
In den Flanschen tijd was Dantumadeel (inet uitsluiting van Eoodkerk
dat aan de mairie Oenkerk was toegevoegd) in 3 mairien gesplitst,
namelijk: Dantumawoude, Einsumageest en Yeenwouden.
Oudtijds was Dantumawoude de hoofdplaats der grietenij, doch reeds
voorlang heeft Einsumageest dien voorrang verkregen.
Dantumawoude, d. in de I'riesche gem. Dantumadeel, ligt een
nur ten zuiden van Dokkum, te midden van bouw landen en geboomte.
H e t bevatte in 1811 557, in 1840 558, in 1872 798 inw. Er
zijn 2 kerken, eene Herv. en eene Doopsgez. In vorige eeuwen vond
men er de staten Botnia, Donia, Oekema, Buinga en anderen.
Darthuizen, buurt in de gem. Leersum, in 1822 met 183, in 184.0
met 228, in 1860 met 241 inw. Vroeger was het een klein dorp, doch
de kapel, waarvan men in het midden der vorige eeuw nog belangrijke
bouwvallen zag, is nu geheel gesloopt. Ook vormde het tot voor weinige
jaren eene afzonderlijke gemeente, die echter bij d ew e tv an 2 7 Ju n i 1857 bij
Leersum werd ingelijfd. De gem. was 664 bund. groot. Yan h et oude kasteel
der Heeren van Darthuizen is niets meer over. De laatste eigenaar dier
ridderhofstad, Otto van Darthuizen, werd in 1580 te Utrecht vermoord.
Darthuizerberg, aanmerkelijke heuvel aan den straatweg van Doorn
naar Leersum, waarop een jachthuis (tevens plaats van uitspanning), in
Zwitserschen stijl is gebouwd ter plaatse waar zieh eens de ridderhofstad
Darthuizen verhief. Uit deze woning en van het terras geniet men de
verrukkendste vergezichten over het zuidwester deel van ’t Utrechtsche
Overkwartier en de Betuwe.
Dasselaar, geh. in de Geld. gem. Putten.
Dassemis, of Dassemus, buurt in de N.-Brab. gem. Chaam, in
1840 met 204, in 1860 met 237 inw.
Datmour, een der op 18 Nov. 1421 verdronken dorpen van den
Zuid-Holl.-Waard. Het lag tusschen Lage-Zwaluwe en Dubbelmonde.
Deddingaburen, of Dedgeburen, geh. onder het I'riesche dorp.
Oldeberkoop (Oost-Stellingwerf).
Dedemsvaart, vaart in Overijssel, die aan het Zwartewater te Hasselt
een begin neemt en naar de Vecht bij Ane voert, ter lengte van bijna
41 ned. mijl. Zij heeft haar ontstaan te danken aan Willem Jan Baron
Dedem van den Berg, die naar het plan zijns schoonvaders, Gerrit Willem
van Marie, in Ju li 1809 met den aanleg een begin maakte en dit werk
met zooveel voortvarendheid voortzette, dat in 1811 reeds eene lengte
van 19 Ned. mijlen, van Hasselt tot het Oosthuizerveld, was gegraven.
Nadat dit kanaal in 1845 door de prov. Overijssel was aangekocht, werd
door de Staten, den 13 Ju li 1852, het besluit genomen, het tot de Vecht
te voltooien. Eeeds toen waren eenige zijtakken aangevangen, die sedert
aanmerkelijk vermeerderd zijn. Het Lichtmiskanaal en de Hoofdwijk door
Lutten zijn daarvan de voornaamste. Door den aanleg van dit kanaal
is eene woeste streek, waar in den aanvang dezer eeuw nauwelijks klein
wild en gevogelte eene schuilplaats vond, in bloeiende veenkolonien her-
schapen. Deze teilen nu reeds ruim 12,000 bewoners, van welken velen door
veeteelt, scheepvaart, handel en fabrieken bf een ruim bestaan, bf ten
minste het noodige levensonderhoud vinden. De middelpunten dezer veenkolonien
vormen de dorpen Dedemsvaart, Slagharen en Lutten. In 1871
kwamen 5748 schepen de Dedemsvaart afvaren.
Dedemsvaart, d. in de Overijsselsche gem. Avereest, aan het kanaal
de. Dedemsvaart. Het telde in 1860 3263 inw., waarvan 2400 in
de kom en 1863 daar buiten. Van 1809 tot 1811 ontstaan, nam het
zeer snel in bloei toe. In 1818 werd er een E.-Kath. en in 1834 een
Herv. kerk gebouwd. Vervolgens is daarbij ook eene Chr.-Afg. (Christ.-
Geref.) kerk gekomen. E r zijn 4 kalkbranderijen, 1 steenbakkerij, 1 glas-
blazerij, 1 mast- en blokkenmakerij, 2 touwslagerijen en verscheidene an dere
inrichtingen van volksvlijt.
Dedgum, d. met een H e rv . kerk in de Eriesche gem. Wonseradeel.
Het had met de geh. Arkum en Ysgum, in 1840 131, in 1872 slechts
118 inw. In 1860 bedroeg de bevolking binnen de kom 100, in de
geh. 29 zielen.
Dedgumerpolder, pold. in de Eriesche gem. Wonseradeel, die door
de Dedgumerzijl het overtollige water op de'Workum-Bolswarder trek-
vaart loost.
Deel, (ten), benedenpand van het Friesche kanaal de Heerensloot, van
Äkkrum naar Terhorne (Utingeradeel).
Deel, de Deel, of Tendiel, buurt in de Gron. gem. Middelstum,
in 1840 met 94 inw.
Deelen, buurt in de Geld. gem. Ede, in 1840 met 69, in 1860 met
281 inw. In vorige eeuwen stond er het adell. huis Deelen.
Deersum, of Deerzum, d. in de Eriesche gem. Eauwerderhem, aan
den straatweg van Leeuwarden naar Sneek, in 1811 met 184, in 1840 met
244 (waarvan 32 in het geh. Speers), in 1872 met 281 inw., die meest
in veeteelt en zuivelnering hun bestaan vinden. E r is een Herv. kerk.
Deest, d. in de Geld. gem. Druten, aan den Waaldijk, in 1840 met
451, in 1872 met 750 inw. De kerk behoort den E .-Ka th ., die de eenige
ingezetenen van het d. uitmaken.
Deikum, geh. in de Gron. gem. Eenrum.
Deil, gem. in Gelderl., tusschen Beest, Buurmalsen, Geldermalsen,
Waardenburg, Haaften en Herwijnen, hebbende eene oppervlakte van
2987 bund. Zij is saämgesteld uit de vier heerlijkheden Deil, Eumpt,
Gellicum en Enspijk, en telde in 1822 1477, in 1840 1908, in 1872 2180
inw. In laatstgenoemd jaa r was de bevolking gesplitst in 1524 Ned.-
Herv., 12 Chr.-Geref., 3 L u th ., 632 E.-Kath. en 9 Israelieten. De grond
16