
Vooralsnog is het tegenwoordige Stavoren een treurig toonbeeld van
verval. Slechts tweo kleine buurten, te zamen met 112 huizen, vertoonen de
overblijfselen van de eens met gansche rijen woningen bezoomde grachten
en straten. A1 het overige bestaat nit eene ledige ruimte van voormalige
huissteden, deels bleekvelden, deels overblijfselen van vloeren, met ver-
glaasde, afgebrokkelde esterlingen. Tegen de muren van velenog overgebleven
woningen staan, als herinneringen uit den ouden tijd, de gevels van de
eens aanpalende huizen afgeteekend.
De haven is echter zoo ruim en breed, en van eene zoo günstige lig-
ging, dat, konden groote scbepen binnenvallen, Friesland geen betere zou
kunnen aantoonen.
Stavoren heeft eene in 1860 in 1861 nieuwgebouwde Herv. kerk en
eene Doopsg. kerk, een stadhnis en een kustlicht. De toren, die bij de
voorm. IJerv. kerk stond, werd in 1845 gesloopt. Ten tijde van Graaf
Albrecht van Holland, even als van het Spaansche bewind, is er een kasteel
opgericht. Het laatste werd in 1580 door de Staatschen veroverd en
afgebroken.
Tot de historische herinneringen van Stavoren behooren: de stichting
van het st.-Odolfusklooster, in 838; de brand van 996, die 329 hnizen
vermeide; het beleg en de inneming door de Hollanders, onder Graaf
Dirk V, in 1079; het in brand steken van het st.-Odolfusklooster door de
West-Friezen, in 1300; de verzoening met Graaf Willem I I I , in 1312; de
aanstelling van schonten en rechters door dien Graaf, in 1325; de op-
stand der Stavoorders en hunne verzoening met den Hollandschen Graaf,
in 1328; de landing van Graaf Willem IV, in 1345; de bezetting der
stad door Albrecht van Beijeren, in 1397; het bestoken der Hollandsche
bezetting, onder Walraven van Brederode, door de Friezen, in 1400; de
verrassing der stad door de Friezen, den 12 Maart 1414; het veroveren
der stad door de Vetkoopers op de Schieringers, in den nacht van den
26 September 1420; de inneming door den Bourgondischen Stadhouder
Floris van Egmond, in 1516; de inneming door de Staatschen, den 25
Augustus 1572; de herovering door de Spanjaarden, den 6 September
1572; het sloopen van het kasteel op last van Prins Willem I, den 12
Februari 1580; de herovering van Stavoren door Bennenberg, mede in
1580; de herovering door de Staatschen, in 1581; de inlegering van
een twintigtal Kozakken, geleid door een Groninger Jood, van 17 tot
19 November 1813; de watervloed van Februari 1825.
De klokslag (of het rechtsgebied) van Stavoren had in 1870 67 inw.
Daartoe behoort een deel van het Noordermeer en eveneens van het
Zuidermeer.
Savoorder-Meren, twee drooggem. meren in Friesl., het Noordermeer
en het Zuidermeer. Van beiden behoort een deel tot de gem. Stavoren
en een deel tot de gem. Hemelumer-Oldephaert-en-Noordwolde.
Stedum, gem. in Gron., ingesloten door de gemeenten Middelstum,
Kantens, 'tZ an d t, Loppersum, ten Boer en Bedum, hebbende 2452 bund,
oppervlakte, alles zeeklei. In 1811 had deze gem. 1180, in 1822 1321,
in 1840 1600, in 1875 2089 inw., in laatstgen. jaa r onderscheiden in
1716 Herv., 286 Chr.-Geref., 70 Doopsg., 1 K.-Kath. en 16 Isr. Landbouw
en veeteelt zijn er de hoofdbronnen van welvaart. De gem. bevat de d.
Stedum, Wester-Emden en Garsthuizen. Onder het eerste behooren de
geh. Krangeweer, Lutjewijtwert, de Weer en de Vennen, onder het tweede
de geh. Vierburen, de Har en Klein-Voorwerk, onder het derde de geh.
Dijkum en Groot-Voorwerk.
Het d. Stedum, oudtijds Stedehem, is eene aanzienlijke plaats, die in
1840 537 en in 1870 756 inw. telde, waarvan in laatstgen. jaa r 681 binnen
de kom en 75 daarbuiten. Het is op twee wierden gelegen. De kerk,
in 1296 gesticht, behoort sedert 1594 den Herv. Het is een deftig, wel-
onderhouden gebouw. In het koor daarvan is eene prächtige marmeren
tombe op het graf van Adriaan Clant van Stedum, een der afgevaardig-
den tot den Münsterschen vredehandel. Ook is te Stedum eene kerk der
Chr.-Geref. De bürg Nittersum, alhier gesticht, is in 1819 afgebroken.
Oudtijds lag bij Stedum (dat het eerst in 1246 wordt vermeld) ook een
bosch, het Stedumerwald.
Steeg (de), S ta tion van den Staatsspoorweg in het Geld. d.
Ehedersteeg.
Steekerk, voorm. d. in het tegenwoordig Zeeuwsch-Viaanderen, ter
plaatse waar nu de Braakman is.
Steekt, wijk van het Z.-Holl. d. Alphen, zieh uitstrekkende längs de
Hoogen-Eijndijk, van de Goudsche sluis tot Zwammerdam.
Steektpolder.of Steekt, pold. van 657 bund. in de Z.-Holl. gem. Alphen.
Steeland, voorm. heerl. in Axeler-Ambacht (Zeeuwsch-Viaanderen),
ter plaatse waar thans de Zevenaarspolder wordt gevonden.
Steelandspolder, of Claes-van-Steelantspolder, pold. van 25 ‘/2
bund. in de Zeeuwsche gem. Scherpenisse.
Steelhoven, oudtijds Steenloo, geh. in de N.-Brab. gem. Ooster-
hout, in 1840 met 70 inw. E r zijn nog overblijfselen van het fort, dat
Prins Maurits, den 5 April 1593, bemachtigde en in 1794 d o o rd eE ran -
schen, die het op Geertruidenberg hadden gemunt, werd bezet.
Steenbeek, landgoed te Setten in de Geld. gem. Valbnrg, waarop
de Hemmensche predikant Otto Gerhard Heldring in 1852 een gesticht
voor boetvaardige vrouwen vestigde.
Steenbergen, stad in de N.-Brab. gem. Steenbergen-en-Kruisland, aan
eene haven, die een kwartier uurs lager (naar het noorden) in de ßosen-
daalsche- of Steenbergsche-Vliet uitloopt. Steenbergen is eene oude plaats,
waaraan Arnold van Leuven en zijne gade Elisabeth, Heer en V rouw van
Breda, in 1272 verschillende voorrechten verleenden. Door een hevigen
brand in 1365 verloor het veel van zijn vroeger aanzien. Nogtans
nam het den 18 Eebr. 1371 deel aan het verbond der 45 Brabantsche steden.
Tot 1629 had deze stad muren, doch toen werd zij met aarden wallen
omringd, waarvan men nog den omtrek kan terugvinden. Doch Steen