
Willem II I van Holland van zijne rechten op Zeeland-Bewesten-Schelde
afstand deed.
Eerst sedert 1246 noemden de Graven van Holland zieh bij voortduur
ook Graven van Zeeland. Eene eenige nitzondering bestaat nit vroegeren
tijd : Dirk V II noemde zieh in een charter van 1198 ook „comes Hollandie
atque Selandie”.
Tijdens den laatsten Graaf, Koning Eilips II, bestond het graafschap
nit de eilanden Walcheren, Borssele, Znid-Beveland, Noord-Beveland,
Wolfaartsdijk, Schouwen, Duiveland, Tholen, st.-Filipsland, benevens de
heerl. Sommelsdijk op Overflakkee en de heerlijkheden Nieuw-Vosmeer
en Hinkelenoord op den Brabantsehen wal.
Zeeland, vijfde prov. van het Koninkrijk, nit bijna het geheele voorm.
graafschap Zeeland, de heerl. Bommenede van Holland (Voorne) en het
noordelijk deel van Vlaanderen saamgesteld. Aan Holland is van het
graafschap Zeeland Sommelsdijk overgegaan. Noord-Brabant heeft van
Zeeland Nieuw-Vosmeer en Hinkelenoord verworven.
Deze samenstelling dagteekent deels van de grondwet van 1814, deels van
een besluit van den Soevereinen Vorst van 20 Ju li daaraanvolgende. De
grenzen naar de zijde van Zuid-Holland zijn geregeld bij de wet van 27
Mei 1869.
Zeeland is groot ongeveer 176,500 bund., of ruim 32ys □ geogr. mijl.
De grond bestaat, met nitzondering der duinen op Schonwen, op Walcheren
en in ’t Land-van-Cadzand, uit polders, wier oppervlakte door zeeklei is
gevormd en die door hooge dijken tegen de zee en stroomen moeten beveiligd
worden. Op eenige plaatsen is de grond met zand of derrie vermengd,
doch over het geheel zijn de meeste landerijen bijzonder vruchtbaar. In
den voortdurenden strijd met hooge vloeden zijn meermalen groote
streken, ja geheele eilanden, overstroomd, doch vooral in onze eeuw is
veel land aangewonnen. In den laatsten tijd zijn Zuid-Beveland en Walcheren
met den vasten wal verbonden, terwijl eenige wateren, zooals het
Zwin en het Schengen, geheel of genoegzaam geheel, hebben opgehouden
te bestaan. E r zijn plannen beraamd om ook het nog overgebleven
deel van het Hellegat in land te herscheppen.
De Zeeuwsche stroomen zijn thans: de Hont of Wester-Schelde, die
sedert 1867 door een spoorwegdam van de Ooster-Schelde gescheiden
is; het Sloe, dat in 1871 door een dam tusschen Zuid-Beveland en Walcheren
is beperkt ; de Ooster-Schelde, de oorspronkelijke mond van
Zeeland’s hoofdrivier; de Zuidvliet, de Eendragt, het Zijpe, het Keeten,
het Mastgat, het Krammer, het Slaak, de Bieningen of Grevelingen en de
Braakman.
De voornaamste kanalen zijn: het Kanaal van Zuid-Beveland, de Kanälen
van Walcheren, benevens het uitwateringskanaal van het Vierde-District,
alien onder de regeering van Koning Willem I I I aangelegd. Van vroeger
tijd zijn de havens van Zierikzee en Goes.
De Zeeuwsche spoorwegen zjjn die van den Noord-Brabantschen wal
naar Vlissingen, benevens die van Gent en die van Mechelen naar
ter Neuzen. Het baanvak van de Noord-Brabantsche grens aan den
dam door de Ooster-Schelde tot Goes werd geopend, den 1 Ju li 1868; dat
van de Belgische grens bij Sas-van-Gent längs Sluiskil naar ter Neuzen, den 1
April 1869; dat tusschen de Belgische grens bij Clinge en Sluiskil, den
27 September 1871; dat tusschen Goes en Middelburg, den 1 Maart
1872; dat tusschen Middelburg en Vlissingen, den 1 November 1872. Deze
spoorwegen hebben eene gezamenlijke lengte van ongeveer 85 kilo-
meter.
