
P h ilip p in e , gem. in Zeeuwsch-Vlaand., ingesloten door de Nederl.
gem. IJzendijke, Biervliet, Hoek, Neuzen en Sas-van-Gent, alsmede door
de Belg. gem. Bouchoute. Zij wordt in ke t noorden door den Braakman
bespoeld en heeft eene oppervlakte van ruim 1486 bund., ailes zandhou-
dende klei. In 1822 had zij 422, in 1840 454, in 1875 787 inw,, on-
derscheiden in 681 R.-Kath. en 56 Herv. De inw. bestaan deels van den
landbouw, deels van de mosselvangst, visscherij enz. D e gem. bevat de
voormalige vesting Philippine,, alsmede den Havenpolder, Groote-Isa-
bellapolder en Kleine-Isabellapolder, benevens deelen van den Clarapolder
en van bet eiland Angelinapolder. Ook vindt men er de gehuchten Bouc-
houterhave en Posthoorn.
De voormalige vesting Philippine, aan den Braakman, is oorspronkelijk
op last van Pilips I I aangelegd. Yan de vroegere wallen bestaan nog over-
blijfselen. Het gemeentehuis draagt nog den naam van Stadhuis. Yoorts
zijn er kerken der R.-Kath. en der Herv. De voorm. vesting bevatte
in 1870 niet meer dan 89 buizen met 428 inw.
Prins Manrits bemachtigde Philippine den 21 Jn n i 1600. Na'weder
in de macht der Spanjaarden gevallen te zijn, veroverde Willem Frederik
van Nassau deze vesting, den 11 September 1633. Te vergeefs poogde de
vijand in het laatst dier maand de sterkte te hernemen, doch zijn aanslag
mislukte, aven als een in Mei 1635. In 1747 gaf de kommandant van
Philippine de plaats aan de Pranschen over,
P h ilip p in ep o ld e r , pold. van 114 bund. in de Zeeuwsche gem.
Philippine, ten jare 1700 ingedijkt.
P h ilip s la n d (st.-), gem. en eiland in Zeeland, omringd door de
Eendragt, de Mosselkreek, het Zijpe, het Krammer en het Slaak. In 1858
is eene poging gedaan om dit eil. aan den vasten wal van N.-Brab. te hech-
ten, doch de toen gelegde dam over de slikken van Meerlo is spoedig
weder stuk geslagen. Sint Philipsland lag op het einde van de 15de eeuw
. overstroomd, doeh in 1496 werd het weder beverscht. Andermaal werd
het in 1511 en nog eens in 1530 overstroomd. In 1629 werd de heerl.
ais een goed Zeeuwsch leen door de Staten uitgegeven, doch eerst in
1645 werd bet op nieuw ingedijkt. In 1776 won men den Nieuwepolder,
in 1847 den Kramerspolder en den Anna-Jacobapolder, waarna in 1856 de
Willemspolder werd ingedijkt. Door deze talrijke indijkingen is deze gem.
weder tôt eene grootte van 3114 bund. toegenomen, ailes vruchtbare zeeklei.
Jn 1822 had zij 438, in 1840 654, in 1860 1174, in 1875 1551 inw,, in
laatstgenoemd ja a r onderscheiden in 880 Chr.-Geref., 659 Herv., 8 Luth,
en 4 R.-Kath. Zij bestaan voornamelijk van den landbouw.
Het d. st. Philipsland ligt in den zuidoosthoek van den Ouden-polder.
Het is welgebouwd en heeft kerken voor de Herv. en de Chr.-Geref. Het
bevatte binnen de kom in 1870 772 inw.
P h ilis tÿ n s c h e -p o ld e r , pold. van 201 bund. in de N.-Holl. gem. Bergen.
F ia am , oudtijds ook Pialdum genoemd, d. met eene Herv. kerk in de Frie-
sche gem. Wonseradeel, aan de Zuiderzee. E r worden eenige eendènkooien
gevonden. Ten jare 1811 telde het met het geh. de Kooihuizen 67, in
1840 100, in 1875 138 inw.
Picardie, geh. in de Limb. gem. Gennep, in 1870 met 53 inw.
Piekenwaard, uiterw. in de N.-Brab. gem. Alem c.a., 58 bund. groot.
Pieper, of P iep e r t, geh. in de Limb. gem. Wittem.
p ie r -en -P in xp o ld e r -en -J an -P ie r -en -P in xp o ld e r , twee veree-
nigde pold. in de Zeeuwsche gem. Goes, te zamen bijna 10 bund groot
Piersh.il, gem. in Z.-Holl., ingesloten door Goudswaard, Zuid-Beijerland,
Nieuw-Beijerland en Geervliet, tusschen welke laatste gem. en Piershil
het Spui loopt. Zij is ruim 1136 bund. groot en door zeeklei gevormd.
In 1822 had zij 556, in 1840 689, in 1875 711 inw. In 1870 telde men.
er: 687 Herv., 62 Chr.-Geref., 15 R.-Kath. en 5 ongenoemden. Zij bestaan
meest van den landbouw.
Het d. Piershil ligt aan den Spuidijk. Het heeft eene haven en eene
Herv. kerk. Het Hof te Piershil, een adel. huis, is in 1831 gesloopt,
Men telde binnen de dorpskom in 1870 443 inw.
Piespolder, pold. van 14 bund. in de Z.-Holl. gem. Woubrugge.
Pist, d. in het noorden van Vlaand. (Zeeuwsch-Vlaand.), waar nu
de Braakman is, in 1377 verdronken.
St.-Pieter, gem. in Limb. die vroeger eene vrije heerl. van het prins-
bisd. Luik uitmaakte. Zij wordt door de Jeker en de Maas bespoeld en is
omringd door de Ned. gem. Oud-Vroenhoven, Maastricht, He erenGrons-
feld, alsmede door de Belg. gem. Lanaye en Canne. Zij beslaat 568 bund.,
waarvan de gronden, met uitzondering van smalle stroken langs de
rivieren, waar rivierklei ligt, een bergachtig terrein vormen, dat zich tôt
123 ellen boven den zeespiegel of 78 meter boven de Maas verheft. D a t
gebergte draagt den naam van st.-Pietersberg en is merkwaardig wegens
zijne versteeningen, de zoogenoemde orgelpijpen en veelvuldige daarin
uitgehouwen galerijen. In 1822 had st.-Pieter 581, in 1840 675, in 1875
882 inw., in laatstgenoemd ja a r onderscheiden in 879 R.-Kath. en 3 Herv.
De inw. bestaan meest van land- en tuinbouw, warmoezerij, het werken
in de steengroeven, enz. Voorts is er eene fabriek van geweerloopen.
De gem. bevat het d. st.-Pieter en eenige verstrooide huizen aan de»
st.-Pietersberg en den Kanaaldijk.
Het d. st.-Pieter heeft eene nieuwe R.-Kath., aan st.-Petrus gewijde
kerk, benevens eene aan st.-Lambertus gewijde kapel aan den Kanaaldijk.
st.-Pieter, geh. in de Limb. gem. Schin-op-Geulle, in 1840 met 71,
in 1870 met 78 inw.
st.-Pieter, voorm. fort op de noordzijde van den st.-Pietersberg, in
1702 op last der Algemeene Staten aangelegd. Wijl c(e grond tôt het
prms-bisd. Luik behoorde, ontstonden over dien aanleg moeielijkheden, die
echter in 1717 door een verdrag uit den weg geruimd werden. Bij deont-
nianteling der vesting Maastricht in den jongsten tijd, zijn ook de vesting