
E in ig h a u sen , d. met eene R.-Kath. kerk, in de Limb. gem. Limbricht,
in 1840 met 542, in 1860 met 831 inw.
E in soh e , of E in d r e . bnnrt in de Geld. gem. Over-Asselt, in 1840
met 223 inw.
E ite r en , buurt in de Utr. gem. IJsselstein, in 1840 met 134 inw. Deze
plaats werd door Keizer Hendrik I I I aan de abdij van Werden geschonken.
Voor de stichting van het kasteel IJsselstein en de daafbij gebouwde
stad was het een dorp, met eene aan O. L. Vrouwe Hemelvaart gewijde
kerk, die sedert in eene kapel werd herschapen. Een vicaris verrichtte
daarin tot 1579 den dienst. Ter plaatse van dit voorm. bedehuis ligt thans
de bnrgerlijke begraafplaats der gem. IJsselstein.
E k eb a a r , geh. in de Drenthsche gem. Eolde.
E konste in, adell. huis in de Gron. gem. Appingedam, te Tjamsweer,
met eene plantaadje van 40 bnnd. oppervlakte.
E k k e lr a d e , d. in de Limb, gemeenten Gronsfeld en st.-Geertruid,
met eene R.-Kath. kerk en in 1840 424, in 1860 442 inw. De kerk Staat
op Gronsfeldsch gebied.
E lah u iz en , buurt, doch vroeger een dorp en als zoodanig nog in
de gemeentelijke administratie vermeld, in de Eriesche gemeente Heme-
lumer-Oldephaert-en-Noordwolde, aan den zuidoostkant van de Pluessen.
Van de voorm. kerk is nog alleen het kerkhof over. In 1811 had Elahuizen
met het geh. Tophorne 52, in 1840 71, in 1873 92 inw.
E ian d en (de), pold. van 23 bund. in de N.-Brab. gem. Drongelen c. a.
E lba , geh. in de N.-Holl. gem. Venhuizen, in 1840 met 56, in
1860 met 39 inw.
E lb u r g , vijfde kanton van het arr. Arnhem, in de prov. Geld., be-
vattende de 5 gem.: Doornspijk, Elburg, Hattem, Heerde, Oldebroek.
E lb u r g , gem. in Geld., in het westen door de Zuiderzee bepaald, en
overigens door de gem. Doornspijk ingesloten. Zij beslaat 869 b u n d .,
bestaande de gronden in het oosten uit diluvisch zand, doch längs den
zeeoever meerendeeis uit klei. In 1796 had deze gem. 1549, in 1811
1908, in 1822 1976, in 1840 2421, in 1873 2506 inw. In 1872 onder-
scheidde men hen in 2287 Ned.-Herv., 1 Waalsch-Herv., 24 Ev.-Luth.,
44 Chr.-Geref., 6 B.-Kath. en 118 Isr. Hunne middelen van bestaan
zijn landbouw, veeteelt, scheepvaart op de Zuiderzee, handel, vischvangst,
winkelnering en ambachten. Men heeft er 4 bokkingrookerijen, 4 visch-
rookerijen, eene bierbrouwerij, een gasfabriek, een houtzaagmolen, een
kalkbranderij, een leerlooierij, een olieslagerij, een runmolen, een touw-
slagerij, een korenmolen en eene grutterij.
De gem. bevat de stad Elburg en de beide buitenwijken de Vrijheid
(in het noorden) en de Nieuwstad (in het zuiden).
De stad Elburg, door eene haven van 12 tot 15 min. lengte met de
Zuiderzee verbonden, iB op eene hooge plaats, de El, gesticht en zeer
regelmatig aangelegd. Midden door de stad vloeit de Oostbeek of Huis-
beek terwijl de hooge wallen, die een langwerpig vierkant vormen, door
eene' sierlijke beplanting aangename wandelwegen opleveren. Binnen deze
wallen telde men in 1840 2234, in 1872 2048 inw.
Elburg ontving stedelijke rechten van Graaf Otto van Gelder den 3
Juli 1233, en werd in 1365 in de hanze opgenomen. Van 1393 tot 1396
werd zij versterbt, en in 1438 haar schependom uitgebreid. Hare kerk
stond toen nog buiten de stad op de hoogte van Aperloo, maar m 1397
verleende de ütrechtsche Bisschop Frederik van Blankenheim vergunning
om dit bedehuis binnen de muren te brengen.
In 1480 werd de stad, die de zijde van Bourgondie had gekozen, door
de bezetting van Zutphen, en in 1495 door Hertog Karel van Egmond
ingenomen. In 1528 gaf zij zieh aan den veldheer van Karel V, Flons
van Egmond, over, die er een blokhuis, den Schuttoren, deed bouwen.
De Graaf van den Bergh bezette Elburg in 1572, de Münstersche Overste
Hautyn den 19 Juni 1672, en het Staatsche krijgsvolk den 6 September
1786. I j s . 1Q0K
In Januari 1362, November 1775, November 1776 en F eb ru an 1825
is Elburg geweldig door overstroomingen geteisterd.
De hoofdgebouwen van Elburg bestaan uit het Stadhuis, de Herv.
kerk, de Chr.-Geref. kerk, de synagoge, het Feithenhof (eene liefdadige
inrichting) en het gebouw van | Instituut voor opvoeding en onderwijs,
in 1806 door den Luitenant-Admiraal van Kinsbergen gesticht.
E id e , B od em -v an -Eld e , of V ie r -G em a len , het ged. der N.-Brab.
gemeenten st.-Michielsgestel, Boxtel, Schijndel en st.-Oedenrode, dat de
parochie Gemonde omvat.
E id en , d. in de Geld. gem. Eist, aan den Eijndijk, tegenover en i
nur van Arnhem. Het bevatte, met Meinerswijk, in 1840 791, in 1872
793 inw., namelijk 607 R.-Kath., 183 H e rv ., 2 Chr.-Geref. en 1 Luth.
Behalve de beide kerken, vindt men er een fort, dat den weg naar Arnhem
bestrijkt.
E ld e r en sp o ld e r , pold. van 284 bund. in de N.-Brab. gem. Zeven-
bergen, bedijkt in 159B.
E ld e r sch an s, voorm. schans in de Zeeuwsche gem. Aardenburg,
thans eene lustplaats.
E ld e r sh a a r , klein geh. in de Drenthsche gem. Borger.
E ld e r sv e ld , uitgestrekt heideveld in het oosten van Drenthe, tusschen
Odoorn, Noord-Sleen, Wesup, Orvelte, Elp, Sehoonloo, Westdorp, Ees,
en Exlo, dat echter door verschillende ontginningen allengs begint in te
krimpen, vooral na het aanleggen van het Oranjekanaal.
E ld r ik , buurt in de Geld. gem. Hummelo-en-Keppel, in 1840 met
216, in 1860 met 242, in 1872 met 222 inw.