
Westervoort, gem. in Geld., tusschen Arnhem, Eheden, Angerlo,
Duiven en Huissen. Zij wordt voor een klein deel door den Rijn
bezoomd en door den IJsse l doorsneden. De grond — in het geheel
765 bund. — bestaat uit vruchtbare klei. In 1811 had Westervoort 571,
in 1822 648, in 1840 947, in 1876 1521 inw., in laatstgenoemd jaa r on-
derscheiden in: 980 R.-Kath., 522 Herv., 10 Herst.-Luth., 6 Ev.-Lnth. en
3 Doopsgez. Landbouw en veeteelt, zijn de voorn. middelen van bestaan.
Ook is er eene steenbakkerij. De gem. bevat het d. Westervoort en het
geh. IJsseloord. Westervoort is eene heerl., wier eerst-bekende bezitter,
Johannes van Westervoort, in eene oorkonde van 1310 wordt vermeld.
In 1735 werd de heerl. door de stad Arnhem van den Graaf van den
Bergh aangekocht.
Het d, Westervoort ligt aan den grooten weg van Arnhem naar Emmerich,
wijd nit elkander. Men telde er in 1870 binnen de kom 293
inw. Het is eene zeer oude plaats, waar de geloofsprediker Werenfried
in het begin der 8ste eeuw overleed. In eene oorkonde van 1025 heet
de plaats Westervurd. E r zijn kerken voor R.-Kath. en de Herv. Over
den IJssel ligt eene fraaie brug van den Rhijn-Spoorweg. Ook is er eene
schipbrug over de rivier. Het eerst werd deze schipbrug gelegd door de
stad Arnhem, nadat deze in het bezit der heerlijkheid was gekomen, doch
de brug werd den 19 April 1763 op last van de Statenvan het Zutphensche
kwartier vernield. Arnhem herstelde de schade; doch de tusschenkomst
van Koning Friedrich I I van Pruissen was noodig, om de brug voor een
nieuwe vernieling door de Zutphenaren en Nij m egen aren te vrijwaren.
Zoowel bij de krijgsgebeurtenissen van 1794 als in Nov. 1813 werd
de schipbrug te Westervoort verbrand, doch in 1843 eene nieuwe brug
gelegd, die het geregeld verkeer tusschen beide IJsseloevers verzekert.
Den 4 September 1799 werd he t d. door uitgeweken burgers, aanhangers
van het Stadhouderlijk bestuur, bezet, die echter n a een scherp gevecht met de
Arnhemsche burgers moesten terugtrekken. Westervoort heeft herhaal-
delijk door overstroomingen geleden; vooral had dit plaats in Januari
1809. Aan de bruggen liggen op den oostelijken IJsseloever vestingwerken.
Westerwaard, b. in de Gron. gem. Grijpskerk.
Westerwijk, b. in de N.-Brab. gem. Hilvarenbeek, in twee geh.
Groot-Westerwijk en Klein-Westerwijk onderscheiden. Oudtijds was er
eene kapel, doch deze is op het eind der vorige eeuw afgebroken. In 1390
werd hier een honten kruis opgericht ter herinnering aan de hulp door
de Westerwijkers verleend aan Hertogin Johanna van Brabant, toen zij
op een reis van Turnhout naar Tilburg met haar rijtuig in hot Donkven
bleef steken. Westerwijk had in 1840 210 inw.
Westerwijtwerd, d. met eene Herv. kerk in de Gron. gem. Mid-
delstum. Het telde met de geh. de Breeken, Engeweer en Op-de-Palen, "
in 1811 248, in 1840 290, in 1870 401 inw. Zonder de genoemde geh.,
vond men er in laatstgen. ja a r 138 inw. In de nabuurschap, vooral in
de zoogenaamde Zevengrazen, zijn lijkbussen of urnen opgedolven.
Westerwolde, landschap in Gron., het zuidoost. deel der prov. uit-
makende. Het stond vroeger als een bijzondere heerl. op zieh zelf. Waar-
schijnlijk behoorde het eens tot Saksen, doch werd, even als het S aterland,
door Eriesche kolonisten bevolkt. In het kerkelijke stond het onder den
Bisschop van Osnabrück.
De bew. van Westerwolde leefden vrij, totdat zij zieh in 1316 onder
den Bisschop van Münster stelden. Dit geschiedde te r oorzake der
aanmatigingen der Addinga’s, die naar het oppergezag streefden, hetwelk
van ouds door twaalf gekozen rechters uit de 5 hoofddorpen: Sellingen,
Onstwedde, Vlagtwedde, Wedde en Yriescheloo was uitgeoefend.
In weerwil dezer overeenkomst, wisten de Addinga’s zieh to t erfe-
lijke hoofdelingen te verhelfen, die Westerwolde van den Münsterschen
Bisschop in leen verwierven. Om verdere aanmatigingen te voor-
komen, sloten de Westerwolders in 1447 een verbond met de stad Groningen.
Egge Addinga bracht het gerecht van Vlagtwedde naar zijn slot te
Wedde over, vorderde hooge tollen en handelde in alles naar wille-
keur. Van hier dat hij in een oploop werd doodgeslagen (1475).
Hajo Addinga overtrof zijn vader nog in brooddronkenheid en wreed-
heid. Hij bracht den priester van Onstwedde op wreede wijze om ’t leven
(1477) en maakte aanspraak op de kerspelen Blijham en Bellingewolde,
die de Groningers tot het Oldambt rekenden. D it alles voerde tot
een strijd, waarin Hajo’s bürg te Wedde door de Groningers werd inge-
nomen. De Bisschop van Münster liet niet slechts Hajo aan zijn lot
over, maar droeg zelfs in 1482 het gericht over de 5 Westerwoldsche
kerspelen in leen aan de stad Groningen op.
Doch in 1486 stond de Münstersehe Bisschop aan Hajo toe om het slot
te 'W e d d e weer op te timmeren, ofschoon niet sterker dan den edeling
werd aangewezen, waarna Bisschop Koenraad in 1498, overeenkomstig de
bepalingen van 1482, van Groningen Westerwolde terugeischte.
Dan zoowel de hoofdeling als zijn leenheer de Bisschop, werden op
hunne beurt van het bezit van Westerwolde vervreemd. Zij werden van
dit gewest gewelddadig ontzet door den Hertog van Gelder, die zijn leen-
man Berend van Hackfort met het huis te Wedde beleende.
Nadat de stedehouder van Keizer Karel V, George Schenck van Tou-
tenburg, in de noordoostelijke gewesten der Nederlanden het Bourgon*
dische gezag had gevestigd, beleende zijn keizerlijke meester hem in
1536 met deze heerl., die hij als een veroverd gewest beschouwde. Te
vergeefs brachten Münster en de Addinga's daartegen klachten in te Spiers
(Speyer) : de Tontenburg’s bleven in het bezit van Westerwolde.
George Schenk werd door zijn zoon, mede George Schenk geheeten, op-
gevolgd. Deze verkocht Westerwolde in 1562 aan den Hertog van Aren-
berg, die in 1568 sneuvelde. Zijn zoon en opvolger, Karel, liet eene
weduwe na, die in 1617 Westerwolde aan den Amsterdamschen koopman
Willem van den Hove overdroeg. De moeielijkheden door deze onder-
vonden om zijne rechten te doen erkennen, bewogen hem in 1619 Westerwolde
aan de stad Groningen te verkoopen, Het landschap werd echte?