
Ravensbosch, voorm. bosch van ruim 130 bund. in de Limb. gea
Honthem. Men heeft ter plaatse waar het gestaan heeft, verscheidene mal®
oudheden opgedolven, weshalve sommige oudheidkenners van gevoele»
zijn, dat hier het Coriovallum der Romeinen moet gezöcht worden.
Ravensoord, of Nieuw-Ravensoord, pold. van 141 bund. in dt
Zeeuwsche gem. st.-Maartensdijk. De pold. is in 1475 bedijkt.
R a v en sw a a rd , pold. van 31 bund. in de N.-Brab. gem. Veen.
Ravenswaay, d. in de Geld. gem. Maurik, in 1840 met 368, in
1872 met 429 inw., die van het daartoe behoorend platteland der voorm;
heerl. Ravenswaay (520 bund.), medegerekend. De Herv. kerk is in 1641
gesticht. Het slot van Ravenswaay, in 1415 op last van Hertog Reinald'
IV gesticht, is in 1506 door de Bourgondiers veroverd en vermeid.
Ravestein, Ravenstein, of Land-van-Ravestein, oude heerl.
in Brabant, bevattende de stad Ravestein en de d. Uden, Bedaf, Volkei
Boekel, Zeeland, Velp, Reek, Herpen, Schayk, Huisseling, Deurzen, Den.
nenburg, Demen en Langel. Öorspronkelijk droeg deze heerl. den naai
van Herpen, en was een vrij, eigen goed. Doch nadat Walraven van
Valkenburg zijn ouders, Ja n van Valkenburg en Maria van Herpen, in
het bezit was opgevolgd, stichtte hij omstreeks het midden derl4deeeu»
het kasteel Ravestein, waarnaar de heerl. later werd genoemd.
Walraven kwam over de leenroerigheid aan Brabant met Hertog Wen.
ceslaus in of omstreeks 1363 in hevige botsing, doch zijn bröeder ei
opvolger Reinald verhief het leen ten genoegen van Brabant’s Hertog ii
1378. Na het kinderloos afsterven van Heer Reinald, kwam Ravesteil
(toen nog Herpen genoemd) aan den zoon zijner zuster Filippine, mel
name Simon van Salm. Simon was echter niet lang in het bezit dezer
heerl., want in 1397 door Adolf, den eersten Hertog van Cleve, gevangen
genomen, moest hij als losgeld de heerl. Ravestein aan Cleve overgeven.
Ja n I van Cleve stond de heerl. in 1450 aan zijn broeder Adolf af, wie®
nazaten haar bezaten tot 1527, toen zij door het overlijden van Heer Filipi
weder aan Cleve terugviel.
Na den dood van Johan Wilhelm, Hertog van Gulik, Cleve en Berg,
in 1609, maakten verschillende huizen aanspraak op ’s vorsten erfenis,
t. w. Brandenburg, Pfalz-Neuburg, Zweibrücken, Saksen en meer anderen.
Brandenburg riep de huip der Staten in, die in Maart 1621 het steedje
Ravestein door hunne krijgsbsnden liefen bezetten. Ook werd in 1621
bij verdrag Ravestein aan Brandenburg toegekend, doch bij eene niernr«
overeenkomst, in 1630 gesloten, Ravestein aan Pfalz-Neuburg afgestaan.
Na het uitsterven van het huis Pfalz-Neuburg in 1742 kwam Ravestein
aan Pfalz-Sulzbach, dat de heerl. behield, tot dat deze in 1794 door ä»
Franschen in bezit werd genomen. Zij kwam nu aan de Fransche Rep1'
bliek en werd vervolgens bij het Departement-van-de-Roer ingedeeld, tot"
dat deze streek, met Gemert, Megen en Boxmeer, in 1800 aan de Bataaf-
sche-Republiek werd afgestaan.
R a vestein , Of R a v e n s t e in , gem. in N.-Brab., tusschen de N.-Brab.
Lemeenten Dieden c. a., Deurzen c. a. en Huisseling c. a., alsmede de Geld,
¡gem. Batenburg, nog geen SO1/^ bund. groot, zijnde kleiland op den lin-
ker-Maasoever. In 1806 bevatte zij 600, in 1822 764, in 1840 875, in 1875
1977 inw. Bij de telling voor 1870 vond men er: 912 R.-Kath., 46 Herv.
en 9 Ned.-Isr. De gem. bevat alleen het steedje Ravestein en enkele
[bund. land buiten de kom.
I Hot steedje Ravestein, vroeger wbl verstärkt, is sedert de beide laatste
eeuwen een opene plaats, met twee straten, die door drie zijstraatjes met
lelkander gemeenschap hebben. Ook is er eene kleine markt. De hoofd-
gebouwen zijn de R.-Kath. st.-Luciakerk en de Herv. kerk, die in 1838
werd vernieuwd. E r is ook eene latijnsche school, het „gymnasium
Aloysianum”.
Vroeger behoorde tot de merkwaardige gebouwen het kasteel, doch dit
is in 1818 afgebroken. Van 1872 to t 1874 is te Ravestein een spoorweg-
ibrug over de Maas gebouwd ten dienste van den Zuidooster-spoorweg.
Heer Reinald van Valkenburg schonk den 4 Mei 1380 zijne stad Ra-
ivestein eene keur en voorrechten. Waarschijnlijk moet men het ver-
haal, dat Luiksche kolengravers in 1387 of 1388 werden uitgezonden,
iom bet kasteel Revesteyn te ondermijnen en in de lucht te doen springen,
[op Ravestein toepassen. In 1544 werden de vesten van Ravestein
[gesiecht. Den 6 Ju n i 1606 werd de geheele stad, uitgezonderd het kasteel
len een enkel huis, een prooi der vlammen. In Maart 1621 bezetten
iStaatsche troepen Ravestein voor Brandenburg, doch den 16 Ju n i 1631
rdeed de burgerij in de kerk den eed aan den Pfalzgraaf van Neuburg,
inadat de Staten hunne troepen hadden teruggetrokken. Een Staatsche
; krijgsmacht keerde weder in 1635 en bleef, niettegenstaande ernstige
1 maatregelen van den Pfalzgraaf, aldaar tot zij in 1672 bij de komst der
Brauschen afmarcheerde.
Ravestein, of het Land-van-Ravestein, pold. van bijna 3590
¡bund, in N.-Brab., in den Benedenpolder en den Bovenpolder verdeeld.
IHet benedengedeelte omvat de gem. Deurzen c. a., Demen c. a., Rave-
fstein, Huisseling en Herpen. Het bovengedeelte ligt onder Herpen,
¡Schayk, Reek en Velp.
Ravestein-en-Megen, dek. van het bisd. ’s-Hertogenbosch, bevat-
, wnde de 19 p a r : Boekel, Demen-en-Dieden, Dennenburg, Deurzen,
i Escharen, Haren, Herpen, Huisseling, Macharen, Megen, Neerloon, Over-
I langel, Ravestein, Reek, Schayk, Uden, Velp, Volkel, Zeeland. Onder
I Ravestein ^ behoort het rectoraat Neerlangel. Voorts zijn er openbare
| kapellen te Deurzen, Langenboom, Haren, Groot-Koolwijk, Megen, aan
den Buitenhoek en in de Kapelstraat te Uden, benevens op de Locht,
Vorstenburg en Emmaus.
ßazernijpolder, kleine pold. aan de Ooster-Schelde in de Zeeuwsche
1 8Mn. Tholen.
Rechteren, b. in de Overijsselsche gem. Dalfsen, met eene oude
65