
en Hoogenaale. De inwoners zijn meerendeels landbouwers, deels wevers,
die vooral katoenen bont en wollen streep in den handel brengen.
Gemert is eene heerlijkheid die tot in de 14de eeuw ter belfte aan
de Heeren van Gemert en ter wederhelfte aan de Duitsche ridders behoorde,
doch sedert 1866 geheel aan de laatstgenoemden ten deel viel. De kom-
mandeur Ulrich van Hoensbroek stelde zieh zelven en de kommandeurij
in 1648 onder de bescherming en de opperheerschappij der Staten-Gene-
raal, doch de Grootmeester der Duitsche orde deed hiertegen vertoogen,
onder bewering, dat Gemert een deel van zijne heerschappij uitmaakte. De
Staten teekenden den 8 Ju n i 1662 eene schikking, waarbij de soevereini-
teit over Gemert aan de Grootmeester werd afgestaan, op zekere voor-
waarden, waaronder die dat de Herv. hunne godsdienstoefening zouden
uitoefenen in eene tot dit doel ingerichte kapel en dat de Grootmeester eene
som van f 40,000 aan de Staten uitbetaalde. Door de Franschen op het einde
van 1794 in bezit genomen, werd Gemert in Januari 1798 met de voor-
malige baronie van Boxmeer als het 40ste kanton van het Departement-
van-de-Roer aangewezen. Deze toestand duurde sleehts kort, want bij
eene overeenkomst tusschen de Fransche en de Bataafsche Eepublieken werd
Gemert, even als Ravestein, Megen, Boxmeer enz., den 5 Januari 1800,
aan het iaatstgenoemd gemeenebest afgestaan. De inbezitneming van
Gemert door de Bataven geschiedde den 18 Maart daaraanvolgende.
Met de overige „gecedeerde landen” werd het bij besluit van Hunne
Hoog Mögenden, van 20 September 1805, bij het département Brabant
ingelijfd.
Het d. Gemert telde in de kom ten jare 1860 1586, in 1870 1663
inw. Vroeger kerkhoorig onder Bakel, werd het in 14S7 tot eene eigene
par. verheven. De R.-K. kerk is een groot, aanzienlijk gebouw. Wij-
ders heeft men er eene latijnsche school. Een instituut voor blinden
bloeide er van Ju n i 1830 tot October 1840. Het oude, grootsche kasteel
dient thans tot een fabriekgebouw.
Gem onde, d. met eene R.-K. kerk in N.-Brab., ten deele behoo-
rende onder de gem. Boxtel, ten deele onder st.-Michielsgestel, ten
deele onder Schijndel en ten deele onder st.-Oedenrode. De kerk Staat
onder st.-Michielsgestel. De gronden onder Gemonde zijn bekend zoo-
wel onder den naam van Yier-Gemalen als van Bodem van Eide. Op
den Dommelakker bij Gemonde zijn in 1739 verscheidene oudheden
gevonden. Men meent dat deze plaats en het Heilig-Weike voormalige
offerplaatsen zijn.
G ender, of E in d e , beek in N.-Brab., loopende van Steensei naar
Eindhoven, waar zij in den Dommel valt.
G en d e rd ijk e -P o ld e r , voorm. pold. in Viaanderen, die van 1574
tot 1586 onder water gezet, niet weder is herdijkt. De gronden zijn
echter in den Zaamslag-polder opgenomen.
Genderen, klasse der Chr.-Geref. Kerk in N.-Brab., bevattende de
7 gem. Dussen, Genderen, ’s Gravenmoer, ’s Hertogenbosch, Heusden,
Meeuwen, Sprang-en-Vrijhoeven-Capelle.
G en d e r en , d. in de N.-Brab. gem. Heesbeen c. a., in 1840 met
499, in 1860 met 567, in 1870 met 559 inw. Men heeft er 2 kerken:
eene Herv. en eene Chr.-Geref., de laatste in 1841 gestieht.
Gen d r in g en , gem. in Gelderl., omringd door de gem. Bergh, Ambt-
Doetinchem, Wisch, Aalten en Dinxperlo (Geld.) en Anholt, Millingen
en Vrasselt (Pruissen). Hare tegenwoordige uitgestrektheid erlangde zij
eerst den 1 September 1863, toen zij vergroot werd met het d. Netterden,
dat tot dien tijd tot de gem. Bergh had behoord. Gendringen had
in 1865 5887, en in 1872 5613 inw., ten laatstgenoemden jare onder-
scheiden in 4163 R.-Kath., 1368 Herv., 31 Chr.-Geref, 4 Luth. en 47 Isr.
De gem. die vdör 1863 6029 bund. groot was, beslaat thans 6493 bund.,
nagenoeg ter helfte klei, ter helfte diluvisch zand. Zij wordt door den
Ouden-IJssel doorsneden en bevat zeer vruchtbare landerijen, zoodat de
landbouw er de voornaamste bron van welvaart uitmaakt. E r zijn eenige
fabrieken, waaronder eene groote ijzersmederij en smelterij (die 80 werk-
lieden bezig houdt), 5 steenbakkerijen, 3 pannenbakkerijen, een emailleer-
fabriek, 2 olieslagerijen, 2 ververijen, een bleekerij, 18 klompenmakerijen,
eene tabaksfabriek, een stoomkorenmolen, 8 andere korenmolens. De gem.
bevat de d. Gendringen, Megchelen, Kiein-Breedenbroek, E tten, Ulft en
Netterden, benevens de buurten Wals, Wieken, Milt, Veldhunte, Vars-
selder, Voorst, Groot-Breedenbroek, Pol, Oer, IJsselhunte, Warm, Rafel-
der en Ziek.
Het d. Gendringen, in 1840 met 959, in 1860 met 1128, in 1870 met
1055 inw., bevat 2 kerken, eene Herv. en eene R.-Kath ., benevens eene
Synagoge. H e t werd in Mei 1830 door een hevigen brand geteisterd.
Gonoindo, geh. in de Limb. gem. Itteren.
G en em u id en , gem. in Overijssel, in het westen door de Zuiderzee
bespoeld en verder ingesloten door Ambt-Vollenhoven, Zwollerkerspel,
Grafhorst en Kämpen, met eene oppervlakte van ruim 2417 bund. De
grond bestaat, met uitzondering van een kleinen hoek in het znid-oosten
die laag veen is, uit zeeklei, en wordt door de Goot (den meest oostelijken
mond van den IJsse l), het Zwartewater en het Zwolsche Diep bespoeld.
Genemuiden had in 1811 1150, in 1822 1293, in 1840 1719, in 1860
2068, in 1873 2320 inw., en bevat de kleine stad Genemuiden, de buurt
Afsched of Kamper-Zeedijk en het geh. Hasselterdijk. De inwoners, welke
meerendeels in de veeteelt, den handel met landbouwproducten, bie-
zen en matten, de scheepvaart en de mattenmakerij hun bestaan vinden,
deelden zieh in 1873 in 2096 Ned.-Herv., 219 Chr.-Geref., 1 Herst.-
L u th ., 1 Doopsgez. en 3 ongenoemden.
Genemuiden kreeg den rang van stad van Bisschop Jan van Nassau,
in 1275. In de 14de eeuw was het versterkt en bezat toen twee poorten,
de Middelpoort aan den Zeedijk en de Steenpoort naar de zijde van