
7 Luth, en 3 Isr. Zij bestaan meest allen van den landbouw. De gem.
bevat het d. Hoogerheide, de b. Woensdrecht en Zuidgeest, de geh. Neerheide,
Korteweg en Heimoien, benevens den polder Hinkelenoo rd.
W o e n s e l, d. met eene E.-Kath. kerk in de N.-Brab. gem. Woen-
sel-en-Eckart, in 1340 met 489 inw. Het d. is oud, en bezit in het ge-
meentearchief nog eene oorkonde van 1307. De kerktoren, die in 1629
door de Spanjaarden werd gebruikt om aan de belegerden binnen ’s H ertogenbosch
seinen te geven en toen 63 meter hoog was, werd door
den storm van Zondag 9 November 1800 omver geworpen.
W o en se l-en -E ck a r t, gem. in N.-Brab., tusschen Eindhoven, Ton-
gelre, Nuenen, Son c. a., Best; Oirschot, Zeelst en Strijp. De oostgrens
wordt door den Dommel, de westgrens door de Eikenreit bespoeld. Aan
eerstgen. ri vier ligt beekklei; overigens bestaat de grond geheel uit
diluviscb zand. In 1870 besloeg de oppervlakte 3766 bund., doch door de wet
van 16 April 1874 is zij in het zuidoosten, ten behoeve van Eindhoven
en het toezicht op het spoorwegstation aldaar, een weinig ingekort. Woensel
telde in 1822 2957, in 1840 3183, in 1876 4298 inw. Bij de telling
voor 1870 onderscheidde men er 3700 E.-Kath,, 48 Herv,, 1 Chr.-Geref,,
en 937 Isr. Zij bestaan deels van den landbouw, deels van den fabriekarbeid.
De gem. bevat de d. Woensel en Acht, de b. Lymbeekstraat, Bagijnenhoek,
Vlokhoven, Nieuw-Acht en Eckart, benevens een deel van de b. Fel-
lenoord, die vdor de jongste grensregeling geheel tot Woensel behoorde.
W o e rd en , voorm. heerl., die oorspronkelijk tot Utr. behoorde, doch
omstreeks het einde der 13de eeuw aan Holland is gekomen. Zij bestond
uit het kasteel van Woerden, met de daarbij liggende plaats, die vervolgens
eene stad werd, en Wöerden’s omstreken.
De heerl. schijnt ontstaan te zijn uit het gouwgraafschap Germepi, dat
in de middeleeuwen bloeide. Een Harmanus de Worthen wordt in eene
oorkonde van 1181 vermeld. Hij was een dienstman der K erk van Utrecht,
ten behoeve van welk stift Bisschop Godfried van Ehenen in 1160 er een
zwaar kasteel stichtte. In 1165 wordt weder een Herman van „Woerden”
vermeld. Hÿ komt voor als getuige in de oorkonde, waarbij Keizer Fre-
derik I beveelt den dam te Zwammerdam te siechten. Een zijner opvolgers,
mede Herman genoemd, was in 1224 getuige van Gijsbrecht I I van Am-
stel, nadat hÿ, volgens eene overlevering, in 1216 ook een leenman van den
Hollandschen Graaf was geworden. Een derde Herman van Woerden ver-
bond zieh in 1274 met de burgers van Utrecht en trad in het verbond
der edelen tegen Graaf Floris V, welken V orst hij den feisten haat had gezwo-
ren. Na den moord van den Graaf in 1296 moest hij vluchten. Toen de opvolgers
van Graaf Floris beschikten over de bezittingen der saam-
gezworenen, gaf Jan I I zijn broeder Gwy van Avesnes Woerden in leen. Bisschop
Willem uit den huize van Mechelen, daarover vertoornd, poogde
Woerden aan de Hollandsche opperheerschappij te ontrukken. Doch te vergeefs:
Gwy van Avesnes, in 1301 zelf tot Bisschop van Utrecht verheven,
liet Woerden na aan zijn neef, Graaf Willem I I I van Holland. Niettemin
hebben de Utrechtsche Bisschoppen nog herhaaldelijk hunne aanspraken
op Woerden doen gelden, zelfs met de wapenen, doch vruchteloos:
Woerden is bij Holland gebleven. Alleen werd de heerl, in 1558 door
Filips I I verpand aan E rik van Brunswijk, welke verpanding eerst in
1617 door Holland’S Staten werd afgelost.