Zeeland had in 1822 122,821 inw.' Den 16 November 1829 beliep
het 137,262, den 1 Jan. 1860 165,608, den 1 Jan . 1870 177,814, den 1
Januari 1876 185,628.
Bp laatstgenoemde opgave badroeg het getal mannelijke inw. 91,238,
dat der vrouwelijke 94,390.
Het aantal N.-Herv. beliep den 1 Januari 1876 126,035, dat der W.-
Herv. 206, dat der Eng. Herv. (Presb.) 60, dat der Chr.-Geref. 10,067,
dat der Ev.-Luth. 851, dat der Herst.-Luth. 21, dat der Doopsgez. 332,
dat der Bem. 48, dat der Episc. 4, dat der B.-Kath. 47,194, dat der
Oud-B. 14, dat der Ned.-Isr. 520, dat der Port.-Isr. 1, dat der onge-
noemden 275.
Zeeland heeft 100 gem. der Herv., 28 der Chr.-Geref., 4 der Luth.
en 4 der Doopsgez. Het getal B.-Kath. parochiën beloopt 37, met 1
rectoraat. Voorts zijn er 4 gem. van Israëlieten. -
De landbouw is een der voornaamste bedrijven der Zeeuwen. Voorts
drijven zij handel, scheepvaart, visscherij en handwerken. Het fabriekwezen
is niet belangrijk ontwikkeld: de meestoven, die van ouds ver-
maard waren, kwijnen in onzen tijd door het in den handel brengen van
aniline-verfstoffen. De Zeeuwen zijn uitmuntende boomkweekers, doch
uitgestrekte bosschen heeft de prov. niet. De veestapel bestond in 1875
uit 24,544 paarden, 255 ezels en muilezels, 59,414 runderen, 33,647
schapen, 20,681 varkens, 5730 geiten en bokken.
Zeeland is voor het lagere schoolwezen verdeeld in 6 distr. Tot het
e er s t e behooren: de scholen in de gemeenten Aagtekerke, Arnemuiden
(te Arnemuiden en Cleverskerke), Biggekerke, Colijnsplaat, Domburg,
Grppskerke, Kats, Kortgene, Koudekerke, Meliskerke, Middelburg, Nieuw-
en st.-Joosland (te Nieuwland), Oostkapelle, Oost- en West-Souburg,
Bitthem, Serooskerke, st.-Laurens, Veere, Vlissingen, Vrouwepolder (te
Vrouwepolder en Gapinge), Westkapelle, Wissekerke (te Wissekerke,
Kamperland en Geersdijk) en Zoutelande. — Tot het Iwe ede : de scholen in
de gem. Brouwershaven, Bruinisse, Burgh, Dreischor, Duivendijke,
Elkerzee, Ellemeet, Haamstede, Kerkwerve, Nieuwerkerk, Noordgouwe,
Noordwelle, Oosterland (te Oosterland en Sir-Jansland), Ouwerkerk,
Serooskerke, Zierikzee en Zonnemaire. — T ot het der de: de scholen-in
de gem. Oud-Vossemeer, Poortvliet, Scherpenisse, st.-Annaland, st.-Maar-
tensdijk, st.-Philipsland (te st.-PhilipsIand en in den Anna-Jacobapolder),
Stavenisse en Tholen. — Tot het v i e r d e : de scholen in de gem. Baar-
land, Borssele, Driewegen, Ellewoutsdijk, Eort-Bath, Goes, ’s Graven-
polder, ’s Heer-Abtskerke, ’s Heer-Arendskerke (te ’s H eer-Arendskerke,