
Franeker, klasse der Chr.-Geref. kerk in Friesland, bevattende de 5
gem.: Arum, Franeker, Harlingen, Minnertsga, Sexbiernm.
Franeker, gem. in F r i e s l a n d , palende in h e t n o o rdw e s teD aan Bar-
radeel, in h e t noorden aan Franekeradeel, in h e t znidoosten aan Hennaar-
deradeel, in h e t zniden en w e s te n nogmaals aan Franekeradeel.
Zij heeft eene oppervlakte van 1723J bund., hevat de stad Franeker
en den zoogenaamden Klokslag van Franeker, en heeft een met zand
vermengden kleibodem.
Franeker telde in 1714 3368, in 1748 3671, in 1796 3891, in 1811
3841, in 1815 3898, in 1822 4310, in 1833 4656, in 1840 5241, in 1850
5320, in 1860 5929, in 1873 6388 inw., zijnde de bevolking in laatstge-
üoomd jaa r onderscheiden in 4359 Ned.-Herv., 1 Waalsch-Herv., 548
Chr.-Geref., 175 Doopsgez., 36 Baptisten, 17 Ev.-Luth., 2 Herst.-Luth.,
1 Rem., 1 Lid der Vrije Ev. gemeente, 1204 R.-Kath ., 27 Israelieten
en 17 ongenoemden.
De bevolking der stad beliep in 1840 3968, die der voorsteden 569 en
die van ’t platteland in den Klokslag 636. In 1860 waren binnen de stad
4212, in de voorsteden (Oostvliet, Westvliet en Kaatsbaan) 782, in dever-
strooide gehuchten 752 en op schepen binnen deze gem. 183 bew.
De stad Franeker ligt aan de trekvaart, die Leeuwarden met Harlingen
verbindt, 3 uren van eerstgenoemde en kleine 2 uren van laatstgenoemde
stad, in een vruchtbaar, veerijk oord. Zij is ruim 30 bund. groot en
bezat reeds in 1191 stedelijke rechten. Haar bloei nam aanmerkelijk toe
door het bedijken van het vruchtbare Bildt, waarvan zij 200 morgen van
den Saksischen Hertog ten geschenke ontving.
Historische herinneringen zijn wijders het veroveren der stad Harlingen
op de Groningers in 1496; het beleg der stad door de Friezen, toen zij
tegen Hendrik van Saksen opstonden, van Mei—Juli 1500; de schenkingen
van Hertog Albrecht in 1501; het binnenlaten der prinselijke troepen
onder den Graaf van Schauenburg in 1572; het onheil Graaf Johan Manrits
van Nassau den 6 Januari 1665 overkomen; de burgergeschillen van 1786,
die o. a. ten gevolge hadden, dat op last der Friesche Staten de deuren der
poorthuizen en de sluitboomen der stads grachten werden weggenomen.
Franeker heeft eenige fraaie openbare gebouwen, waaronder het in
1591 gebouwde Stadhuis met zijn toren uitmunt. Opmerking verdienen
verder het gemeentehuis van Franekeradeel en het huis, waar Eise Eisinga
van 1773 tot 1780 zijn beroemd planetarium vervaardigde, dat, door het
Rijk aangekocht, voor alle belangstellenden toegankelijk is. In overoude
tijden woonden te Franeker vele edelen. Het merkwaardigste gebouw,
door hen gesticht, was het slot Sjaardema, of Nieuw-Sjaardema, dat in
het midden der 15de eeuw aan de westzijde der stad gebouwd, tot in
het begin der 18de eeuw uit een breede gracht oprees.
De Herv. kerk, voor de Hervorming aan st.-Maarten gewijd, is een
gebouw van 88 meter lengte, met een toren van 63 meter hoogte. De
overige kerken bestaan uit een Doopsg. kerk, eene Chr.-Geref. kerk, eene
kerk der Baptisten en eene fraaie R.-Kath. kerk.
