
Engelbrecht, onder den naam van Alfheim, aan den geloofsprediker Wil-
lebrord geschonken, kwatn het vervolgens aan de abdij Echternach, en
in de 12de eeuw aan de abdij van Tongerloo. In 1840 telde men in de
dorpskom 363 inw., meerendeeis R.-Kath ,, die er, even als de He rv .,
een kerk hebben. E r is een Station van den in October 1867 geopenden
spoorweg Tilburg—1Turnhout. In den omtrek liggen vele oud-Germaansche
graven.
A lp h en , aanzienlijk dorp in de Zuid-Holl. gem. Alphen-en-Rietveld,
3 n. ten oosten van Leiden, aan de zuidzijde van den Rijn, längs den
Hoogen-Rijndijk en tegenover de Aarlanderveensche-Rijnbuurt, waarmede
het voor handel en verkeer, even als in kerkelijke opzichten, een geheel
vormt. Alphen bloeide reeds in het Romeinsche tijdperk onder den
naam van Albiniana, en moet toen niet van gewicht zijn ontbloot, wijl
er in latere eeuwen vele penningen en voorwerpen nit den keizertijd
zijn opgedolven. Door den bloei van veeteelt, zuivelbereiding, handel,
scheepvaart, doortocht, kalkbranderij, steenbakkerij en andere takken van
volksvlijt heeft het zieh tot een lengte van meer dan een uur längs den
heerlijken stroom nitgebreid, en een bevolking op beide oevers daarvan
vereenigd, die meer dan 4000 beloopt, van welken ongeveer 3000 in de gem.,
Alphen-en-Rietveld. Het deftige raadhnis der gem. dagteekent van 1840.
In de fraaie Herv. kerk wijst men het graf des dichters Jan Leonard
Nierstrasz aan. Yoorts zijn er kerken voor de Christ.-Geref. en de R.-
Kath. en een synagoge. De meeste woningen geven blijken van groote
welvaart, de winkels en plaatsen van uitspanning van veel vertier. In
de geschiedenis is Alphen vooral merkwaardig geworden door twee over-
winningen van vrouwe Jacoba over de Kabeljauwen, op den 21 October
1425 en 30 April 1426, alsook door den opstand tegen Napoleon op den
19 April 1813.
A lphen-en-Riel, gem. in N.-Brab., ingesloten door de gem. Baarle-
Nassau, Chaam, Gilze-en-Rijen, Tilburg, Goirle en Poppel (Belgie), en
5663 bund. groot. De grond bestaat nit zand, en moet nog ten deele
ontgonnen worden. In 1822 waren er 1559, in 1840 1791, in 1870 1814
inw., voor laatstgenoemd jaa r afgedeeld in 16 Herv. en 1794 R.-Kath.
De landbouw is het hoofdbedrijf der ingezetenen, die meest rogge, boek-
weit, haver, aardappelen en gerst aankweeken. De gem., saämgesteld uit
een deel der Baronnie-van-Breda (Alphen) en een deel der Meijerij-van-
’s Hertogenbosch (Riel), bevat de d. Alphen en Riel, de buurten Terover,
Kwaalburg, Bosschoven, Oosterwijk, Brakei en Zandeind, benevens de
geh. Druisdijk en Vijfhuizen.
A lp h en -en -R ie tv e ld , gem. in de prov. Zuid-Holland, in het noor-
den door den Rijn van Koudekerk, Oudshoorn en Aarlanderveen geschei-
den, wordt naar het oosten door Zwammerdam, naar het zuiden door Reeu-
wijk en Boskoop, en naar het westen door Hazerswoude bepaald. Voor
de noorderhelft uit Rijnklei gevormd, bestaat zij naar het zuiden uit
laag veen, te zamen 2310 bund. groot. Met uitzondering van ongeveer
50 bunders bouwland en eenige tuinen, dient de gansche oppervlakte thans
tot wei- en hooiland. Vroeger waren er ook uitgestrekte veenen, die, na
in plassen vervormd te zijn, weder in land zijn herschapen. In 1822 had
deze gem. 2043, in 1840 2944, in 1870 3170 inw. In 1860 was de
bevolking gesplitst in 2228 Ned. Herv., 6 Waalsch-Herv., 27 Rem., 10
Christ. Afg. (Christ. Ger), 2 Doopsgez., 13 Ev. L uth., 826 R. K a th .,
38 Isr. en 10 ongenoemden. Nevens veefokkerij, zuivelbereiding, handel,
scheepvaart en winkelnering, bloeien hier eenige fabrieken.
A lp h en -O iste rw ijk , buurt in de gem. Alphen-en-Riel, halverwege
de beide dorpen dezer gem. ln 1840 had deze buurt 198 inw.
A lste in p o ld e r , of v an A ls te in p o ld e r , pold. in de Zeeuwsehe gem.
Graauw, in 1852 bedijkt, 403 bund. groot.
A ltek le in , pold. in de Zeeuwsehe gem. Kats, groot 10 bund.
A ltek le in , pold. in de Zeeuwsehe gem. Nieuwerkerke, gr. 82 bund.
A ltek le in , pold. in de Zuid-Holl. gem. Melissant, groot 24 bund.
A ltek le in , pold. in de Zuid-Holl. gem. Ooltgensplaat, gr. 34 bund.
A lten a , district dat, oorspronkelijk tot T eisterband behoord hebbende,
in 1332 aan Holland kwam, tot 1798 een deel dezer prov. uitmaakte, en
daarmede in 1814 werd hereenigd. Den 10 Februari 1815 werd het echter
aan Brabant toegevoegd, zoodat het thans tot de prov. N.-Brabant be-
hoort. Het is bijna 6600 bunders groot, en bestaat uit de gem. Wou-
drichem-en-Oudendijk, Almkerk-en-Uitwijk, Andel, Emmikhoven-en-Waard-
huizen, Giessen, Rijswijk, de Werken-en-Sleeuwijk en het westelijk deel
van de gem. Babilonienbroek, namelijk het dorp Hill. Landbouw en
veeteelt bloeien in dit oord, bestaande de veldproducten inzonderheid
uit tarwe, rogge, gerst, haver, koolzaad en boonen. Het oud land van
Altena (5070 bunders) is door de overstrooming van 1421 getroffen,
doch weder droog geloopen. Het werd overstroomd in 1740 1792, 1793,
1794, 1795, 1799 en 1809.
A lten a , voorm. blokhuis tegenover Deventer, onder Voorst, in 1521
door Hertog Karel van Egmond aangelegd, en in 1528 door de Deven-
terschen, die er zeer door benauwd werden, gesloopt.
A lten a , voorm. kasteel buiten de Schoolpoort van Delft, in 1573 af-
gebroken.
A lten a , geh. onder het Friesche dorp Idsegahuizen (Wonseradeel).
A lten a s ch e -h eu v e l, heuvel bij Almkerk, waarop liet oude slot Altena
gestaan heeft, dat waarsehijnlijk reeds in de 9de eeuw bestond en zijne
sterkte behield tot den jare 1393, toen het door Hertog Albrecht, die
daarin eenige oproerige edelen belegerde, werd verwoest. E r bleven echter
nog lang eenige torens van over, maar ook deze zijn ten tijde van Prins
Willem I I I gesloopt. De heuvel verheft zieh bijna 10 meter boven het
omliggende land.