
A rn em u id en , gem., uitmakende het oostelijkgedeelte van W alcheren,
het noordelijket deel van Hieuw- en st. Joosland, en het eilandje nit den
Sehastiaans-de-Langes- en Calandspolder saämgesteld. Vdör 1857 was zij
veel kleiner, doch toen is Kleverskerke daarbij ingelijfd. Naar de waterzijde
is zij hepaald door ’t Veersche-Gat, de Züidvliet, de Piet, de Schengen
en ’t Sloe; naar de landzijde door de gem. Nieuw- en- St. Joosland, Middelburg
en Vrouwepolder. De grootte beloopt 1233 bund., de bevolking
in 1870 1649 zielen, of 185 meer dan in 1860. De inwoners bestünden
in 1870 uit 1578 H e rv ., 7 Chr. Ger. en 64 R.-Kath. Landbouw en
vischvangst geven den meesten ingezetenen het noodige. In de gem. lig-
gen het steedje Arnemuiden, h et d. Kleverskerke en het geh. Nieuwerkerke.
De grond is een vette klei.
Het steedje Arnemuiden vervangt sints 1438 het verdwenen Oud-
Arnemuiden, eens eene hanzestad. In de 16de eeuw was Arnemuiden
eene voomame haven, doch het verzanden der reede deed haar bloei ten
onder gaan. Kerk en raadhuis zijn merkwaardige gebouwen. In 1802
brandden er door ’t springen van een kruidmolen 8 zoutketen af. E r
wordt een Station voor den staatsspoorweg gebouwd.
A rn em u id sch e -g a t, stroom tusschen Walcheren en st.-Joosland. Het
is sints lang als vaarwater verlamd. E r loopt nu een dam door, een deel
uitmakende van den straatweg tusschen Middelburg en Goes.
A rnhem, arr. in de prov. Gelderland. Toen het in 1811 als arr. van
het Departement van den Boven-IJssel werd ge.vormd, werd het afgedeeld
in de 14 kantons: Apeldoorn, Arnhem, Barneveld, Brummen, Ede, Eiburg,
Harderwijk, Hattem, Nijkerk, Twello, Vaassen, Velp, Wageningen en
Zevenaar. Sedert 1838 beloopt het aantal kantons slechts 7: Arnhem,
Zevenaar, Wageningen, Nijkerk, Eiburg, Apeldoorn en Harderwijk.
A rn h em , eerste kant. van het arr. Arnhem, bevattende de gem. Arnhem,
Rheden en Rozendaal.
Arn h em , rijks-kiesdistrict voor het afvaardigen van Leden naar de
Staten-Generaal, volgens de wet van 6 Mei bevattende de 14 gem.: Arnhem,
Ede, Renkum, Doorwerth, Heteren, Hemmen, Huissen, Westervoort,
Brummen, Rheden, Rozendaal, Wageningen, Valburg, Eist. Het had in
1869 87,190 inw. en 2745 kiesgerechtigden.
A rnhem, hoofd-kiesdistrict tot het afvaardigen van Leden voor de
Prov. Staten van Gelderland, bevattende de 3 gem.: Arnhem, Rozendaal,
Rheden.
A rnhem, klassis der Herv. kerk in de prov. Gelderland, verdeeld in
de 3 ringen: Arnhem, Wageningen en Apeldoorn. Zij bevat 29 gem.
met 36 predik.
A rnhem, kerk. ring der klassis van Arnhem, bevattende de 9 gem.
Arnhem, Dieren, Ellekom, Oosterbeek, Rheden, Rozendaal, Schaarsbergen,
Spankeren, Velp.
A rn h em , klasse der Christ. Ger. kerk, bevattende de 9 gem. : Arnhem,
Beekbergen, Culemborg, Lunteren, Ommeren, Renswoude, Tiel, Veenendaal,
Velp.
Arnhem, dek. van het aartsbisdom van Utrecht, met 18 par. : Ange-
ren, Arnhem (st.-Walburgis), Arnhem (st.-Eusebius), Bemmel, Doomen-
burg, Driel, Eiden, Eist, Gent, Herveld, Huissen, Indoomik, Lent, Oosterbeek,
Oosterholt, Renswoude, Valburg, Wageningen. Bijkerken zijn te
Heteren (par. Indoomik) en Renkum (par. Wageningen).
Arn h em , gem. in de prov. Gelderland, palende in het noorden aan
Ede, in het oosten aan Rozendaal, Rheden en Westervoort, in het zuiden
aan Huissen en Eist, in het westen aan Renkum. Zij is 6748 bund, groot,
bestaande de grond grootendeels uit diluvisch zand, doch aan den IJssel
en Rijn uit rivierklei.
In 1796 telde zij 10,080, in 1811 9437, in 1814 9438, in 1822 10,059,
in 1830 14,509, in 1840 16,758, in 1870 32,497 inw. Bij de telling van
1860 waren zij onderscheiden in: 12,136 Xed. Herv., 199 Waalsch Herv.,
29 Rem., 132 Chr. Afgesch., 86 Doopsg., 814 Ev. L uth., 14 Herst.
Luth., 10 Hermhütters, 5 Anglik., 2 Eng. P re sb ., 10,621 R.-Kath., 3 Oud-
Roomschen, 742 N. Isr., 1 Port. Isr. en 19 ongenoemden.
De gem. bevat de stad Arnhem, het dorp Schaarsbergen, de buurt
Klingelbeek, verscheidene groote en kleine landgoederen, uitgestrekte bos-
schen, beiden, akkers en weilanden, van welken de laatsten het Amhem-
mer-Broek en de Stads-Waarden heslaan.
De stad Arnhem, de hoofdstad van Gelderland, ligt aan den Rijn, 17
uren van Amsterdam, 25 uren van ’s Gravenhage.
Zij is van oude dagteekening, al is het gevoelen, dat zij het Arenacum
uit den tijd van Civilis zon zijn, moeijelijk te verdedigen. De inkomsten
harer kerk werden onder de Erankische koningen aan de abdij te Prüm,
en voor het overige in 996 of 997 door Keizer Otto I I aan de abdij te
Elten geschonkon. Graaf Otto van Gelder gaf aan deze plaats den 18 Ju li
1233 stedelijke rechten. Sedert verkreeg zij den rang van hoofdplaats van
het Kwartier der Velnwe, trad in 1343 in de Hanze, werd in 1544 de zetel
van het Hof van Gelderland en in 1559 van de provinciale rekenkamer.
Bij de oprichting van het Kon. der Nederlanden werd Arnhem de hoofdplaats
der prov. Gelderland, en sedert nam haar bloei zoodanig toe, dat
terwijl zij in 1820, wat het aantal harer bewoners betreff, de zeventiende
stad van Noord-Nederland werd gerekend, zij te dien aanzien thans de
zevende plaats bekleedt.
Tot do merkwaardigste herinneringen van Arnhem’s geschiedenis moet
men rekenen : de verrassing der stad door Willem van Egmond, op
27 Eehr. 1466; het hezetten door de Bourgondiërs in 1473; de ver-
overing door Eilips de Schoone, op 23 Ju n i 1505; het verdrijven der
Bourgondiërs door Karel van Egmond op 21 Maart 1514; het afsterven
van Hertog Karel van Egmond op 30 Ju n i 1538; het binnenbrengen
van het Staatsch-krijgsvolk door den Graaf van Meurs in 1585 ; het bin-
nentrekken der Eranschen op 16 Ju n i 1672; de verlossing in Mei 1674;
de oproeren van 1702, 1748, 1783 en 1786; de overgave aan de Eranschen