
B lijen b e ek , of B lien b e ek , buurt in de Limb. gem. Bergen, in 1860
met 83 inw. In dit geh. ligt, aan den grindweg van Afferden naar Goch, het
vermaarde kasteel Blijenbeek of Blienbeek, oorspronkelijk een Keulsch, en
sedert 1528 een Geldersch leen. Het was ten jare 1405 de eigendom
van Rutger van Alpen, van wien het toen in het bezit kwam van de Heeren
Schenk van Nydeggen. Het bleef a an deze Gnliksche familie, tot eene
erfdochter het in ’t begin der 16de eenw in het geslacht der van de
Lippe's overbracht. Eerlang echter ontstond een strijd over het bezit
tusschen de van der Lippe's en een anderen tak der Schenk’s. De vermaarde
Schenk van Nydeggen, toen krijgsoverste in Spaanschen dienst,
maakte er zieh in 1579 met geweld meester van. In 1580 werd het slot
door de Staatschen aangevallen, doch door de Spanjaarden voor Schenk
behonden. Toen die overste echter zelf de Staatsche partij had omhelsd,
zwichtte het den 25 Juni 1589 voor Marens van Rijen, Markies de Var-
rambon, Spaansch Stadhouder van Gelderland. In 1736 kwam het door erfrecht
aan het geslacht der van Hoensbroek’s.
B le isw ijk , gem. in Zuid-Holl., door Benthuizen, Moerkapelle, Zeven-
huizen, Bergschenhoek, Berkel en Zegwaard ingesloten. Yroeger was de
geheele oppervlakte laag vecn, doch de turfstof uitgebaggerd zijnde,
veranderde de bodem in veenplassen, terwijl van het land niets overbleef dan
eenige wegen met hunne naaste zoomen. In het begin der 18de eenw
werd een begin gemaakt om deze veenplassen in te dijken en droog
te malen, welk werk vooral tusschen 1772 en 1782 met kracht werd
voortgezet. Daardoor bestaan de tegenwoordige polders in Bleiswijk, t. w.
de Overbuurtschepolder, de Hoekeindschepolder, de Klappolder, de Hon-
derd-Veertig-Morgen, de Yoorhoefsche-polder, de Achterhoefsche-polder,
en de Achterste-polder, nu uit vruchtbare klei, die deels een aanzienlijken
veestapel voeden, deels koren, vlas en andere marktproducten leveren.
De gemeente is 2166 bund. groot. Zij telde in 1822 1131, in 1840 1472
en in 1870 1456 inw. Bij de volkstelling van 1840 waren deze onder-
scheiden in 1021 Herv., 10 Rem., 5 Christ.-Afg. (Christ.-Ger.), 1 Doops-
g e z., 7 Herst.-Lnth. en 341 R.-Kath. De gem. bevat het d. Bleiswijk,
en de buurt de Kruisweg. Reeds ten jare 1200 wordt zij vermeld als
eene heerlijkheid, die toen aan Jakob van Wassenaar toebehoorde. In
1582 kwam zij aan de stad Rotterdam, door wier toedoen vooral de
herschepping der veenplassen in akkers en weiden heeft plaats gebad.
Het d. Bleiswijk' telde binnen de bebonwde kom ten jare 1860 621
inw. Men vindt er een zeer fraaie Herv. en een R.-K kerk. Vroeger
vond men er ook een Rem. kerk. In 1469 werd Bleiswijk door Klips
van Brederode gebrandschat.
B le isw ijk sch e -M e r en , twee kleine meren ter helfte in de gem.
Bleiswijk, ter helfte in Zevenhnizen (Z.-Holl.), door de Rotte gevormd.
B le r ik , d. in de Limb. gem. Maasbree, met eene R.-Kath. kerk.
Het had in 1840 832, in 1860 857 inw. Het is van hoogen ouder-
dom, daar het den Romeinen, welke hier eene sterkte bezaten, onder den
naam van Bleriacum bekend was. ln de 18de eenw waren de herbergen
in dit dorp een doorn in het oog der Staatsche bevelhebbers van het
tegenoverliggende Venlo, omdat zieh daar vele Eruissische wervers ont-
hielden, die de Soldaten in Nederlandschen dienst maar al te vaak tot
overloopen overhaalden. In September 1830 is er een um vol gouden
en zilveren Romeinsche munten opgedolven. Tot de overige vondsten
van dien aard behoort ook dat van een fraai geëmailleerd vrou-
wenbeeldje met kunstige druiventrossen en wijngaardloof versierd.
B le sd ijk e , d. in de Eriesche gem. West-Stellinge erf, dat met de
onderhoorigheden, waaronder een deel der groote buurt de Blesse, in
1840 457, in 1860 609, in 1870 817 inw. had. E r is eene Herv. kerk,
met stompen toren. In 1413 werd Blesdijke door de benden van den
Utrechtschen Bisschop Erederik van Blankenheim in brand geschoten.
B le sk en sg ra a f, d. in de Z.-Holl. gem. Bleskensgraaf-en-Hofwegen.
Het ligt op beide zijden van den Graafstroom, waarover hier eene brug
voert. In 1860 had de kom van het d. 218 inw. Het eenige kerkgebouw
alhier is dat der Hervormden. Yoor 1855 was Bleskensgraaf eene afzon-
derlijke gemeente, die in 1822 476, en in 1840 632 inw. telde. Zij
was 1061 bund. groot.
Ble sk en sg ra a f-en -H o fw eg en , gem. in Z.-Holl, ingesloten door
Streefkerk, Brandwijk, Molenaarsgraaf, Wijngaarden, Oud-Alblas en Nieuw-
Lekkerland. Zij bestaat in hare tegenwoordige gedaante eerst sedert 1855,
daar Hofwegen voor dien tijd eene afzonderlijke gem. vormde. Zij
is 1251 bunders groot, hare oppervlakte meest veen. Alleen in het
uiterste noordoosten ligt klei. In 1870 had deze gem. 891 inw. Bij de
volkstelling in 1860 behoorden al de inw., toen 825, tot de Herv. Kerk.
Veeteelt is het voornaamste bedrijf der inge-zetenen. Ook wordt er hen-
nep gekweekt. Bleskensgraaf is een dorp, Hofwegen eene buurt.
Ble sse (de), buurt aan den straatweg van Moppel naar Heerenveen
en behoorende onder de Eriesche dorpen Peperga en Blesdijke. E r
worden 2 jaarmarkten gehouden. In 1840 woonden onder het behoor
van Peperga 69, onder dat van Blesdijke 64 menschen.
Ble sse (de), stroompje, dat van de Blessebuurt naar de Linde loopt.
Aan de Blessebrug viel in 1672 een merkwaardig gevecht voor tusschen
den Luitenant-Generaal Hans Willem van Aylva en een Eransch Markies.
Blessurn, fraai, in het geboomte gelegen d. in de Eriesche gem. Menal-
dumadeel. Tot 1824 waren hier 2 kerken, eene Herv. en eene Doops*
gezinde, waarvan nu nog alleen de eerstgenoemde overig is. In vorige
eeuwen vond men er de stins Wissema en de state Ringia. In 1840 had
het 169, in 1860 156, en in 1870 mede 156 inw.
B le y s t (de), geh. in de N.-Brab. gem. Deurne.
Blija, d. in de Priesche gem. Ferwerderadeel, teilende met de buurt
Vaardeburen en het geh. Tjesseburen in 1840 1040, in 1860 1071, in