
Goor, gem. in Overijssel, die, in het noorden met een enkel punt tot
de gem. Ambt-Delden reikende, overigens door de gem. Markelo is inge-
sloten. Zij beslaat 283 bund. en heeft een veelal zandigen grond. Alleen
längs de Regge, die de gem. van het noorden naar het zuiden doorsnijdt,
bestaat de grond nit beekklei.
De gem. bevat de stad Goor, benevens eenige verstrooide huizen. Zij
had in 1811 1009, in 1822 1098, in 1840 1627, in 1860 2030, in 1873
2296 inw. Deze waren in laatstgenoemd ja a r onderseheiden in 1683 Ned.-
Herv., 2 Waalsch-Herv., 7 Doopsgez., 4 E v .-L u th ., 3 Herst.-Lntb., 1
Ang l., 511 R.-Kath. en 85 Israelieten.
De opene stad Goor ligt aan de Regge, waardoor zij met kleine bin-
nenvaartnigen te bereiken is. Zij telde in 1860 1922, in 1870 1959 inw.,
die meerendeeis in het fabriekwezen (weverij, kunstbleekerij en ververij)
een bestaan vinden. Eenigen echter vinden hun voordeel in winkelnering
en landbouw. Stedelijke rechten ontving Goor in 1263 van Bisschop
Hendrik van Vianden.
Historische herinneringen z ijn : de oprichting van een vrijstoel door het
veemgerecht, in 1421; de verovering der stad door den Heer van Wisch,
in 1498; die door Hertog Karel van Gelder, in 1510; die door den Coe-
vorder Drost Roelof van Munster, in 1517; en die door den Graaf van
den Bergh, in 1572; het beleg door den Slaatschen overste JJsselstein,
en het ontzet door Maarten Schenk, in 1580; de verovering door Prins Mau-
rits, in 1597, de bezetting door de Münsterschen, in 1665 en 1672; de
oprichting der eerste calicotweverij door Thomas Ainsworth, in 1833.
E r zijn 3 k e rken: eene onde Hervormde kerk, met breeden toren; eene
in 1832 herbouwde R.-K. kerk en eene Synagoge.
Yoorts vindt men er een nienw stadhnis, een Station van den Staats-
spoorweg en op de begraafplaats een sierlijk grafteeken voor den ver-
dienstelijken Brit Ainsworth.
Goor (het), b. in de N.-Brab. gem. Mierlo, in 1840 met 150, in 1860
met 267 inw.
Gooregt (het), of Goregt (het), landstreek in de prov. Groningen,
ook wel Drentherwolde genoemd. Het kwam in de eerste helft der
I ld e eeuw aan het Bisdom Utrecht en werd ten jare 1283 met de
heerlijkheid Selwerd vereenigd. In 1392 pachtte de stad Groningen
dit gerecht van het Utrechtsche kapittel voor honderd jaren, doch Bisschop
Erederik van Blankenheim ontnam het haar in 1405. Groningen
kreeg echter Selwerd en het Gooregt in 1460 in bezit tegen eene koop-
som van 1600 Rijnsche guldens en 100 gülden jaarlijks.
In 1633 werden de vroeger woeste veenen van het Gooregt met die
van het Oldambt vereenigd tot den rechtstoel van Sappemeer.
Het Gooregt bevatte sedert Selwerd, Helpen, Haren, Noordlaren, Krops-
wolde, Westerbroek, Engelbert, Middelbert en Noorddijk.
Goorn, d. in de N.-Holl. gem. Berkhout, in 1840 met 98, in 1870
met 166 inw. Het heeft sedert 1635 eene R -K . kerk.
Goot (de), een der monden van de rivier de IJssel, tevens de grens-
loop vormende tusschen de gem. Kampen en Genemuiden (Overijssel).
Goote (de), voorm. Maasarm bij Brielle.
Goote (de), pold. in de Z.-Holl. gem. Nieuwenhoorn en Rockanje, in
1473 bedijkt en 737 bund. groot.
Gorinchem, Rijks-kiesdistrict voor het afvaardigen van L eden n aar de
Staten-Generaal. Het bevat volgens de wet van 6 Mei 1869, de 65 gemeen-
ten : Gorinchem, Sehelluinen, Arkel, Nieuwland, Kedichem, Giessen-Nieuw-
kerk, Giessendam, Hardinxveld, Ottoland, Peursum, Meerkerk, Noorde-
loos, Goudriaan, Ameide, Tienhoven, Hoornaar, Hoogblokland, Leerdam,
Asperen, Heukelom, Scboonrewoerd, Nieuwpoort, Langerak, Groot-Am-
mers, Leerbroek, Lexmond, Hei-en-Boeicop1, Vianen, Hagestein, Ever-
dingen, Schalkwijk, IJsselstein, Vreeswijk, Tull-en-’t-Waal, Jaarsveld,
Willige-Langerak, Polsbroek, Hoenkoop, Lopik, Bensehop, Haaften, Her-
wijnen, Vuren, Beest, Dussen c. a., Meeuwen c. a., Drongelen c. a.,
Capelle, Besoijen, Heesbeen c. a., Almkerk, c. a., Emmikhoven c. a.,
Werkendam, Woudrichem, de Werken-en-Sleeuwijk, Giessen, Rijswijk, Op-
en-Neer-Andel, Veen, Wijk-en-Aalburg, Heusden, Herpt, Hedikhuizen,
Oud-Heusden. Het had in 1869 87,900 inw. en 3102 kiesgerechtigden.
Gorinchem, prov. kiesdistrict in Z.-Holl., bevattende de 16 gemeen-
ten : Gorinchem, Arkel, Sehelluinen, Asperen, Heukelom, Hardinxveld, Leerdam,
Scboonrewoerd, Leerbroek, Nieuwland, Kedichem, Vianen, Hagestein,
Everdingen, Lexmond, Hei-en-Boeicop.
Gorinchem, vijfde arrondissement van Z.-Holl., het zuidoostelijk deel
van de prov. uitmakende.
Het is in 1811 gevormd uit een deel van het kwartier Dordrecht, zoo-
als dit onder Koning Lodewijk had bestaan, en werd toen gesplitst in 3
kantons: Gorinchem, Sliedrecht en Culemborg. Nadat in 1814 he t oos-
telijk deel van het kanton Culemborg daaraan was onttrokken, werd het
vergroot met Schoonhoven en omstreken en gesplitst in de 4 kantons:
Gorinchem, Sliedrecht, Vianen en Schoonhoven. Bij de rechterlijke ver-
deeling van 1838 werd het kanton Schoonhoven weder daaraan ontnomen,
zoodat het sedert de 3 kantons : Gorinchem, Sliedrecht en Vianen omvat.
Gorinchem, eerste kanton van het arr. Gorinchem, bevattende de
13 gemeenten: Ameide, Arkel, Giessen-Nieuwkerk, Gorinchem, Hardinxveld,
Hoogblokland, Hoornaar, Kedichem, Leerbroek, Meerkerk, Nieuwland,
Sehelluinen, Tienhoven.
Gorinchem, kerk. ring der klasse Dordrecht van de Herv. Kerk, be-
vattonde de 10 gemeenten : Arkel, Boven-Hardinxveld, Giessendam-en-
Neder-Hardinxveld , Giessen-Nieuwkerk, Giessen-Oudkerk-en-Peursum,
Gorinchem, Hoogblokland, Hoornaar en Sehelluinen. E r zijn 10 kerken
met 12 predikanten.