Van de l i e f d e g e s t i c h t e n v e r d i e n e n h e t P r o v . K r a n k z in n i g e n g e s t i c h t , h e t
Blaauw- of K l a a r k a m p s t e r -w e e s h u i s , h e t Z w a r t e -w e e s h u i s e n h e t W e s t e r -
h u i s - v r o u w e n - g a s th u i s v o o r a l o p m e r k in g .
Van 1585 tot 1811 bezat Franeker eene hoogeschool, die de kweek-
school van vele beroemde mannen is geweest. In 1815 werd in de plaats
daarvan een atheneum opgericht, dat echter in 1843 werd opgeheven.
Thans is de voornaamste inrichting van onderwijs de latijnsche school.
De ingezetenen van Franeker vinden hun bestaan in landbouw en
veefokkerij, in handel en eenige fabrieken, waaronder de olieslagerij,
nevens de steen- en pannenbakkerijen de belangrijksten uitmaken. Voorts
heeft men er een gasfabriek, een fabriek van grof aardewerk, 4 goud-
en zilversmederijen, 3 houtzaagmolens, 5 meubelmakerijen, eenige koren-,
pel- en mosterdmolens, enz. Sedert 14 October 1863 is Franeker aan het
spoorwegnet verbonden. Het Station is aan de zuid-oostzijde der stad.
Franekeradeel, gem. in Friesland, die door de gem. Franeker in
twee van elkander gescheiden stukken is gesmaldeeld. Het noord-oostelijk
deel ligt tusschen Franeker, Barradeei, Menaldumadeel en Hennaardera-
deel, het zuid-westerdeel tusschen Franeker, Hennaarderadeel en Wonseradeel.
Beide stukken zijn te zamen 5918 bund. groot en hebben een
deels zwaren, deels gemengden kleibodem. De zwaarste gronden zijn in
de omstreken van Midlum, Achlum en Tjum. Vöo'r 1500 vormde de
gem., doch toen onder den naam van grietenij, een aaneenverbonden
geheel. Sedert echter gingen de Franeker Uitburen aan Franeker over,
waarschijnlijk om de voorrechten te genieten, die de Hertog van Saksen
aan de Franekers had geschonken.
In 1744 had deze gem. (toen grietenij). 2212, in 1748 2210, in 1811
(toen zij de mairien Tjum en een deel der mairie Almenum vormde)
2571, in 1822 2941, in 1840 3366, in 1860 4201, in 1873 5011 inwoners.
Men berekende in laatstgen. ja a r de bev. op 4268 Ned.-Herv., 312
Chr.-Geref., 91 Doopsgez., 7 Baptisten en 333 R.-Katholieken.
De veefokkerij en de landbouw zijn de hoofdbedrijven der ingezetenen.
Men heeft er echter ook 3 kalkbranderijen, 1 cichoreifabriek en eenige
smederijen.
Franekeradeel bevat 11 dorpen, t. w. Tjum, Hitsum, Achlum, Midlum,
Herbajum, Dongjum, Boer, Ried, Peins, Zweins en Schalsum. Voorts zijn
er 2 b u u rten : de Koningsbuurt onder Midlum en een deel der Kingmatille
onder Zweins. Gehuchten z ijn : Laquart, Tritsum, Miedum, Koum,
Holprijp, Barrum, Teetlum, Tolsum en de Kämpen (onder Tjum), W ester-
Hitsum en een ged. van Dojum (onder Hitsum), Sopsum, IJslumburen
en Geldterp (onder Achlum), Ludingakerk (onder Midlum) en üngabuurt
(deels onder Midlum, deels onder Herbajum).
E r zijn 8 Herv. gemeenten en 11 lagere scholen.
Franeker-trekvaart, vaart van Franeker naar Leeuwarden (Friesl.),
in 1507 onder het bestuur van den Saksischen Hertog George voor het
grootste gedeelte gegraven.
Franeker-Uitburen, een deel van het platteland onder de stad