W o e rd en , voorm. balj. ten tijde der Holl, graven en van de Eepubliek.
Het bevatte de stad Woerden en de daaraan onderhoorige polders, benevens
de ambachtsheerlijkheden Bodegraven, Waarder, Barwoutswaarder-cn-
Bekenes, Eietveld-en-de-Bree.
W o e rd en , vijfde kant. van het Z.-Holl. arr. Leiden, bevattende de
9 gem.: Barwoutswaarder, Bodegraven, Hekendorp, Lange-Euige-Weide,
Nieuwkoop, Papekop, Eietveld, Waarder, Woerden.
W o e rd en , groot waterschap, omvattende een deel van Z.-Holl. en
Utr., alles in den omtrek der stad Woerden, namelijk 8348 bund, land
in eerstgen. en 8374 bund. in laatstgen. prov.
W o e rd en , ring der klasse Leiden van de Herv. Kerk. Deze ring
is saamgesteld n it de 11 gemeenten : Woerden, Langer-en-Korter-Aar,
Aarlanderveen, Bodegraven, Leimuiden-Kalslagen-en-Bilderdam, Nieuwkoop,
Nieuwveen, Noorden, Eijnsaterwoude, Oude-en-Nieuwe-Wetering
Zevenhoven.
W o e rd en , gem. in Z.-Holl. op de Utrechtsche grens, zoodat van de
6 gem. die het bepalen, 3 tot Utrecht behooren. Naar het noorden paalt
Woerden aan Kamerik, naar het oosten aan Harmelen, naar het zuiden
aan Linschoten, naar het westen aan Waarder, Barwoutswaarder en E ie tveld.
De gern , die door den Eijn en de Linschoten wordt doorsneden
en ruim 1236 bund. groot is, heeft meest kleigronden en in het zuiden
eenig laag veen.
In 1796 had zij 2602, in 1811 2795, in 1822 2672, in 1830 3052, in
1840 4233, in 1860 4136, in 1860 4187, in 1876 3861 inw.
Bij de telling voor 1870 was de bev. onderscheiden in : 2364 Ned.-
Hery., 2 W.-Herv., 104 Ev.-Luth., 4 Herst. Luth., 97 Chr.-Geref., 15 Eem.,
7 Doopsgez., 1420 E.-Kath., 1 Oud-E., 70 Ned.-Isr. en 2 ongenoemden.
De gem. bevat de stad Woerden en hare voorsteden, benevens de
polders het Oudeland, Tournooivold, Snel, Middelland, Kromwijk, Bul-
wijk, Geestdorp en Breeveld.
Op het platteland bestaat de bev. meest van veeteelt en landbouw, ter-
wijl de ingezetenen der stad veelal het noodige winnen door bandel,
winkeinering, steen- en pannenbakkerij, het scheepstimmeren en andere
ambachten.
De stad Woerden ligt aan den Eijn, die hier in een zeer nauw
bed de stad in een noorder en zuider helft verdeeld.
Woerden is zeer oud. Waarschijnlijk bloeide het reeds ten tijde der Eomei-
nen als buurtschap. Het schijnt in de Eomeinsche reisboeken onder den
naam van Niger-Pullus te zijn aangeduid. Die naam schijnt nog voort te leven
in de Zwarte-Kiekenbuurt. Het Wyrda aan den Eijn enVurdin ofWrdan
88