
A n th o n is (St.), buurt in de Geld. gem. Groesbeek, in 1840 met 159,
in 1860 met 212 inw.
A n th o n is (St.), dorp in de N.-Brab. gem. Oploo c. a ., in 1840 met
971, in 1860 met 960 inw. De bloei van dit dorp is zeer toegenomen,
nadat een groote weg van Boxmeer naar Helmond daardoor is aangelegd.
A n th on iu sb an k , geh. in do Limb. gem. Cadier-en-Keer.
A n tw e rp e r -p o ld e r , polder in de Zeenwsche gem. Zuidzande, bedijkt
in 1506, 183 bund, groot.
A p e l (ter), d. in de Gron. gem. Ylagtwedde, in den zuidoosthoek
der p ro v ., aan de Ruiten-Aa. Het ontleent zijn oorsprong aan bet
Kruisdragers-klooster, het Hnis des Lichts, dat in 1464 door Jacobus
Wiltinck werd gesticht. In 1619 kwam dit convent aan de stad Groningen,
die het ophief. Het d. had in 1840 59, in 1860 119 inw. Door het
menigvuldige houtgewas rondom deze fraai-gelegen plaats levert zij vele
schilderachtige dreven op.
A p e le rk an a a l (ter) of S tad s-te r -A p e le rk an a a l, vaart in het zuid-
oosten der prov. Groningen, door de Kloosterveenen van ter-Apel. Zij
reikt van het zuideinde van het Stadskanaal oostwaarts naar de Ruiten-Aa
en westwaarts naar de Drenthsche grenzen, ter lengte van omstreeks f
uur. Een nieuwe kolonie is daardoor ontstaan, in wier midden, voor
omstreeks tien jaren, eene R.-Kath. kerk is gebouwd.
A p e ld o o rn , kanton in het Geld. arr. Arnhem, bevattende de 4 gem.
Apeldoorn, Voorst, Brummen en Epe.
A p o ld o om , kerk. ring der klassis Arnhem, bevattende de 12 gem.
Apeldoom-en-het-Loo, Beekbergen, Brummen, Eerbeek, Hall, Hoenderloo,
Loenen, Nijbroek, Terwolde, Twello, Voorst en Wilp.
A p e ld o o rn , gem. in Gelderl., op het midden der Veluwe en inge-
sioten door de gem. Ede, Bameveld, Ermelo, Epe, Voorst, Brummen en
Rozendaal. Zij is 33,940 bunders groot, genoegzaam alles zandgrond,
met heuvelen van 70, 80, ja tot 107 el boven A.P. E r zijn echter ook
eenige bunders moerasveen, even als afgegraven hoog veen, terwijl aan
de noordwester grenzen het heldere Uddelermeer wordt gevonden. De
gem. bevat de dorpen Apeldoorn, Beekbergen en Loenen, het grootste
deel van het d. Hoenderloo, de buurten Ankelaar, Beemte, Brink, Broek-
land, Engeland, Kootwijk, Lieren, ’t Loo, Meerveld, Noord-Apeldoorn,
Oosterhuizen, Orden, Oudorp, Hoog-Soeren, Ugchelen, Utteld, Wenum,
Wiessei, Wonnen, Woudhuis, Zevenhuizen en Zilven, benevens de geh.
Asselt, Koudenhoven, ’t Sol, Vossen, enz. De inw., in 1822 5859, en m
1840 8817, waren in 1870 tot 12,765 toegenomen. Zij deelden zieh bij
de telling van 1860 in 9082 Ned.-Herv., 14 Waalsch-Herv., 1 Rem., 531
Chr. Afg. (Christ. Geref.), 8 Doopsgezinden, 45 Ev.-Luth., 1 Herst.-
L uth., 3 Anglik., 1606 R.-Kath., 21 Isr. en 3 ongenoemden. Ofschoon
de gem. nog bijna 20,000 bund, heide bevat, maakt de landbouw het
hoofdbedrijf der ingezetenen u it; men berekende het bouwland m 1869
op 4395, het weiland op 1350, het hooiland op 150, de tuingrond op
268 en het bosch op 6817 bund. De veeteelt is niet onbelangrijk,
vooral de schapenfokkerij. De veestapel bestond in 1869 uit 614 paarden,
3952 runderen, 5042 schapen, 1455 geiten en bokken, en 1158 var-
kens. Voor het winnen van honig en was zijn er 1500 korven. Voorts
zijn er nagenoeg 40 papiermakerijen, waarvan 4 door stoom gedreven
worden, een koperpletterij, een marokijn-lederfabriek en eenige kleinere
inrxchtingen van volksvlijt. De scheepvaart vindt een goeden waterweg
in het Apeldoornsch-kanaal, aan welks einde het Dierensche-kanaal een
aanvang neemt. Voorts dankt Apeldoorn veel vertier aan het bezoek op
het koninklijk lustverblijf het Loo.
Het d. Apeldoorn is eene welgebouwde, bevallige plaats, aan de Grift,
die in 1840 924, in 1860 1114 inw. binnen de bebouwde kom telde.
Het heeft een aanzienlijk raadhuis, eene nieuwe en schoone Herv. kerk,
eene sierlijke R.-Kath. kerk, en eene kerk voor de Chr. Geref. E r
zijn verscheidene scholen, waaronder een door Koning Lodewijk en een
door Koning Willem I I I gesticht. In 793 wordt van deze plaats onder
den naam van Apoldro melding gemaakt. In Aug. 1629 werd het door
de Spanjaarden onder Salazar afgebrand.
Apenbroek, landhoeve in de Limb. gem. Beegden, aan de Halenderbcek.
Apenhuizen, geh. in de Overijsselsche gem. Bathmen.
AperlOO, buurt in de Geld. gem. Doornspijk, in 1840 met 224, in
1860 met 229 inw.
A p o sto lh u is, boerd. in de N.-Brab. gem. Mierlo. In 1545 werd het
gesticht tot een gasthuis voor oude mannen.
Appel, buurt in het zuiderd. der gem. Nijkerk, in 1840 met 318, in
1860 met 299 inw.
Appelenburg, landg. deels in de gem. Dodewaard, deels in de
gem. Echteid, aan de Waal.
Appelscha, dorp in de Eriesche gem. Oost-Stellingwerf, te midden
van heiden, woeste zandduinen en venen. Het telde dien ten gevolge in
1811 met de daaronder behoorende geh. slechts 150 inw., doch sedert is
door het verlengen der Compagnonsvaart zoo veel heide ontgonnen, dat
Appelscha in 1840 885 inw. bevatte, namelijk 665 te Appelscha, 128 te
Hoog-Appelscha, 31 te Akinga, 28 aan de Bult, 18 te Ter-Wisga en 15
te Hoogeveen. In 1860 beliep h etaantalinw. 2008, in 1870 2274. Het deelt
zieh nu in 2 dorpen, Appelscha en Nieuw-Appelscha, waarvan het laatste
zieh längs de Compagnonsvaart tot op de Drenthsche grens uitbreidt. Het
d. Appelscha zelf telt, zonder de onderhoorigheden, ongeveer 1000 bew.
en heeft eene Herv. kerk. Voor de vereeniging der Zeventien Neder-
landen bloeide er het Eremonstreiter monnikenklooster ’s Werelds Licht.
Appelscher-Zandbergen, zandhoogten aan de zuidzijde van het
Eriesche dorp Appelscha, die, hoezeer te midden des lands liggende, zieh