
222
vangon on poogde zieh zelfs in ’t bezit van Coevorden to kandhaven, I
doch de Bisschop maakte van de wapenen gebruik en ontnam hem kas- I
teel en heerlijkheid (15 Augustus 1395), die nu weder t o t ’s Bisschops I
domeinen kwamen. De heerlijkheid werd sedert niet weder in leen uitgege- I
ven en deelde daardoor het lot van Drenthe. Niettemin werd in de heerl, I
Coevorden het Overijsselsche landrecht gevolgd, to t den 22 Maart 1791 I
daarvoor het Drenthsche landrecht in de plaats werd gesteld.
De stad Coevorden, aan de samenvloeung der drie beken gebouwd, I
welke te zamen de Kleine-Vecht vormen, had in 1783 927, in 1811 1596, I
in 1840 1881 en in 1860 1747 inw. Zij is van hooge oudheid en ver- I
moedelijk, hetzij als sterkte, hetzij als legerplaats reeds ten tijde der Bo- I
meinen bekend geweest. In een brief van 1195 werd reeds van de villa I
Ceeverdiae gewaagd. De stad bleef echter lang open, maar zij werd be- I
sehermd door het oude sterke slot, waarop de kasteleins, burggraven, I
heeren en drosten van Coevorden en Drenthe zetelden.
Niet voör de 16de eeuw werd de stad zelve met vestingwerken omringd. I
Deze werden echter onder Keizer Karel V en Koning Filips I I gesloopt. I
Nieuwe wallen werden in 1579 door Johan van den Cornput aange- I
vangen. Doch eerst op last van Willem Lodewijk van Nassau, die deze I
stad als den sleutel van Drenthe, Groningen en Friesland aanmerkte, I
kreeg zij die uitgestrekte werken, welke Coevorden tot een der voornaam- I
ste vestingen der Nederlanden verhieven. Deze wallen werden in 1607
voltooid. Onder Koning Willem III is echter tot de ontmanteling van
Coevorden besloten.
T ot de historische herinneringen van Coevorden behooren de strijd
van Rudolf van Coevorden tegen Bisschop Otto van der Lippe van
1222—1227; de verovering van het kasteel door Bisschop Willebrand
van Oldenburg in 1228; de herovering door Heer Rudolf en de ellendige
dood van dien Burgvoogd in 1229 ; de verovering van den burg door Bisschop
l'rederik van Blankenheim op 15 Aug. 1394; de verrassing door Roelpf i
van Munster in den nacht van 16 Oct. 1512; de belegering en verovering
door Bisschop l ’rederik van Baden op 8 December 1512; de verovering
door Roelof van Munster op 25 Mei 1513; de overrompeling- der
stad door de Gelderschen op 3 September en de verovering van het kasteel
op 12 September 1522; de verdediging door Johan van Selbach
tegen de Bourgondiers onder George Schenk in ’t najaar van 1522, die
met de overgave van Coevorden op 10 November eindigde; het bezoek
door Cornelia de Lalaing aan haar broeder, den Graaf van Rennenberg,
den 21 Januari 1580 gebracht, ’t welk van zeer grooten invloed op zijnen
afval van de Staatsche partij is geweest; het verlaten der stad door de Staat-
sehen na den slag bij Hardenbergh, op 17 Juni en de bezetting der veste
door Maarten Schenk op 18 Ju n i 1580; de verovering door den,Staatschen
Overste van Hohenlohe, op 13 Augustus 1581; de elfdaagsche belegering
van 9—20 September 1581 door Rennenberg en zijne Spanjaarden; de
belegering door Prins Maurits in Augustus 1592, die met de overgave op
den 12 September eindigde; de dappere verdediging door van Ewsvun
tegen Francesco Verdugo van October 1593 tot Mei 1564; de komstvan
223
Prins Maurits op 31 Augustus 1605, om de stad tegen Spinola te dek-
L n . ¿e strooptocht der Spanjaarden in Ju li 1606; het beleg en de ver-
nvering door Christoph Bernhard van Galen, Bisschop van Münster, van
‘4 tot 11 Juli 1672; de verovering door de Staatschen, naar het plan van
Iden Coevordenschen schoolonderwijzer Meindert Minnes van der Thynen,
|n den nacht van 29 op 30 December 1672 ; het doorbreken van den
Bissehopsdijk aan de Vecht, op 1 October 1673 ; de blokkade der door
¡de Fransehen bezette vesting van 1 November 1803 tot 3 Mei 1814 ; de
Ifeestviering ■ in Augustus 1872, ter herinnering aan het verdrijven der
iMünaterschen in 1672.
I Behalve eenige gebouwen die nog aan het voorm. kasteel herinneren,
fbevat Coevorden een raadhuis, benevens kerkgebouwen der Hervormden,
IChr.-Geref., R.-Kath. en Israelieten. De avondmaalsbeker der Herv. kerk
■ is die, welke eens aan Meynert Minnes van der Thynen werd vereerd.
Coevordensclie-Kanaal, kanaal van Coevorden naar de Yecht
Ibij Haanderik, loopende door de gemeenten Coevorden en Gramsbergen.
Het is nagenoeg 1 uur lang en heeft een zijkanaal naar Ane van onge-
Iveer 4000 el lengte. Het kanaal is door de Coevorder kanaal-maatschappij,
¡die daartoe in 1857 eoncessie bekwam, van 1859 toi 1863 aangelegd, na
[daartoe door eene rijkssubsidie begunstigd te zijn. Sedert 1860 bewijstdeze
Ivaart belangrijke diensten aan de scheepvaart en de afwatering. Zoowel
[in 1864 als in 1871 werd het bevaren door 376 schepen. Over het
jonderhoud wordt (1872) geklaagd.
| Coldenhave, buurt in de Geld. gem. Brummen, onder Hall, met eene
Ipapierfabriek.
Colijnsplaat, gem. op het Zeeuwsche eiland Noord-Beveland, in het
[ noorden door de Ooster-Schelde bespoeld en voorts bepaald door Wisse-
Ikerke, Kortgene en Kats. Zij bestaat uit deelen van den in 1598 ingedijkten
I Oud-Noord-Bevelandschen polder, en een deel van den in 1616 ingedijkten
jNieuw-Noord-Bevelandschen polder, te zamen 1678 bund, groot. Deg ro n d
I bestaat uit klei, die echter in de wester helft met zand is vermengd. In
■1822 bad deze gem. 1519, in 1840 1749, in 1870 1953 inw. Laatstge-
■ noemd cijfer was gesplitst in 1824 Ned.-Herv., 1 Waalsch-Herv., 123 Chr.-
■Geref., 1 R.-Kath. en 4 Israelieten. De landbouw maakt de hoofdbron
■van welvaart uit, wordende de akkers meest met tarwe, erwten, boonen,
■ gorst, haver, aardappelen, koolzaad, meekrap en vlas bezaaid. E r is ook
■eene meestoof.
I Het d. Colijnsplaat, is eene der voornaamste plaatsen van het Zeeuw-
■ sche platteland. Het vormt een ruim Vierkant, met de fraaie Herv. kerk
■ m bet zuiden en eene haven in het noorden. Onder de gebouwen onder-
■scheidt men verder het Raadhuis en de kerk der Chr.-Gereformeerden.
■Colijnsplaat is in 1599 aangelegd.
I Collendoorn, buurt in de Overijsselsche gem. Ambt-Hardenbergh, in
■ 1840 met 122, in 1860 met 269 inw. De havezathe Collendoorn werd in
■ 1560 door Lubbert Blanckfoort gebouwd.