
Chr.-Geref., 10 Luth., 26 B.-Kath. en 25 Isr. Zij bestaan meest van
landbouw, veeteelt en veenderij. Men vindt er bet d. Zuidlaren, benevens
de b. Zuidlaarderveen, de Groove en Midlaren, benevens het geh.
Flankensloot.
Het d. Zuidlaren, in 1811 met 633, in 1840 met 960, in 1870 met
1254 inw., is een der bevalligste dorpen van geheel Nederland. Prachtig
geboomte oversehaduwt de breede lanen, waar langs de huizen zijn
gebouwd. A an de mede fraai-beplante Brink ligt de Herv. kerk en de
havezathe Laarwoud, het stamhuis der Graven van der Heiden. Er
worden belangrijke markten gehouden, waarop zelfs buitenlanders komen
handel drijven. In 1803 heeft een zware brand te Zuidlaren gewoed.
Zuidlaren, station van den staatsspoorweg, in de Drenthsche gem.
Vries, aan de oostzijde van de b. Tinarloo, en op eenigen afstand van
net d. Zuidlaren. Hit station is voor het verkeer den 1 Mei 1870
geopend. Daar slechts eenige passen van dit station het best-bewaarde
hunebed van Drenthe ligt, vindt men hier een groot werk uit den tegen-
woordigen tijd naast een ander uit een onbekend verleden.
Zuidloo, b. in de Ov. gem. Bathmen, in 1840 met 286, in 1870
met 283 inw.
Zuidrnoerpolder, pold. van 104 bund, in de Zeeuwsche gem. Sta-
venisse. Deze polder is in 1598 bedijkt.
Zuidoordsehepolder, pold. van 144 bund, in de Z.-Holl. gem.
Zuidland.
Zuidoostfort (het), of Zuid.oostsch.ans, voorm. sterkte op Zuid-
Beveland, in het laatst der 16de eeuw, waarschijnlijk door de Span-
jaardeD, aangelegd op een schors. Sedert den Münsterschen vrede is zij
niet meer onderhouden, doch in 1809 eenigzins door de Engelschen weder
opgehaald. Sedert zijn de werken weder vervallen.
Zuidplas, voorm. plas in Z.-Holl Tot in het begin der 14de eeuw
vond men te dezer plaatse een woest boseh, afgewisseld door weiden, maar
sedert werd-dit oord door het vervenen in water hersehapen. Aanvankelijk
vond men er verscheidene plassen, doch die allengs ineenliepen. Tot
eene grootte van ruim 4000 bund, aangegroeid, begon de Zuidplas de na-
bnrige streken tot Botterdam, Gouda en Alphen met overstrooming te be-
dreigen. Uit dien hoofde werd in 1829 met de bedijking van den plas
aangevangen, waartoe het Eijk en de provincie bijdragen verleenden. Van
1836 tot 1842 is h e t water uitgomalen, waarna die gronden, ter grootte van
4572 bund., verkocht werden voor de som van 762,115 gulden, da t is
ongeveer een vierde van de bestede kosten. De droogmakerij is voor het
burgerlijk bestuur verdeeld onder de gem,. Moerkapelle, ZevenhuizeD,
Nieuwerkerke-aan-den-IJssel, Moordrecht en Waddinxveen.
Zuidpolder, pold. van 466 bund, in de Z.-Holl. gem. Oost- en
West-Barendrecht.
Z u id p o ld e r , pold. van 202 bund, in de Zeeuwsche gem. Neuzen, in
1617 bedijkt.
Z u id p o ld e r , pold. van bijna 27 bund, in de Z.-Holl. gem. Zuid-
Beijerland, op het eiland Tien-Gemeten. De pold. is in 181.1 ingedijkt.
Zuidpo lder, pold. in N.-Holl., groot 677 bund., deels in de gem.
Edam, deels in Katwoude.
Zu id p o ld e r -v an -D e lfg a auw , pold. van 1422 bund, in de Z.-Holl.
gem. Vrijenban.
Z u id p o ld e r -v an -O ssen d r e ch t, pold. in de N.-Brab. gem. Ossen-
drecht.
Z u id po lde r -v an-R a amsdonk, pold. in de N.-Brab. gem. Baams-
donk.
Zuidpo lde r -v an-Sta v o r en, pold. van ongeveer 150 bund, in Eriesl.,
deels in de gem. Stavoren, deels in de gem. Hemelumer-Oldephaert-en-
Noordwolde. Het is een omstreeks 1613 drooggemaakt meer.
Z u id -P o lsb ro ek , zuider deel der Utr. gem. Polsbroek, en tot op de
wet van 27 Ju n i 1857 eene zelfst. gem., die in 1822 203, in 1840 289, in
1850 278 inw. telde. De heerl. — 573 bund, groot — behoorde vroeger
tot Holland en is eerst door de wet van 19 Mei 1819 aan Utrecht gekomen.
Zu id -S eh a lkw ÿk , heerl. in N.-Holl., in 1840 met 90 inw. N ad eom -
wenteling van 1795 werden Zuid-Schalkwijk, Vijfhuizen en Nieuwerkerk-
aan-den-Drecht met elkander vereenigd. Onder Koning Willem I vormde
dit vereenigde gebied eene afzonderlijke gem., die 578 bund, groot, in
1822 100, in 1840 128, in 1850 187 inw. telde. Door de wet van 27
Juni 1863 is zij bij Haarlemmerliede-en-Spaarnwoude ingelijfd. Doch het
overgebleven deel van Nieuwerkerk-aan-den-Drecht (met uitzondering van
dat wat aan de gem. Haarlemmermeer bij hare oprichting was toebedeeld)
is door de wet van 19 April 1868 aan Sloten gekomen.
Zuid-Sehardam, ged. van het d. Schardam, dat onder het d. Eters-
heim in de N.-Holl. gem. Oosthuizen behoort. Het telde in 1840 84, in
1870 91 inw.
Zuid-Scharwoude, of Z u id sch a rw ou d e , gem. in N.-Holl., inge-
sloten door de gem. Noord-Scharwoude, Koedijk, Broek-op-Langedijk en
Heer-Hugowaard. De gem. bestaat in het westen uit klei, in het midden
uit alluviaal zand, in het oosten (binnen den ringdjjk van den Heer-
Hugowaard) uit laag veen. In het geheel is de gem. 523 bund, groot.
Zij telde in 1811 487, in 1822 553, in 1840 672, in 1876 1028 inw. Bij
de telling voor 1870 onderscheidde men e r: 676 Herv., 10 Luth., 8 Chr.-
Geref., 6 Doopsg. en 234 B.-Kath. De inw. bestaan meest van warmoezerij,
landbouw en veeteelt. De gem. bevat het d. Zuid-Scharwoude en het
geh. Pannekeet.
Zuid-Scharwoude, een der dorpen van' den Langedjjk, bevatte in
1840 626, in 1870 840 inw. E r is eene Herv. kerk. Oudtijds komt dit
d. ook onder den naam st. Pieterskarspel voor.