
In 1462 werd de heerl. Asten door Wenceslaus van Brabant en zijne gade
Johanna aan den befaamden Leuvenschen hoofdschout Pieter Couterel
geschonken. In 1512 werd het door de Gelderschen geplunderd en in
1543 door dezelfden gebrandschat.
A sten , kast. in de gem. Asten, tnsschen Wolfsberg en Hensden.
A sten sch e -A a , beek in N.-Brab., die, in de Peel ontstaan, längs de
grenzen der gem. Asten aan de eene, en Deurne en Vlierden aan de
andere zijde vloeit en zieh met de Aa vereenjgt.
A ste r t, pold. in de N.-Brab. gem. Princenhage, 44 bund. gr.
A teb u r en , of A tteb u r en , geh. onder het Friesche d. Hieslum (Wonseradeel).
A tseb u r en , of A tz eb u r en , geh. onder het Friesehe dorp Westhem
(Wymbritseradeel).
A tseb u u r ste rm e e r , of E le in em e e r , voorm. meer bij Westhem
(Wymbritseradeel), in 1633 droog gemaakt. In 1825 werd het overstroomd.
A tte lak en , buurt in de N.-Brab. gem. Etten-en-Leur, in 1840 met
314, in 1860 met 359 inw.
A u g sb u u r t, of L u tk ew o ld e , d. in de Friesche gem. Kollumerland
c. a., aan de trekvaart van Dokkum op Groningen. Het telde met het
geh. Steenharst in 1840 165, in 1870 133 inw. E r is eene Herv. kerk.
Vroeger stond er de state Augsbuur of Clant.
A u g u sta -p o ld e r , pold. in de N.-Brab. gemeenten Bergen-op-Zoom
en Woensdrecht c. a . , 137 bund. groot, bedijkt in 1787.
A u g u s tin u s (st.-), geh. aan de Kendel, in de Limb. gem. Bergen,
met een kantoor voor de inkomende rechten. Het is door het genoemde
riviertje van de tuinen van het Pruissisch seminarie Gaasdonk gescheiden.
A u g u stin u sg a , d. in de Friesche gem. Achtkarspelen, aangenaam in
het geboomte gelegen. Het had in 1840 621, in 1870 645 inw., waaron-
der die van de geh. Blaauwvallaat, Oosterburen en Hoodeschuur begrepen
zijn. E r is eene Herv. kerk. Vroeger vond men er ook de staten Gay*
cama, Jensma en Siccama.
A u ste r litz , d. in de Utrechtsche gem. Zeyst. Het is ontstaan ten ge*
volge van een kamp van Fransche en Nederl. krijgslieden op de Amers-
foortsche heide, in 1804 betrokken, en genoemd naar de verovering, door
Napoleon I den 2 December 1805 op de Oostenrijkers bevochten. Het
bleef een geh. tot 1861, toen het door de mildheid van Jh r. A. J . de
Beaufort eene eigene (Herv.) kerk kreeg, die echter niet in het dorp,
maar ten noord-westen daarvan, aan den straatweg, Staat. Bij Austerlitz,
verrijst op een der meest-verheven punten der heide, 65 el hoog, de
Piramide van Austerlitz, een kunstheuvel, ter herinnering aan het kamp
van 1805 opgericht. De steenen met hunne opschriften, die eens daarop
stonden, liggen verbroken in het rond.
A u ste r litz -p o ld e r , pold. in de Zeeuwsche gem. Zuidzande, bedijkt
in 1807, 87 bund. groot.
Autriohen-polder, of O o sten r ijk sch e -p o ld e r , pold. in de Zeeuwsche
gem. Westdorpe, bedijkt in 1620, 502 bund. groot.
A u v e r g n e -p o ld e r , pold. in de N.-Brab. gem. Halsteren, bedijkt in
1693, 717 bund. groot.
A u w em u, voorm. adell. huis, met prächtig bosch, in de Gron. gern.
de Leek, bij Tolbert.
A v en d o rp of A v on d d o rp , voorm. geh., thans boerenhoeve, f uur
ten zuidw. van Schagen, op een lagen heuvel.
Av enho rn, gem. in N.-H o ll., naar de landzijde bepaald door Berk-
hout, Ursem, Schermerhorn, de Beemster, Oudendijk, en in het oosten
door de Zuiderzee bespoeld. Zij is 879 bund. groot, voor twee derden
klei- en voor e'en derde veengrond, en bevat thans weder de d. Avenhorn,
Grosthuizen en Scharwoude, even als van 1811—1817. Van 1817 tot
1854 was de gem. echter alleen tot Avenhorn, met de buurt Oost-Mijzen,
bepaald. In 1811 had zij 619, in 1860 1103 en in 1870 1146 inw.
Ten jare 1860 onderscheidde men de bev. in 746 Ned.-Herv., 2 Bem.,
16 Doopsgez., 4 E v .-L u th ., 1 Herst.-Luth. en 322 B.-Kath. Veeteelt en
zuivelbereiding zijn er de hoofdbronnen van welvaart.
Het d. Avenhorn, aan de vaart van Hoorn naar Alkmaar, had in 1840
364j in 1860 397 inw. E r is eene Herv. kerk. Het oudste bericht van
Avenhorn dagteekent van 1319.
A ve rb e rg en , havezathe in de Overijsselsche gem. Olst, vermoedelijk
reeds voor 1260 gesticht, toen Henricus ultra Montern als getuige een
giftbrief bezegelde,
A v e r e e st, gem. in de prov. Overijssel, in het noorden palende aan de
Drenthsche gemeenten de Wijk en Zuidwolde, van welke zij door de Beest
gescheiden wordt, en verder ingesloten door Ambt-Ommen, Ommen en
Nieuw-Leusen. Zy is 7335 bund. groot, en telde in 1840 3781 en in 1870
6285 inw., voor laatstgenoemd ja a r onderscheiden in 4635 Herv., 22 Ev.-
Luth., 12 Doopsgez., 684 Chr. Ger., 841 B.-Kath. en 91 Isr.
Avereest bestaat in zijn tegenwoordigen omvang eerst sinds 1836. Voor
1818 behoorde het d. Avereest zelf tot Ambt-Ommen en vormde daarna
eenigen tijd met Nieuw-Leusen e in schoutambt. In eerstvermeld ja a r werd
het, na van Nieuw-Leusen gescheiden te zijn, met deelen van Ambt-Ommen
en Ambt-Hardenberg vergroot.
Avereest bestaat uit het d. Avereest, de aanzienlijke veenkolonie De-
aemsvaart, een deel van de Ommerschans, de buurten Achterveld, Spon-
tnrfwyk, Arrienveld en de Huizen, benevens de geh. Oosterhuis, de
ever, Westerhuis, de Kievitshaar, Grootoever, Kleinoever, Wheme de
Haar, de Veldhoek en ten Kate.
De grond bestaat u it diluvisch zand en hoog veen, dat, voor het
grootste deel afgegraven, in goede bouwlanden is herschapen. De hoofd-
5*