
Hasselt. Ter plaatse van het tegenwoordige kerkhof stond ia de 16de
eeuw een blokhuis.
Genemuiden werd in 1522 door de Bourgondiërs belegerd, doch door
den Gelderschen Hertog Karel van Egmond ontzet. In 1525 werd het
door den Utrechtschen Bisschop ingesloten, doch in 1526 door den Gelderschen
Hertog weder veroverd. Tijdens de heerschappij der Weder-
doopers te Münster, in Maart 1534, kwamen vele Hollandsche schepen
met aanhangers van Ja n Beukelsz naar Genemuiden, doch werden op
last van Keizer Karel V in beslag genomen. In Augüstus 1572 gaf
Genemuiden zieh over aan de Staatschen, en in 1672 aan de Münster-
schen. In 1799 poogde een Engelseh officier zieh van Genemuiden voor
den P r ins van Oranje te verzekeren, doch hij werd er door jagers uit
Hattem en Deventer gevangen genomen.
Genemuiden heeft veel geleden door den watervloed van Februari 1825,
en niet minder door de hevige branden van 1625, 1698, 1741 en 1868.
De laatstvermelde ramp, die den 11 en 12 Maart van d a t ja a r woedde,
vernielde 140 huizen en 39 hooibergen, waardoor de ingezetenen eene
schade leden van / 339,725.
Genemuiden is in de lengte van het noorden naar het zuiden gebouwd
en bevat een nieuw, bevallig stadhuis, eene Herv. en eene Chr.-Geref.
kerk. Behalve de talrijke mattenmakerijen, vindt men er eene scheeps-
timmerwerf. E r is een pontveer over het Zwartewater. In 1840 had de
stad 1530, in 1860 1787, in 1870 1844 inwoners.
G en e r a lite its la n d en , vijf landstreken, die 6f door den vrijen wil
der ingezetenen, of door de legers der Vereenigde-Nederlanden aan de
Spaansche heerschappij waren ontrukt en een deel der Republiek uit-
maakten, zonder in de vergadering der Algemeene Staten vertegenwoor-
digd te worden. Zij waren : Staatsch-Brabant, Staatsch-Limburg, Staatsch-
Ylaanderen, Staatsch-Opper-Gelder en Westerwolde.
Gönne, buurt in de Overijsselsche gem. Zwollerkerspel, op de oost-
zijde van het Zwartewater, in 1840 met 144, in 1860 met 165, in 1870
met 182 inw.
G en n e -O v e rw a te r s, geh. in de Overijsselsche gem. Zwollerkerspel,
op de westzijde van het Zwartewater, in 1840 met 92,' in 1860 met 99,
in 1870 met 88 inw.
G en en e in d , geh. in de N.-Brab. gem. Bakel-en-Milheeze.
Geneu, of G eno y , geh. in de Limb. gem. Yenlo. Men vindt er
eene steenbakkerij en ter plaatse van het voormalige klooster Mariendaal
de Genoyerkapel.
G en h o e s, oud kasteel in de Limb. gem. Oud-Valkenburg.
Gennep, voorm. heerl., bevattende het steedje Gennep en de dorpen
Ottersum en Oeffelt, met hunne onderhoorigheden. De eerste Heer van
Gennep, dien men kent, Hendrik, wordt omstreeks 1290 vermeld. Door
het huwelijk van Johanna van Gennep met Reinoud van Brederode, in
of omstreeks 1367, kwam Gennep aan het beroemde geslacht, dat onder
de Hollandsche edelen den eersten rang bekleedde. Na Reinoud’s dood
schijnt Gennep verdeeld te zijn onder zijne zonen Walram en Jan , benevens
zijne dochter Margaretha, die met J a n van Lienden, Heer van Heinsberg
en L ood, was gehuwd. Reinoud van Brederode had den 7 Ju n i 1385
erkend zijne heerl. en slot te Gennep van den Gelderselien Hertog in
leen te houden, doch Heer Jan van Lienden weigerde in 1414 leenhulde
voor Gennep te doen. Toen hij echter in den slag van Cleversham krijgs-
gevangen was gemaakt, verkocht hij de h em , toebehoorende helft van
Gennep aan Hertog Adolf van Cleve, om zijn rantsoen van 10,400 gou-
den Schilden te voldoen (1426). De andere helft van Gennep, die aan
de broeders Proost Gijsbrecht te Utrecht en Reinoud I I behoorde, werd
ten jare 1441 aan den Cleefschen Hertog verkocht.
Sedert is de heerl. Gennep aan Cleve verknocht gebleven, totdat het
daarmede aan de Fransche-Republiek kwam. In 1816 kwam Gennep
aan de Nederlanden.
De heerl. Gennep had in 1722 1968 inw. (waarvan 844 binnen de
stad), in 1787 1821 (waarvan 649 binnen de stad).
Gennep, kant. van het Limb, arrondissement Roermond, bevattende
de 4 gem.: Gennep, Ottersum, Mook-en-Middelaar, Bergen.
Gennep, gem. in Limburg, tussehen Ottersum en Bergen (Limb.) en
Beugen en Oeffelt (N.-Brab.). Zij wordt door de Maas bezöomd en door
de Niers doorsneden, en bestaat voor het grootste deel uit diluvisch zand,
dat nog deels, woeste heide en heuvelen vertoont, deels wel ontgonnen,
goede akkers heeft. Längs de Maas en de Niers ligt ook rivierklei. De
gem. is groot 713 bund. en had in 1722 844, in 1740 748, in 1756 855,
in 1763 774, in 1777 757, in 1787 649, in 1822 1014, in 1840 1153, in
1860 1333, in 1872 1527 inw., in laatstgenoemd ja a r onderscheiden in
1382 R.-Kath., 101 Herv., 14 Ev.-Luth. en 30 Isr.
De gem. bevat de stad Gennep, benevens de geh. Picardie, Panoven,
Achter-de-Hoeven, Kroef, Over-de-Niers, Genneperhuis en verstrooide
huizen op de heide.
De stad Gennep ligt op den linkeroever van de Niers, 10 min. van
den rechter Maasoever. Zij had vroeger muren, poorten en torens, doch
ligt nu open. Zij telde in 1860 1034, in 1870 1124 inw.
Gennep, dat in 1012 onder den naam Gennipa voorkomt, was toen
de zetel van zekeren Godfried, den zoon van een keizerlijk voogd. In
1378 maakte de Hertog van Gulik zieh daarvan meester. In 1499 werd
het door den Hertog van Saksen bezet. In 1599 veroverde het de kei-
zerlijke veldheer, Graaf van Lippe. In 1602 en 1614 werd het doorPrins
Maurits, en in 1648 door Prins Frederik Hendrik bezet.
De voornaamste gebouwen van Gennep zijn het oude, doch wel onder-
houden stadhuis aan de Markt; de ruime en onlangs fraai herbouwde
st.-Martinuskerk, aan het noord-oostelijk uiteinde der stad, de Herv.
kerk, nabij het stadhuis, en de groote korenmolen, die door de bruisende
Niers wordt gedreven. Het Station Gennep van den Noord-Brabantsch-
Duitschen spoorweg, vanwaar sedert 15 Juli 1873 gcvegelde treinen ver