
tons weder tot 4 werd beperkt, waaraan tot hoofdplaatsen werden gegeven:
Dordrecht, ’s Gravendeel, Oud-Beijerland en Ridderkerk.
D o rd r e ch t, eerste kant. van het arr. Dordrecht, bevattende do 6
gemeenten : Dordrecht, Dubbeldam, Groote-Lindt, Heerjansdam, Hendrik-
Ido-Ambacht, Zwijndrecht.
D o rd r e ch t, klasse der Herr. Kerk in Zuid-Hoiland, verdeeld in 5
ringen : Dordrecht, Zwijndrecht, Oud-Beijerland, Sliedrecht, Gorinchem.
Zij telt 44 g em ., die door 35 pred. bediend worden.
D o rd r e ch t, kerk. ring der klasse Dordrecht, bevattende de gem.
Dordrecht, die 3 kerken en 8 predikanten heeft.
D o rd r e ch t, klasse der Chr.-Ger. Kerk in Zuid-Holland, bevattende
de 9 gem.: Alblasserdam, Barendrecht-op-den-Dijk, Barendrecht-onder-
den-Dijk, Dordrecht, Giessendam, ’s Gravendeel, Heerjansdam, Putters-
hoek, Sliedrecht.
D o rd r e ch t, gem. in Z.-Holl., in het noorden bepaald door de gem.
Papendrecht, in het noord-oosten door Sliedrecht, in het zuid-oosten en
zniden door Dubbeldam, in het westen door Zwijndrecht.
Zij heeft, sedert bij de wet van 19 Ju n i 1871 een ged. van de gem.
Dubbeldam tot Dordrecht is gekomen, meer dan 1330 bund, oppervlakte
en is gevormd nit de stad Dordrecht en de heerl. de Merwede. De
grond bestaat uit rivierklei, wordt bespoeld door de Merwede en de Oude-
Maas en is doorsneden van de Boven-Westersloot en verscheidene killen.
Dordrecht had in 1515 1500 huizen, in 1620 3084, in 1632 3278, in
1732 3954, in 1860 4074.
In 1572 telde Dordrecht 4200 weerbare mannen. Omstreeks 1740 be-
rekende men het getal inwoners op 18,000. In 1796 bestond de bevolking
nit 18,014 zielen, in 1811 uit 19,402, in 1822 uit 18,460, in 1830 uit
19,972, in 1840 uit 20,991, in 1850 uit 20,900, in 1870 uit 24,651, in
1872 uit 25,796.
Het getal ingezetenen, dat door de grensverandering met Dubbeldam op
den 1 Juli 1871 bij Dordrecht kwam, beliep 191.
In 1860 rekende men te Dordrecht: 18,648 Ned.-Herv., 210 Waalseh-
Herv., 10 Rem., 170 Chr.-Afg. (Chr.-Geref.), 47 Doopsgez., 565 Ev.-
L u th ., 2 Herst.-Luth., 3 E pisc., 1 Lid der Schotsche gem., 2949 R.-
K a th ., 46 Oud-Roomschen, 367 Isr. en 36 ongenoemden.
De stad Dordrecht bloeide waarschijnlijk reeds als marktplaats, toen
de Hollandsche Graaf Dirk I I I haar omstreeks 1015 liet versterken en
er een tol vestigde. Aangelegd aan den morid van de Dubbel in de
Merwede, werd zij in 1046 door het he3traten van de Voorstraat ver-
groot, en onderging, wat haar omtrek betreft, tusschen 1170 en 1176
eene geheele verandering. Ten gevolge van doorbraken baande de Noord
zich een doortocht naar Puttershoek, hetgeen ten gevolge had, dat
tusschen Dordrecht en Zwijndrecht een stroombaan ontstond en het
dorpje Dordsmonde, dat tusschen beiden lag, werd vernietigd. In 1284
werd den Dubbel eene nieuwe uitwatering gegeven, waardoor tevens de
Groote-Kerkbuurt, Groenmarkt en Wijnstraat ontstonden. De derde vergrooting
der stad, in 1404, bracht een gedeelte der heerlijkheid Merwede
binnen de wallen. Met de vierde vergrooting, in 1508, ontstonden de Nieu-
wehaven en de Hooge-Nieuwstraat. De vijfde vergrooting, in 1574, voegde
de Prinsenstraat aan de stad; de zesde, in 1609 , de Drapiers- of
Wolleweverskade; de zevende, in 1647, het st -Maartensgat; de acht-
ste, in 1656, de Kalkhaven. Sedert 1863 heeft, zoowel door het leg-
gen van eene kade van het Groote-Hoofd naar het Rietdijkshoofd, als
door aanbouw bij het station van den spoorweg, de kom der gemeente
nieuwe uitbreidiugen ontvangen.
