ; het ontslag van
den Graaf van Bossu, in 1576; de komst van Prin s Maurits te Hoorn,
in 1588 en in October 1618; de plundering der woning van Reinier
Langewagen, in 1672; het spriDgen van een kruidmolen, den 1 Pebruari
1703; de oprichting der Compagnie van navigatie en qommercie, in
1720; de verandering der regering, den 23 April 1748; de watervloed van
14 November 1775; de botsingen tusschen Patriotten en Prinsgezinden, in
1787; het verplaatsen der zeemagazijnen naar Medemblik, ten gevqlge der
omwenteling van 1795; de overrompeling van Hoorn door den Engelschen
Generaal Abercromby, den 17 September 1799 ; de eilende der Eransche
overheersching, ten gevolge waarvan te IJoorn alleen in 1811 200 huizen
gesloopt werden; de brand in de Groote kerk, den 3 Augustus 1838.
Hoorn toont nog in zijne grachten, straten, havens en gebouwen den
vroegeren rijkdom en ruimen aanleg. Vele gevels prijken met bevallig
beeidwerk of herinneren in gedichten en rijmen aan den stichter. Een
gedenksteen doet de ouderliefde van den Westzaner jongeling Lambert
Melisz. herdenken. Er zijn ook fraaie wandelwegen.