
8831 mw., in laatstgen. ja a r onderscheiden in : 3859 N.-Herv., 2 W.-Herv.
156 Chr.-Geref., 21 Ev.-Luth., 3 Bem., 1721 R.-Kath. en 69 Isr. De inw!
bestaan meest van landbouw, veeteelt en handel in veldproducten, ham-
men, spek, enz. Onder de inrichtingen van nijverheid behoort eene
groote ijzergieterij.
De gem. bevat het steedje ter Borgb, de d. Varsseveld en Silvolde, be-
nevens de b. Heuven, Sillevold, Ligtenberg, Sinderhoek, Binnenbeurne
en Westendorp.
Wisch is eene beerlijkb., wier bezitters oudtijds als bannerheeren een
der eerste plaatsen onder den Geld, adel innamen. De eerste heeren van
dien naam, die in oorkonden voorkomen, waren de broeders Sweder en
Bernard, die reeds op het eind der 12de eenw worden vermeld. Na het
uitsterven van het hnis van Wisch kwam de heerl. aan dat van Homoet,
wordende Heer Hendrik van Homoet in 1431 door Hertog Arnoud van
Gelder met de heerlijkheid Wisch beleend. Later is de heerl. gesplitst en
vervolgens steeds tweeheerig gebleven.
Het hms Wisch, dat aan de heerlijkheid den naam heeft gegeven, Staat
aan de znidoostzijde van het steedje ter Borgh. Het onderscheidt zieh door
zijne mtgestrektheid en beide torens. Van dezen bürg wQrdt het eerst mel-
dmg gemaakt in eene Keulsche oorkonde van 1207.
In den Manschen tijd werd Wisch gesplitst in de beide mairies ter
Borgh en Varsseveld. Bij het eerste was toen de vroegere afz. heerl. Lig-
tenberg ingedeeld.
Wissekerke, b. in de Zeeuwsche gem. ’s Heer-Arendskerke, oudtijds
een d. met eene kerk, tevens het middelpnnt eener heerl., die in de
vroegste tijden aan het huis van Borssele toebehoorde. Wissekerke telde
in 1840 109, in 1870 92 inw.
JWïSBei, of Wessel, b. in de Geld. gem. Epe, in 1840 met 468, in
1870 met 557 inw.
Wissenkerke, of Wissekerke *), gem. in Zeeland, het west. ged.
van het eil. Noord-Beveland uitmakende. Zij wordt aan drie zÿden
door stroomen, de Ooster-Schelde, het Veersche-Gat en de Zuidvliet
bespoeld en naar de landzijde bepaald door de gem. Kortgene en Colijns-
plaat. Het ondste deel is eerst in 1652 aan de golven ontrukt, waaronder
het vroegere Wissenkerke in 1530 en 1532 was bedolven. In de 17de en 18de
eeuwen, alsmede in de laatste jaren, is de gem. herhaaldelijk vergroot door
indijkingen, het laatst door den Soelekerkepolder in 1818, den Onrust-
polder in 1846, en den Spieringpolder in 1856. Daardoor beliep in 1870
de grootte 4377 bund. De grond bestaat nit vruchtbare zeeklei,
die rijke oogsten aan granen en andere veldvruchten levert. In 1822 had
Wissenkerke 1763, in 1840 2307, in 1876 3520 inw., in laatstgen. jaar
*) De eerst-vermelde spelling is die van het gemeentebestuur, de tweede die
van het provinciaal bewind.
onderscheiden i n : 3194 Herv., 317 Chr.-Geref., 2 R.-Kath. en 7 onge-
noemden. De gem. bevat de d. Wissenkerke en Camperland, de b. Cam-
pens-Nieuwland en Geersdijk, benevens het geh. Camperlandsche-Veer.
Het d. Wissenkerke telde in 1870 binnen de kom 1283 ingezetenenj
Het is eene bloeiende plaats, met verscheidene straten. Men vindt er eene
Herv. en eene Chr.-Geref. kerk. Het vroegere Wissenkerke of Wissekerke
lagmeer zuidwaarts.
Wissenkerkepolder, of Wissekerkepolder, polder in de Zeeuwsche
gem. Wissenkerke, in 1652 ingedijkt en 585 bund. groot.
Wissinghuizen, of Wessinghuizen, geh. in Gron. deels in de
gem. Onstwedde, deels in Wedde.
Wissinkhoek, b. in de Geld. gem. Buurlo. Het telde in 1840 163,
in 1872 167 inw.
Withuis, geh. in de Limb. gem. Eysden, in 1840 met 35, in 1870
met 48 inw.
Witla, Witlam, of Witland, voorm. marktplaats in Nederl., in 857
door de Noormannen uitgeplunderd en verwoest. Men weet niet juist de piek
waar deze koophaven heeft gelegen, maar zij moet aan den mond van
de Maas gezöcht worden.
Witmarsum, d. in de Eriesche gem. Wonseradeel, aan de vaart van
Harlingen naar Boisward. Het telde in 1811 628, in 1840 811, in 1876
1330 inw., die van de geh. Bijpende, Eijlens, Koudhuizen, het Vliet, de
Kämpen, de Wym (in 1840 152) medegerekend. E r zijn 2 kerken, eene
Herv. en eene Doopsg. Laatstvermeld gebouw is nog het eenvoudig bede-
huis, dat door Menno Simons, die priester te W itmarsum is geweest en zieh
in 1536 van de B.-Kath. Kerk afscheurde, is gesticht. In deze kerk
prijkt het afbeeldsel van den Kerkhervormer, door van der Kooi geschil-
derd. Vroeger lagen hier de staten Bonga, Hobbema en Aylva, welke
laatste is herbouwd en nu een sieraad uitmaakt van dit aanzienlijke dorp.
Wittelte, b. in de Drenthsche gem. Diever, in 1811 met 80, in 1840 met
115, in 1870 met 163 inw. De plaats is oud en wordt reeds in eene oorkonde
van Keizer Hendrik I I I van den jare 1040 als Witthelte vermeld.
Vijftien minuten ten noordwesten van deze b. ligt in de heide eene over-
oude schans, nagenoeg rond van vorm, houdende 15 meter in middellijn.
Wittern, voorm. graafschap aan de Geul, thans een deel van het
hert. Limb. Oudtijds was het eene heerl., de bezitting eener edele
vrouw Uda, die haar in 1125 aan de st.-Jacobsabdij te Luik afstond.
De volgende Heeren van Wittern stamden af uit den huize van
Julemont. In 1216 leefden de broeders Willem en Winand van Wittern.
Arnold van Wittern verkreeg na den slag bij Worringen van den Brabant-
schen Hertog ook de heerl. Epen. In 1312 schijnt het leon open geweest
te zijn, want den 27 October van d a t jaar schonk Hertog Jan I I I Wittern,
met Epen, aan zijn natuurlijken broeder Jan van Brabant, bijgenaamd
Cosselaar. Destijds behoorden Mechelen en Wahlwiller nog n iet to t Wittern,