
Bossu om de Watergeuzen te bestrijden op 24 September 1578; de
mislukte overrompeling onder Helling en Ruichaver op 28 November
1577; bet uitleiden van regeering en geestelijken op 26 Mei 1578; het
verijdelen van Eeicestcr’s gevaarlijke plannen in October 1587; het uit-
rüsten van het eerste smaldeel koopvaardijvaartuigen naar Oost-Indie
in 1594 en naar West-Indie in 1596; de komst van Prins. Maurits in
1618; en van Prins Frederik Hendrik in 1628; het bergen van de schatten
der Spaansche zilvervloot en het oproer daardoor ontstaan in 1629 ; de
aanslag van Prins Willem II in 1650; de pogingen der burgerij om de
Pranschen te keeren in 1672; de begrafenis van den A dmiraal de Ruyter, den
18 Febr. 1677; de ontvangst der Pransche vluchtelingen in 1682 en 1685; het
aansprekers-oproer in 1696; de komst van Czaar P e ter in 1697 en 1716;
de actiehandel van 1720; de oproeren van 1747 en 1748; de gevechten
fcegen de Pruisen in de omstreken der stad ten jare 1787; de omwenteling
van 1795; de intocht van Lodewijk Napoleon op 20 April 1808; het binnen-
trekken der Pranschen op 4 Ju li 1810; hetverzet tegen de P ranschen op 20
Sept. 1810 en 11 April 1811; de komst van Napoleon op 9 October 1811;
de omwenteling van 15 November 1818; de intocht van Willem van
Oranje op 2 Dec. 1813; de inhuldiging van den Souvereinen Vorst op
30 Maart 1814; de inhuldiging van Koning Willem I I op 28 Nov. 1840;
de inhuldiging van Koning Willem III op 12 Mei 1849.
Burgwallen of ringgrachten waren de oudste vestingwerken der stad. Doch
nadat Heer J a n van Amstel in 1301 zijn voorvaderlijk stamgoed, hetwelk
aan zijn vader Gijsbrecht ontnomen was, weder had teruggewonnen, versterkte
hij haar van rondom met houten bruggen en torenburgten. Eerst omstreeks
1480 werd de bemuring der stad met kracht ter hand gen omen; zij werd
binnen weinige jaren voltrokken, en vertoont nog heden in den toren Swicht
Utrecht van 1482 en de st.-Antonieswaag van 1488 overblijfselen. N a h e t vol-
einden dezer bemuring besloeg de stad 106 bunders. Door de vergrooting van
1585 wies de grondvlakte aan tot 160 bunders, door die van 1593 tot
184, door die van 1611 tot 431, en door die van 1658 tot ruim 726.
De aanleg van het Maritiemdok van 1790 tot 1795 bracht haar tot
738, en die der Ooster- en Westerdokken, van 1828 tot 1834, tot
ruim 760 bunders. De bouw van het Paleis voor Volksvlijt, de aanleg
der Vondelstraat en de in 1870 vastgestelde rooi’ing van straten tus-
schen den Amstel en de Wetering zullen, met den aanleg van het nieuwe
spoorwegstation in het open havenfront, eerlaug de grootte van de be-
bouwde kom der gemeente tot meer dan 800 bunders brengen.
Ofschoon de hechte muren die van 1611—1615 en later van 1660 tot
1664 om Amsterdam zijn aangelegd, sedert het begin dezer eeuw zijn
gesloopt — de laatsten vielen in 1870 — en de wallen thans meerendeeis
in wandelwegen zijn herschapen, is Amsterdam het middelpunt
van het Nederlandsche verdedigingsstelsel, welks binnenste linie gevormd
wordt door de werken te Naarden, Muiden, Weesp en de forten Uiter-
meer, Kijkuit, de Spion, Nieuwersluis, Schiphol en anderen. Door de
dijken door te steken wordt al het land rondom Amsterdam een bare
zee, die bij een goede verdediging iedere nadering des vijands verhindert.
