
Oldeclooster, geh. hij het d. Hartwerd in de Friesche gem. Wonseradeel,
zoowel in 1840 als 1875 met 52 inw. Het ontleent zijn oorsprong
aan de abdij Bloemkamp, die hier in 1191 werd gesticht en den 19 Octo-
ber 1572 verwoest. Eerst den 13 November 1579 eindigde het klooster-
leven der Bloemkampers geheel.
Oldeklooster, geh. onder Holwierde, in de Gron. gem. Bierum, dat
zijn oorsprong ontleent aan de Benedictijner abdij Feldwerd, in 1183
gesticht en in de 16de eeuw gesloopt. In 1840 had het 28 inw.
Oldelamer, of Oldelemmer, d. met eene Herv. kerk in de Friesche
gem. West-Stellingwerf, in 1811 met 197, in 1840 met 257, in 1875 met
375 inw.
Oldemarkt, gem. in Overijssel, ingesloten door Steenwijkerwold,
Blankenham en West-Stellingwerf, van welke de laatste gem. tot Friesl.
behoort. De gem. die 4695 bnnd. beslaat, bestaat in het geheele westen
en midden nit laag veen en veenplassen. Het oosten echter heeft een
bodem van dilnvisch zand. In 1822 had de gem. 1645, in 1840 1983,
in 1875 2762 inw., in laatstgen. jaa r gesplitst in 2260 Herv., 11 Chr.-
Geref., 10 Doopsgez., 4 Luth., 471 B.-Kath. en 6 Isr. Zij bestaan van
landbouw, veeteelt, znivelbereiding, veenderij, visscherij, enz. De gem. bevat
2 dorpen Oldemarkt en Paaslo, de b. IJsselham (vroeger mede een d.),
benevens b. Ossenzijl, Kalenberg en de Haare.
Het d. Oldemarkt had in 1840 823, in 1870 1152 inw. E r wordt veel
handel in boter en andere producten van den veestapel en den grond
gedreven. E r zijn kerken voor de Herv. en B.-Kath.
Oldemeulen, of Oudemolen, geh. in de Drenthsche gem. Vries,
in 1840 met 24, in 1870 met 46 inw.
Oldemeulen, of Oudemolen, voorm. havezathe in de Overijsselsche
gem. Hengelo.
Olden-Diever, of Oldendiever, b. in de Drenthsche gem. Diever,
in 1840 met 157, in 1870 met 192 inw.
Oldeneel, b. in de Overijsselsche gem. Zwollerkerspel, aan den IJs-
selkant, in 1840 met 137, in 1870 met 207 inw. E r is eene steenbakkerij.
Olden-Eibergen, of Old-Eibergen, b. in de Geld. gem. Eibergen,
in 1840 met 362, in 1872 met 375 inw.
Oldenhave, b. in de Drenthsche gem. Buinen, in 1870 met 113 inw.
Tot na den val van Napoleon I vond men hier de havez. Oldenhave, ook
het Hnis te Ruinen genoemd.
Oldenhof, fraaie havez. in de Geld. gem. Ambt Vollenhove.
O ld e n z a a l , kiesdistr. voor het afvaardigen van Eeden naar de Prov.
Staten. Het bevat de 6 gem.: Oldenzaal, Losser, Ootmarsum, Denekamp,
Weerselo, Borne.
Oldenzaal, vierde kant. van het arr. Almelo, bevattende de 3 gem.
Oldenzaal, Weerselo, Losser.
Oldenzaal, dek. van het aartsbisd. Utrecht, bevattende de 15 p a r .:
Bekkum, Borne, Bornerbroek, Buurse, Delden, Deurningen, Enschede,
Haaksbergen, Hengelo, Lonneker, Losser, Lutte, Oldenzaal, Bossum,
Wegdam te Hengevelde.
Oldenzaal, gem. in Overijssel, naar alle zijden door de gem. Losser
omringd, 169 bund. groot en bestaande uit een hoogen dilnvischen zand-
grond. Zij had in 1811 2194, in 1822 2390, in 1840 2862, in 1875
3449 inw., in laatstgen. ja a r onderscheiden in : 2743 B.-Kath., 492 Herv.,
18 Luth., 4 Doopsgez., 191 Isr. en 1 ongen. De gem. bevat de stad
Oldenzaal en de bnitenbuurten of het wigbold. Landbouw en het fabriek-
wezen maken er de voorn. middelen van bestaan uit. E r zijn o. a. groote
inrichtingen voor het weven van calicots en andere katoenen stoffen, spin-
nerijen, enz.
De stad Oldenzaal behoort tot de oudste plaatsen van Nederland.
Waarschijnlijk dankt zij hare stichting aan een opperhoofd der Franken,
die hier een sala of paleis voor zieh liet bouwen, waarnaar de plaats,
toen deze vorstenzetel was verlegd, den naam van Aldensele of Oldenzaal
verkreeg. In de 7de eeuw predikte Marcellus en in de 8ste Plechelmus
hier het Evangelie, en den 11 Ju n i 1049 schonk Keizer Hendrik der
plaats reeds nevens eene jaarmarkt eene weekmarkt, die op donderdag
zou gehouden- worden.
Ofschoon reeds vroeg door een muur versterkt — waarschijnlijk omstreeks
814, toen Oldenzaal de hoofdplaats werd van ’t graafschap Twenthe heeft
de stad eerst onder het bestuur van Keizer Karel V eenige belangrijke
vestingwerken verkregen, die tot 1626 werden onderhouden. Toen echter
werd Oldenzaal ontmanteld. In 1644 werden de poorten weder hersteld,
doch reeds sints geruimen tijd is Oldenzaal weder een opene plaats.
Bij de telling voor 1870 bevatte de stad 681 huizen en 3441 inw.,
terwijl buiten de kom 11 huizen met 53 inw. geteld werden.
De stad is niet onbevallig, ofschoon niet zeer regelmatig gebouwd.
De markt levert teekenachtige gezichtspunten op. Men vindt er een zeer
zwaren steen, waarvan sommige oudheidkundigen meenen, dat hij eens tot
een altaar der Heidensche Tubanten diende.
Het merkwaardigste gebouw is de Groote of st.-Plechelmikerk, oor-
spronkelijk in de 7de eeuw van hout gesticht, in 964 van steen opge-
trokken en in 1043 tot een kruiskerk omgebouwd. Zij leed in 1492 veel
door brand, werd in 1525 vernieuwd en vergroot, kwam in 1626 aan
de Herv. en is in 1809 aan de B.-Kath. teruggegeven. De kerk
heeft in de laatste jaren belangrijke berstellingen ondergaan, doch nog zijn
hare zeldzame bouworde en dikke muren sprekende getuigen van haar
hoogen ouderdom. De toren dezer kerk is de hoogste van Twenthe.
Andere belangrijke gebouwen zijn de Herv. kerk, in 1809 gesticht, de
Synagoge, het stadhuis en verschillende groote fabrieken. Op h e t
stadhuis vindt men een walvischrib uit den Lonnekerberg, eenige antieke
zwaarden en ftet dwangbuis van een moordenaar in den vorm van
een stoel.