
Brielle, gem. in Z.-Holl., in het noordoosten door de Oude-Maas
bespoeld en daardoor van Rozenburg gescheiden, terwijl zij naar de
landzijde bepaald is in het noordwesten en westen door Oostvoorne, in
het zuiden door Nieuwenhoom, in het oosten door Vierpolders. Zij is
slechts 238 bund. groot en bevat, behalve de stad Brielle, nog slechts
weinige perceelen grond. De bodem bestaat uit rivierklei.
In 1796 had Brielle 3170, in 1811 3600, in 1822 3492, in 1830 4195,
in 1840 4504, in 1850 4483, in 1870 4226 inw. Bij de volkstelling van
1860 onderscheidde de bevolking zieh in 3539 Ned.-Herv., 12 Waalsch-
Herv., 2 Rem., 27 Chr.-Afg. (Chr.-Ger.), 1 Doopsgez., 62 Ev.-Luth.,
1 Herst.-Luth., 520 R.-Kath ., 129 N ed .-Isr., 1 Port.-Isr. en 2 onge-
noemden.
Brielle is van hoogen ouderdom, ofschoon geene oudere oorkonden dan
van 1280 het vermelden. Het werd in de eerste jaren der 14de eeuw
tot eene stad verheven (tusschen 1302—1306) en was de hoofdplaats der
uitgestrekte heerl. Voorne. In 1417 werd de stad door Hertog J a n van
Beijeren ingenomen; in 1471 door zeeroovers verrast, doch door het ontdek-
ken van den toeleg voor plundering gespaard. Den 1 April 1572 maakten de
Watergeuzen zieh van haar meester, en sloegen vier dagen later (5 April), —
bij welke gelegenheid Rochns Meeuwesz zieh bijzonder onderscheidde, —
den aanval van den Graaf van Bossn af. Den 3 Octoberl579 mislukte de
verraderlijke toeleg van den Spaanschen Overste Valentin de Pardieu
om haar te vermeesteren. In Ju n i 1575 verheugde Brielle zieh in het
huwelijk, te dier stede tnsschen Willem I en Charlotte de Bourbon voi-
trokken. Van 1585 tot 1616 was de stad aan Engeland verpand. In 1813
(1 December) was Brielle de eerste Nederlandsche vesting, die de Eran-
schen uit hare wallen verdreef. Het derde eeuwfeest van Bri eile’s be-
vrijding van het Spaansche ju k is den 1 April 1872, in de tegenwoordigheid
van Koning Willem in, op luisterrijke, hartverheffende wijze gevierd.
De stad is eene vesting, die de mond der Maze beschermt. Aan het
eind der haven ligt het ruime havenfort.
Brielle, vroeger bloeiend door de haringvangst, bestaat thans voor een
groot deel van de scheepvaart, aangezien vele inwoners zeelieden of lood-
sen zijn. Voorts zijn er eenige kleine fabrieken.
E r zijn te Brielle 2 kerken der H e rv ., van welke de Kleine kerk ook
door de Luth. wordt gebruikt, 1 R.-Kath. kerk en 1 Synagoge.
De Groote- of Catharinakerk is een zeer hoog gebouw, met een breeden,
zwaren, doch niet volbouwden toren, die 75 el hoogte heeft. Deze toren
is in 1462 gebouwd, nadat de vorige, die in 1417 was gesticht, in 1456
omstortte. Tot de sieraden behoort het marmeren praalgraf van den
Luitenant-Admiraal Eilips van Almonde.
Andere merkwaardige gebouwen zijn het Stadhuis en het Weeshuis,
welk laatste in 1557/ werd gesticht uit de nalatenschap van den beloemden
Heenvlietschen pastoor Engel Willemszoon de Meerle (Angelus Merula),
wiens afbeeldsel er bewaard wordt.
Ter plaatse waar vóór 1817 de Maarlandsche kerk stond, op welke
piek later eene spinnerij was gevestigd, worden thans twee gedenkteekenen
aan het innemen van Brielle door de Watergeuzen opgericht: een asyl voor
zeelieden en een beeid van den Haagschen kunstenaar J . P . Koelman.
Het huis waar Maarten Harpertsz. Tromp in 1597 werd geboren, stond
in de Kaatsbaan en het Kolfslop, doch is ten tijde van Koning Willem I
afgebroken.
Er is te Brielle een gymnasium.
Br ielsche-D iep, arm der Maas tusschen Voorne en Rozenburg. Op dezen
stroomviel, den 4 Ju li 1354, de scheepsstrijd voor, waarin de vloot van Willem
van Henegouwen de scheepsmagt van zijne moeder Margaretha versloeg.
B r ie lsch -N ieuw lan d , of N ieuw la n d , d. in de Z.-Holl. gem. Vierpolders,
met eene Herv. kerk. T er herinnering aan het behoud van Brielle,
toen dit door den Graaf van Bossu werd bedreigd, en Rochus Meeuwesz
de sluis openzette, die het water over Brielsch-Nieuwland bracht, kreeg
dit dorp tot wapen: een Schild van keel, beladen met een zilveren
zwaard, hebbende den gouden penning op de punt, en geplaatst tusschen
twee rijen gouden penningen, te zamen 9 stuks, ter herinnering dat de
tegenstand, aan Alba’s tienden penning geboden, eene der oorzaken is
geweest van Nederland’s bevrijding en verheffing.
B r ie ltg en sp o ld e r , pold. in de N.-Brab. gemeenten Oosterhout en
Made, 153 bund. groot.
B r ienenswaard (van), pold. in de Z.-Holl. gemeenten Goudswaard
en Zuid-Beijerland, het westelijkst deel van het eiland de Tien-Gemeenten
uitmakende. De polder is in 1844 ingedijkt en 53 bund. groot.
Brieskerke, voorm. Zeeuwsch dorp op Schouwen.
B r ig d am m e , buurt in de Zeeuwsche gem. st.-Laurens, aan den weg
van Middelburg naar Domburg. Vroeger was Brigdamme van grooter
aanzien, want reeds in den jare 1196 of 1197 vergunde de Utrechtsche
Bisschop Dirk van der Ahr aan die van Brigdamme, eene nieuwe kerk te
stichten. Deze kerk werd in den vrijheidskamp tegen de Spanjaarden
verwoest. Brigdamme vormt eene heerlijkheid van 584 bund. oppervlakte,
in 1840 met 300, in 1860 met 276 inw. Hopman Jacob Scotte versloeg
hier in 1574 een hoop Spanjaarden.
Brijdorpe, heerl. in de Zeeuwsche gem. Duivendijke, 462 bund.
groot, in 1840 met 79, in 1860 met 109 inw. In deze heerl. is een klein
geh., mede Brijdorpe geheeten, dat in den tijd van Graaf Eloris V zieh
als een bloeiend dorp vertoonde.
Brijdweg, geh. in de Limb. gem. Linne.
Brijsloot, watering in de N.-Holl. gem. Schagen.'
Bril (de), geh. onder het Eriesche d. Hitsum (Eranekeradeel).
Bril (de), geh. in de Gron. gem. Zuidhom.
Brildiep, vaart in de Gron. gem. Oldekerk, van het Kolonelsdiep
aaar het Hoendiep.