
Tallooze belangrijke historische herinneringen zijn aan deze zoo oude
stad verbonden. Daartoe behooren: het schenken van Leusden en andere
goederen aan de Kerk van st.-Maarten te Utrecht, door Karel de Groote,
den 7 Juni 777; de komst van Keizer Lodewijk de Vrome, om de
Denen te bestrijden, in 837; het gevangennemen van Graaf Eberhard
door de Noormannen, in 881; de strijd tusschen de Noormannen en
landzaten, waarbij de benedenstad in brand geraakte, doch de bezetting
van het kasteel de Noormannen verdreef, in 925 ; het verblijf van Keizer
Otto I, in Juni 948 en in Eebr. 966; het verblijf van Keizer Otto I I in
December 973; de beslissing door Keizer Otto I I I genomen in de
geschillen tusschen Adela en het klooster te Elten, den 18 December
996; het verblijf van Keizer Hendrik II, in Augustus 1002; de rijks-
synode waarop Graaf Balderik, de gemaal van Adela, wegens den moord
op Graaf Wichman van Vreden werd terechtgesteld, den 16 Maart 1018;
de geboorte van Prins Hendrik, zoon van Keizer Koenraad II, in 1026;
de ontvangst van Gunilda, de bruid van Hendrik III, in 1039 ; de ver-
woesting door Hertog Godfried van Lotharingen, in 1047 ; het vernieuwen
van het Valkhof, door Keizer Erederik Barbarossa, in 1155; de geboorte
van Keizer Hendrik IV, in 1164; de stichting van een hospitaal te
Nijmegen door den burggraaf Alard, door Keizer Hendrik VI bevestigd
den 20 October 1196; de verpanding van Nijmegen door den Roomsch
Koning Willem van Holland, aan Graaf Reinald I van Gelder, den 8
Oct. 1247 en 15 Ju n i 1248; de verklaring der Nijmegenaars, dat zij
niet langer onder Graaf Reinald I willen 6taan, den 30 October 1316 ;
de komst van Eleonora van Engeland met hare beide zonen voor haar
gemaal, in 1340; de vernieling van het slot Bruinsweert, door de
Nijmegenaars, in 1355; de deelneming der Nijmegenaars aan den strijd
tusschen Hertog Reinald en zijn broeder Eduard, in 1361 ; de mislukte
aanslag der Cleefschen op Nijmegen, in 1364; de strijd met de Cleef-
schen, in 1374; de feestvreugde der Nijmegenaars over een voordeel te
Niftrik op de Brabanters behaald, in 1388 ; de brand in den st.-Stevenstoren,
op 27 November 1429; het mislukken van het verraad door J a n van Rijp,
in 1458; de strooptocht der Nijmegenaars in ’t Land van IJsselstein, en
het onthoofden van eenige deelgenooten aan dien invai, te s-Gravenhage,
in 1466; de verovering der stad door de Bourgondiers, na een beleg van
vier weken, den 24 Ju li 1473 ; het afwerpon van het Bourgondisch bewind,
in 1477 ; het verdrag der stad met Maximiliaan van Oostenrijk, den 23 Mei
1481 ; de vreugdevolle ontvangst van Hertog Karel Van Egmond, in Maart
1492; de vruchtelooze aanval van Aartshertog Maximiliaan op Nijmegen,
in 1494; de strooptocht tegen de Cleefschen, in 1499 ; het verraad van twee
burgemeesters om de stad aan Maximiliaan van Oostenrijk in handen te spelen,
in 1506 ; de hoogloopende oneenigheden tusschen Hertog Karel en de stad, in
1525, 1529 en 1537; de huldiging van Réne van Chàlon, Prins van Oranje,
als stadhouder van Keizer Karel V, in September 1543; het huldigen van
Prins Eilips als toekomstig Hertog, den 17 October 1549; het afbranden
van den grooten kerktoren, den 21 Mei 1566; de eerste Hervormde leer-
rede gehouden in de st.-Janskerk, den 29 Augustus 1566 ; de aanval op
ingezetenen van de Hervormde belijdenis door hunne tegenstanders, den
25 en 26 September 1566; de komst van 10 compagnien Spanjaarden,
door den Hertog van Alba gezonden, den 17 Ju li 1568; het verdrag tusschen
de R.-Kath. en Herv. burgers ten aanzien van den godsdienst, den
27 Eebruari 1579 ; het toetreden van Nijmegen to t de Unie, den 5 Maart
1579; het afkondigen van de afzwering van Koning Eilips, den 20 October
1581; de mislukte poging van den Hertog van Parma om de stad
te verrassen, den 6 November 1584; het uitdrijven der Staatsche benden,
aangevoerd door Graaf Adolf van Neuenahr, den 6 Maart 1585; de stad
door Parma in genade aangenomen, den 15 April 1585; de aanslag en
den dood van Marten Sehenck van Nideggen, den 10 Augustus 1589; de
overgave aan Prins Maurits, den 21 October 1591; het verijdelen van het
oplichten van den Graaf van den Bergh te Weert, door eenige Nijmege-
naren, den 25 Nov. 1595; de aanslag der Spanjaarden, aangevoerd door
den Graaf van BothweJ, in 1599; het heerschen der pest, van April 1636
tot Maart 1637; het heerschen der pest, in 1665 en 1666; de overgave
aan de Eranschen, den 9 Ju li 1672; het aftrekken der Eranschen, den
13 April 1674; het sluiten van den vrede, den 10 Augustus 1678, den
17 September daaraanvolgende, en den 5 Febr. 1679; de mislukte aanslag
der Eranschen op de stad, in Ju n i 1702; de beroerten wegens het veränderen
van den magistraat, van 1702 tot 1705; het overweldigen van het
raadhuis door gewapende personen, den 7 Augustus 1705; het onthoofden
van Dr. Willem Roukens, den 8 Augustus 1705; de plunderingen door
militairen, in 1787; het beleg der stad door de Eranschen, van 9 October
tot 8 November 1794; de plechtige ontvangst van Koning Lodewijk, den
24 Jn n i 1808; de komst van Keizer Napoleon, den 29 October 1811; de
aftocht der Eranschen, den 5 Januari 1814; de komst van den Souverei-
nen Vorst, den 4 October 1814; de komst van denzelfden vorst als Koning,
den 12 Ju n i 1816; de komst van Koning Willem II, den 15 Ju n i
1841; de komst van Koning Willem III, in den zomer van 1855.
Dikwijls is het benedendeel der stad door overstroomingen geteisterd:
o. a. steeg het water te Nijmegen, den 21 Eebruari 1799, tot ruim 8
voet op de Waalkade.
N ijn se l, b. in de N.-Brab. gem. st.-Oedenrode, in 1840 met 296 inw.
Nijsiesoord, b. in de Gron. gem. Midwolde, in 1840 met 150 inw.
N ljsp o ld e r , pold. van 384 bund, in de Zeeuwsche gem. Ossenisse.
Daarin Staat de kom dezer gem., het d. Ossenisse. De polder is in
1610 ingedijkt.
N i j s t a d , d. met de R.-Kath. kerk in de Overijss. gem. Weerselo. Zij
had in 1840 168, in 1870 154 inw.
Nijstad, Ü in de Drenthsche gem. Zuidwolde, in 1840 met 90, in 1870
met 120 inw.
N ijsw ille r , N y sw y lle r , of N ie sw e ile r , d. met eene R.-Kath. kerk
in de Limb. gem. Wittern. Het had in 1840 290, in 1870 310 inw.