Amsterdam, door meer dan 60 grachten, in talrijke eilanden afgedeeld,
welke door bruggen zijn verbonden, levert duizenden punten op om
de schoonste stadsgezichten op doek te brengen. De beroemde hoofd-
grachten, Singel, Heerengracht, Keizersgracht en Prinsengracht, loopen
in een boogvormige gedaante en prijken met vele honderden trotsche
gebouwen van gebakken en gehouwen steen, meerendeeis met marmeren
portalen en gangen, sierlijke woon- en andere vertrekken en doorgaans
kostbaar gemeubeld. Ook andere grachten verdienen geroemd te worden,
zooals de Kloveniersburgwal, de Geldersche Kade, de Binnen-Amstel, het
Rokin, het Water, de Pluweelenburgwal, de Buitenkant. Praaic aan-
zienlijke straten zijn de Doelenstraat, de Sarphatistraat, de Vondelstraat
en de door duizenden winkeis verlevendigde Damstraat, Kalverstraat,
Nieuwendijk, Haarlemmerdijk, Spuistraat, Leidsche-straat en Utrechtsche-
straat. De Dam is een der merkwaardigste pleinen van Nederland:
het hart en de bakermat der stad, de oorsprong van haar naam en het
schouwtooneel der merkwaardigste gebeurtenissen. De Nieuwmarkt en
Botermarkt zijn beiden zeer ruim, doch allen worden overtroffen door het
Frederiksplein, in 1870 voltooid en met heesters, bloemen en geboomte
beplant. De schoonste wandeling is het Vondelspark, een stichting der burgerij,
ruim 15 bund, groot. Verder verdienen het Plantsoen aan de Willemspoort,
d§ Plantaadje en de kruinen der boogvormige Westerdoks- en Oosterdoks-
dijken onderscheiding.
Amsterdam is de zetel van vele regeerings- en rechterlijke collegien,
van het bestuur der Nederlandsche Handel maatschappij, van de Konink-
lijke Akademie van Wetenschappen, van het Hoofdbestuur der Maatschappij
Tot Nut van ’t Algemeen en talrijke andere instellingen.
Men vindt er het volgende aantal kerken: Ned.-Herv. 10, Waalsch-
Herv. 2, Engelsch-Herv. 1, Remonstr. 1, Chr.-Ger. 3, Ev.-Luth. 3, Herst.-
Ev.-Luth. 1, Oud-Luth. 1, Doopsgez. 1, R.-Kath. 18, Oud-Roomsche 2,
Eng.-Episc. 1, Nederl.-Isr. 8, Nederl.-Port.-Isr. 1, terwijl daarenboven in
onderscheidene gebouwen, daarvoor meer of minder bepaaldelijk ingericht,
godsdienstoefening wordt gehouden.
Het merkwaardigste gebouw, tevens het beroemdste van geheel Nederland,
is het Kon. Paleis, vo<Sr den jare 1808 het Raadhuis. Het werd
naar het ontwerp des bouwmeesters Jacob van Campen in 1648 aan-
gevangen en in minder dan twintig jaren volbouwd. Het is 80 el lang,
67 el breed en 33 el hoog, of met den koepelyormigen toren 52 el.
Gevels, frontons en dakspitsen prijken met kostbaar beeidwerk. Maar
bovenal schoon is het inwendige, waar van marmer van allerlei kleur,
edele houtsoorten en schilderwerk een geheel is tot stand gebracht, dat
de bewondering van alle kunstvrienden wegdraagt. De groote zaal, 34
el lang, 16 el breed en 63 el hoog, overtreft bijna alle koninklijke zalen
in Europa. Haar gewelf vertoont keurig schilderwerk, en boven de
zware koperen deuren die haar afsluiten, prijkt eene trofee van door
Nederlanders veroverde standaarden. Ook hangt er de vlag die boven
Antwerpen’s citadel wapperde, toen Chasse dien vijfhoek tegen het Fran-
sche leger verdedigde. Het schoonste . deel van het Paleis echter is de