
trekken, staat een kwartier ten zuiden van Gennep. Bezienswaardig is de
spoorwegbrug daarbij over de Maas.
Gennep, geh. in de N.-Brab. gem. Gestel-en-Blaarthem.
G en n ep e rh u is, voorm. sterkte aan den uitloop van de Niers in de
Maas, 15 min. ten noordwesten van Gennep. Als de sleutel van Gennep en
de Boven-Maas was het door vroegere oorlogen in een jammerlijken Staat
gebracht, toen de Spanjaarden het in 1635 op nieuw versterkten. In
1641, toen Prins Frederik Hendrik het Genneperhuis belegerde, was de
Ie r Thomas Preston er gouverneur. Het beleg begon den 10 Ju n i en
duurde tot den 27 Ju li, wanneer Preston gedwongen was het over te
geven. In 1710 is Genneperhuis door de Franschen verwoest en hestaat
tharis nog slechts als puinhoop. Daarbij Staat eene boerderij, mede
Genneperhuis geheeten, met een veer over de Maas.
Genoen, of G en ouw , geh. in de Limb. gem. Montfort, waarbij Ro-
meinsche oudheden zijn gevonden.
G en o en h u is, of K o n ijn en tiu is , geh. in de N.-Brab, gem. Zes-
Gehuchten, in 1840 met 97, in 1860 met 86 inw.
Gent, gem. in Geld., saamgesteld uit de heerl. Gent en Hulhuizen,
waarvan de een tot 1795 tot Gelderland, de ander to t Cleve behoorde.
Zij wordt in het zuiden door de Waal bespoeld en wordt omringd door
de gem. Bemmel, Millingen en Ubbergen. Hare grootte beloopt ruim
1549 bund., bijna geheel vruchtbare rivierklei, terwijl een deel der uiter-
waarden door alluvisch zand is gevormd. In 1822 had deze gem. 1087,
in 1840 1835, in 1860 1948, in 1873 2318 inw., in laatstgenoemd jaa r
onderscheiden in 2129 R.-Kath., 182 Herv., 2 Luth. en 5 Israelieten. De
landbouw maakt bet hoofdbedrijf der ingezetenen uit. Men vindt er echter
ook 7 steenbakkerijen, een scheepstimmerwerf, een korenmolen enz.
Behalve de dorpen Gent en Hulhuizen, bevat de gem. ook de buurten
Kommerdijk, Flieren en Kapel.
Het d. Gent, in 1840 met 368, in 1860 met 470, in 1872 met 482
inw., ligt aan den Waaldijk, in eene zeer bevallige streek. Het heeft een
kasteel (een deftig heerenhuis), eene R.-K. en een Herv. kerk. Het is zeer
oud. Opgedolven oudheden wekken het vermoeden dat het reeds in den
Romeinschen tijd bloeide, doch zeker weet men dat het reeds ten tijde
van Karel de Groote bestond: het komt onder den naam van Gannitaer-
marca in een giftbrief van 793 voor. De abdij Lorsch of Lauresham die
toen en later gronden te Gent kreeg, verkocht deze in 1228 aan Graaf
Gerhard van Gelder, waardoor Gent aan Gelderland kwam. Graaf Reinald
verhief Gent in 1312 tot eene stad, die nog als zoodanig op den
landdag van 1538 werd vertegenwoordigd. Ook was Gent in het hanze-
verbond opgenomen. Doch Gent verloor die voorrechten ten gevolge eener
gift van Hertog Karel aan Heer Hendrik van G en t. Het werd toen eene
heerlijkheid, die achtereenvolgens door de Gent’s, de Merode’s, de Baer's,
de Voorst’s, de Eck’s, des Villattes’, enz. werd bezeten.
Gontel, uiterwaard aan de Linge, in de Geld. gem. Geldermal.sen,
ongeveer 41 bund. groot.
Genum, d. met eene Herv. kerk in de Friesche gem. Ferwerderadeel,
in 1811 met 77, in 1840 met 124, in 1873 met 149 inw. In vorige eeu-
wen vond men er de state Roorda.
G e r a rd -d e -M o o r sp o ld e r , oude polder, sedert 1612 in de dijkaadje
van Groede begrepen, gem. Groede, 117 bund. groot.
Ge r enda l, geh. in de Limb. gem. Strucht.
G e r h e g g e n , geh. in de Limb. gem. Neer.
G e r k e sk lo o s t e r , d. met een Herv. kerk in de Friesche gem. Acht-
karspelen, in 1840 met 350 inw., doch zonder het daaronder behoorend
ged. van Stroobos te rekenen, waarmede het in 1811 444, in 1840 568,
in 1872 716 inw. bevatte. Het ontleent zijn naam aan het door Gerke
Harkema in 1240 gesticht monnikenklooster Jerusalem.
S t.-G e r la e h , d. in de Limb. gem. Houthem, in 1860 met 237, in
187.0 met 265 inw. Het ontleent zijn oorsprong aan het Norbertijner
nonnenklooster st.-Gerlacb, door een Heer van Valkenburg in het dal van
de Geul gesticht. Dit klooster bleef in 1661 onder het Spaansch gebied,
ofschoon de geheele omiiggende streek tot aan de kloostermuren aan de
Vereenigde Nederlanden was ten deel gevallen. Bij den vrede van Versailles
in 1785 heeft Keizer Jozef echter st.-Gerlach aan de Republiek
afgestaan. De kloosterkapel strekt thans tot kerk der parochie Houthem.
Het klooster zelf -is in een fraai landgoed herschapen.
Gerner , b. in de Overijsselscbe gem. Dalfsen, in 1840 met 332, in
1870 met 380 inw. Tot in het laatst der 16de eeuw stond hier de have-
zathe de Gerner, waarin zieh meermalen Spaansche benden nestelden, die
daaruit het geheele omiiggende land plunderden. Nadat het in 1591 door
hen werd verlaten, is deze havezathe door de landlieden gesloopt.
G e r o lfsd ijk , of G ijn t e r sd ijk , voorm. d. in het Zeeuwsche eiland
Noord-Beveland. Het werd door de watervloeden van 1208 en 1247 verwoest.
Later zijn de gronden weder ingedijkt en heeten nu Geersdijk.
Gerond, geh. in de Limb. gem. Tegelen.
G e r r it -G a u k e sp o ld e r , pold. in de Friesche gem. Dantumadeel.
G e r r its la n d , polderland in de N.-Holl. gem. Texel.
G e r s lo o t, b. met dorpsrechten in de Friesche gem. Aengwirden, in
1811 met 109, in 1840 met 166, in 1873 met 288 inw. De kerk is ten
tijde der Republiek gesloopt.
G e r slo te rm e e r , bedijking in de Friesche gem. Aengwirden. Zij is
in 1852 volbracht en omvat 4S0 bund.
G e r s tep o ld e r , pold. van ruim 10 bund. in de Zeeuwsche gem. Vrou-
wepolder.