De fraaiste deelen van Dordrecht zijn de havens, waarvan die, welke de
namen van Wolleweverskade, Nieuwehaven en Maartensgat dragen, met de
Wijnstraat, Voorstraat, Steeg-over-Sloot en Groenmarkt door de woonhui-
zen der aanzienlijkste burgers zijn bezoomd. Andere havens dan de genoemden
zijn de Oude- of Wijnhaven, de Kalkhaven en de Rietdijksche haven. Het plein,
dat den naam van de Beurs of Scheffersplein draagt en de Voorstraat zijn
de voornaamste punten voor het dagelijksch verkeer. De Gravenstraat her-
innert aan den dood van Graaf Dirk IV , die aan het oostelijk einde van die
straat, den 14 Januari 1049, doodelijk werd getroffen. Het huis in de Wijnstraat
tegenover deze plek, he etn o g h et huis Holland. Van de oudste grafelijke tijden
tot 1795 was Dordrecht de eerste onder de Hollandsche steden, en zij bezat
in dit tijdperk vele en belangrijke voorrechten. Vooral muntte daaronder
het stapelrecht uit, dat haar in 1299 door Graaf J a n I van Holland
werd gegeven.
■ Tot de historische herinneringen van Dordrecht behooren n o g : hare
verdediging tegen de Utrechtschen in 1049 en 1058 door Graaf Eloris I ;
het binnentrekken van den Graaf van Loon in 1204; de twist van W olfert
van Borssele met Dordrecht’s schepenen in 1299; de tocht der Dordtenaars
tegen Delft in 1359, om Hertog Albrecht laatstgenoemde stad te helpen
winnen; de burgergeschillen van 1406 en 1407; de komst van den Keizer
Sigismund, in 1415; de huldiging van Hertog J a n van Beijeren en h et beleg
der stad door Jakoba van Beijeren in - 1418; de watervloed van 18 Nov.
(de st.-Elizabethsnacht) 1421, die Dordrecht van het vasteland scheidde;
de verwikkelingen met Hertog Filips van Bourgondie, van 1444 tot 1456;
de brand van den 29 Ju n i 1457, die nagenoeg 600 huizen vernielde; de
inhuldiging van Filips de Schoone, op den 13 Ju n i 1497; het vermoor-
den van Burgemeester Willem van Alblas, door den priester van
der Does, in 1502; de komst van Keizer Karel V, den 3 Ju n i 1515;
de vervolgingen om den godsdienst van 1555 tot 1572; de overgang tot de
Staatsche zijde op 22 Ju n i 1572; de eerste algemeene vergadering der H ollandsche
edelen en steden, die de zijde van den Prins van Oranje hadden
gekozen, op 15 Ju li 1572; h e t houden der eerste nationale synode, van
2 tot 18 Juni 1578; de nationale synode van 1618 en 1619; de burgergeschillen
van 1647, 1672, 1684 en 1742; de capitulatie met de Pruisen
op 18 September 1787; het binnentrekken der Frauschen op 19 Januari
1795; de aftocht der Franschen op 18 November 1813; de pogingen der
Franschen om de stad tc heroveren van 24 tot 30 November 1813; de