
W a ss in k , of W a ss in k b r in k , b. in de Geld. gem. Zelhem, in 1872
met 412 inw.
W a te rb e r g (de), voornaam landgoed in de Geld.-gem. Arnhem.
WatGr&gk, voorm. heerl. in Ylaanderen, thans verdeeld onder de
Ned. gem. Philippine en de Belg. gem. Bouchonte. Een derde ged. is in
1377 door den Braakman verzwolgen. Ondtijds was in deze heerl. een dorp.
W a te r e g g e , wijk der Ov. gem. Almelo (ambt). Zij had in 1840, Ach-
terhoek medegerekend, 271 inw.
W a te r en , b. in de Drenthsche gem. Diever, in 1811 met 43, in 1840
met 33, in 1870 met 44 inw., in Groot-Wateren en Klein-Wateren afge-
deeld. De Maatschappij van Weldadigheid stichtte hier, na den aanleg
van Prederiksoord, een laiidbouwschool, die echter slechts weinige jaren
bloeide. T er plaatse daarvan is nu het buiten Zorgvliet.
WatGrgang, d. in de N.-Holl. gem. Landsmeer. Het strekt zich uit
langs een weg, die op korten afstand evenwijdig van het N.-Holl. kanaal
loopt. Men vindt er eene Herv. kerk, die aanzienlijke inkomsten heeft.
Het d. telde in 1840 174, in 1870 238 inw. De bev. bestaat van zui-
velbereiding en he t verkoopen van melk te Amsterdam.
WatGrgOOr, geh. in de Geld. gem. Nijkerk.
WatQrgraafsmGGr, of DiGmGrmoGr, gem. in N.-Holl., tusschen
de gem. Nieuwer-Amstel, Ouder-Amstel en Diemen, gevormd door een
drooggemaakt meer, dat in de wandeling het Diemermeer wordt genoemd.
De gem'., die ruim 587 bund, groot is, ligt 5.16 meter beneden A. P. en
bestaat afwisselend uit veen en klei. De oude staat van dit oord is niet
u it te vorschen. Het schijnt, dat ten gevolge van doorbraken van de
Zuiderzee het meer die uitgebreidheid en diepte heeft verkregen, welke
het in de 16de eeuw bezat, toen tijdeus den Gelderschen oorlog, in 1508,
en den strijd tusschen de Staatschen en de Spaanschgezinde Amsterdammers,
in 1573, op dit meer oorlogsvaartuigen de krijgsbewegingen op den
dijk bij IJpesloot ondersteunden. Het meer is op kosten der stad Amsterdam,
in 1629 drooggemaakt, en na het doorbreken der dijken in 1651
op nieuw bedijkt. In 1672, bij de nadering der Franschen, werd dit meer
tijdelijk weder onder water gezet. Bij voorkeur legden de Amsterdammers
der 17de eeuw hier lustverblijven aan, zoodat dit oord toen
met een groot aantal prachtige buitens prijkte, die echter sedert het
einde der 18de eeuw meest alien zijn gesloopt. De ingezetenen, in 1811
776, in 1822 702, in 1840 637, in 1850 653, in 1860 644, in 1876 976,
bestaan thans meerendeels van de veeteelt, zuivelbereiding, warmoezerij en
de voordeelen, die het veelvuldig bezoek der Amsterdammers opleveren.
Bij de volkstelling van 1870 onderscheidde men hen in 578 Herv,, 66
Ev.-Luth., 23 Herst.-Luth,, 4 Doopsgez, 1 Rem. en 160 R.-Kath. Tot
de merkwaardigheden behoort de in 1867 gestichte landbouwschool Linnaeus,
op de hofstede Erankendaal. Verder vindt men er de plaats van
uitspanning Rozenburg en het schoone Gemeente- of Rechthuis, dat in
1777 is gesticht.
WatGrhOGk, b. in de Geld. gem. Eibergen, onder Haarlo.
W a t Gr h o Gk, geh. in de Overgsselsche gem. Rijssen.
WatGrhOGk, pold. ter grootte van ongeveer 200 bund. in de Zeeuwsche
gem. Heille.
WaterhuizGn, geh. onder Westerbroek in de Gron. gem. Hoogezand.
WatoringGn, gem. in Z.-Holl., ingesloten door Rijswgk, Loosduinen,
Monster, Naaldwijk en Hof-van-Delft. Zij beslaat 1042 bund., zoo klei
als laag veen en alluvisch zand. De kleigronden. zijn verkregen na het
vervenen van den grond en het droogmalen der overgebleven plassen.
In 1811 telde men er 1235, in 1822 1397, in 1840 1589, in 1876 1760
inw. Bij de volkstelling voor 1870 onderscheidde men deze bev. in :
1442 R.-Kath., 278 Herv., 5 Doopsgez., 4 Chr.-Geref., 1 Rem. en 6 Isr.
Vroeger was de veenderij hier van groot belang. Tegenwoordig maken
land- en tuinbouw, met de veeteelt, de voorn. middelen van bestaan uit.
De gem. is eene heerl., waamaar oudtijds zich een vermaard geslacht
noemde. Heer Gérard van Wateringen was reeds in 1166 onder de edelen
die onder ’s Graven getuigen optraden. De gem. bevat het d. W ateringen,
de b. de Zwet, een deel der b. Quintsheul en het geh. Noordweg.
Het d. Wateringen telde binnen de kom in 1870 1085 inw. Het is
een fraaie en welbebouwde plaats. Men vindt er een Dorpshuis, eene
Herv. kerk, eene *R.-Kath. kerk en een armhuis. Het Hof te Wateringen,
waarop Gwy en J a n van Dampierre, zoon van Gravin Margaretha I I
van Viaanderen, in Ju li 1253 als krijgsgevangenen van den Graaf
Willem I I van Holland werden in verzekering gebracht, is in 1485 door
Hendrik van Naaldwijk tot een cistercienser nonnenklooster afgestaan.
Dit klooster ontving den naam van Maria-convent in Betlehem, doch
brandde in 1573 af. De buitenplaats, die sedert op het erf werd aangelegd,
is in 1807 gesloopt.
W a tG lin g sk an t, geh. in de N.-Holl. gem. Nieuwe-Niedorp, in 1840
met 15, in 1870 met 78 inw.
WatGrkant, b. in de N.-Brab. gem. Vucht, in 1860 met 187 inw.
WatGrkant, b. in de N.-Holl. gem. Spanbroek, aan en ten noorden
van de Wijzend, in 1840 met 184, in 1870 met 105 inw.
WatGrland, landstreek in N.-Holl. in het oosten door de Zuiderzee
en in het zuiden door het I J bespoeld, terwijl het in het westen door
Kennemerland en in het noorden door West-Friesland wordt bepaald.
Het behoort to t de laagst-liggende oorden van Nederland en -is met vele
grootere en kleinere meren vervuld, waarvan nogtans de belangrijksten en
vele kleineren zijn drooggemaakt.
Van geene enkele plaats in deze streek wordt in het Romeinsche tijd-
perk melding gemaakt. Evenmin in oorkonden tijdens de Fränkische
koningen. De Beemster (Bamestra) wordt het eerst genoemd, en wel in
eene oorkonde van 1083. Van de Wormer is wellieht sprake in een