
Van Gelderland werden Oijen en Dieden daarbij ingelijfd. Van Zeeland
kwam daaraan, bij besluit van 13 April 1807, de polder van Hin-
kelenoord, en bij besluit van 3 Mei 1809 de heerl. Nieuw-Vbssemeer.
Bij tractaat, den 11 November 1807 te Fontainebleau gesloten, ver-
kreeg het departement, in ruiling voor Lommel en bet znidelijk niteinde
van Eersel, de heerl. Luiksgestel.
Het was in 3 kwartieren verdeeld, waarvan het eerste ’s Hertogenbosch,
het tweede Eindhoven en het derde Breda tot hoofdplaats had.
Toen bij het tractraat van Parijs, van 16 Maart 1810, Brabant aan het
Fransche-Keizerrijk werd afgestaan, werd de oosthelft van Brabant (het
land ten oosten van de Donge) tot het toen opgericljte Departeinent-
van-de-Monden-van-den-Bijn gebracht, en de westhelft tot het Depar-
tsment-der-Beide-Nethen.
B rab an t, prov. van het Souvereine Vorstendom der Vereenigde-
Nederlanden, bij het vaststellen der grondwet van Maart 1814 gevormd.
Het bevatte het voorm. Staatsch-Brabant, Staatsch-Viaanderen, Staatsch-
Limburg en Staatsch-Opper-Gelder, benevens al de in 1800 door Frankrijk
aan de Bataafsche-Bepubliek gecedeerde landen, met uitzondering vanOeffelt,
dat weder aan Pruissen kwam. Ook bleven Oijen en Dieden daaraan.
Aanvankelijk werd nogtans een afzonderlijke commissie van bestuur
voor het voorm. Staatsch-Limburg en Staatsch-Gelder ingesteld, wier
werkzaamheden van 24 Januari 1814 tot 1 Januari 1815 duurden.
De provincie veranderde aanmerkelijk van gedaante door het besluit
van 20 Ju li 1814, waardoor Staatsch-Vlaanderen daaraan werd ontno-
men, maar die deelenvan Holland en Zeeland weder daaraan werden toege-
voegd, welke onder het koninkrijk Holland tot Brabant waren gebracht. Een
nieuwe vergrooting verkreeg het den 10 Februari 1815, toen h e t Land-
van-Altena, benevens de noordwesthelft van he t Land-van-Heusden,
twee Hollandsche districten, daarbij werden ingelijfd.
De vertegenwoordiging der provincie bestond toen uit 56 leden, als
10 uit de riddersehap, 26 uit de Steden en 19 uit de eigenerfden.
Als volksvertegenwoordigers der steden Werden benoemd uit Maastricht 5,
’s Hertogenbosch 4, Breda 4, Tilburg 3, Bergen-op-Zoom 2 en Ooster-
hout 2 leden; uit Eindhoven 1, Geertruidenberg 1, Grave 1, Helmond 1,
Heusden 1, Venlo 1 en Willemstad 1 lid.
Overeenkomstig de grondwet van 1815, gingen het voormalige Staatsch-
Limburg en Staatsch-Opper-Gelder, benevens de gemeente Lommel aan
de toen gevormde provincie Limburg, op den 9 October 1815, over. *)
*) De oud-Hoogleeraar Mr. G. Mees Az. zegt in zijne beschrijving tot de
T ie n d e k a a r t van zÿn Historische Atlas van Noord-Nederland, bladz. 10:
„De bezittingen aan de Boven-Maas, die wij vroeger hebben. leeren kennen, als
Maastricht, Limburg en Opper-Gelder schijnen nog (in 1814 en 1815) de
Fransche verdeeling te hebben behouden.”
Door bovenstaand artikel heb ik alle onzekerheid weggenomen, welke genoemde
Atlas omirent de toenmalige staatkundige betrekkingen van deze streken, even
Braband, of B rab andsohe -po lde r , pold. in de Z.-Holl. gem. Spij-
kenisse, 370 bnnd. groot.
Braberspolder, kleine pold. in de Z.-Holl. gem. Dubbeldam.
Brakei, gem. in Geld., tusschen Vuren, Herwijnen, Zuilichem en Poe-
deroijen, groot 1266 bund., met een bodem van rivierklei. De noorder
grenslijn loopt door de rivier de Waal. In 1822 had deze gem. 930,
in 1840 1096, in 1870 1129 inw. Bij de telling van 1860 splitsten de
ingèzetenen zieh in 1060 Herv., 57 Chr.-Afg. (Chr.-Ger.), 3 Herst.-Luth.,
8 K.-Kath. en 6 Isr. De hoofdbronnen van welvaart zijn veefokkerij,
landbouw, steenbakkerij en visscherij.
Het d. Brakei, aan den zuider Waaldijk, prijkte vroeger met een aan-
zienlijk kasteel, dat in 1672 verwoest werd, doch vroeger de zetel was
der mächtige Heeren van Brakei. E r zijn nog eenige bouwvallen over.
De Herv. kerk is een oud gebouw. E r is een veer over de Waal.
B rakelsohe-veer, veer over het Spui in de Z.-Holl. gem. Nieuw-
Beijerland en Hekelingen.
Braken (de), drooggem. meertjes in de N.-Holl. gem. Obdam. Met de
Wiel zijn zij 77 bund, groot. Zij werden in 1632 bedijkt.
Brakke (de), herberg m et grenskantoor in de Zeeuwsche gem. st.-Kruis.
Brakken (de), geh. in de N.-Brab. gem. Gilze-en-Bijen.
Brakken (de), geh. in de N.-Brab. gem. Ossendrecht.
Brammelo, buurt in de Overijsselsche gem. Haaksbergen, in 1840
met 250 inw.
Bramsluis, sluis en woning in de N.-Holl. gem. Blokker.
Brammershoop, heuvel in Drenthe, tevens grenspunt voor de gem.
Borger, Bolde, Westerbork, Zweelo en Sleen.
Brand (de), buurt in deN.-Brab. gem. Zeeland, in 1860 met 171 inw.
Brand (de), buurt in de N.-Brab. gem. Bucphen, in 1840 met 172 inw.
Brand (de), geh. in de Utr. gem. Hoogland.
als omtrent die der in 1800 gecedeerde landen, omirent Nieuw-Vossemeer, Hin-
kelenoord en andere districten overlaat. Möge de twijfel des Hoogleeraars te ver-
ontschuldigen zijn uithoofde der onvolledigheid van het S til, van 1814—1817,
Stuart’s Jaarboeken, Bosscha’s en Konijnenburg’s werken over de omwenteling, van
der Aa’s Aardrijkshtmdig Woordenioek der Nederlanden, van der Poell’s Beschrijving
van Limburg, van der Maelen’s Dictionnaire de Limbourg en alle grootere
eu kleinere geschiedkundige werken en landbeschrÿvingen die de veranderingen
van 1814 tot 1817 aan de Boven-Maas hadden behooren op te geven, hetblijft
te betreuren, dat de eerste jaren der geschiedenis van het koninkrijk der Nederlanden
zoo groote duisterheden konden opleveren. Trouwens de oorkonden van het
bewind ait die tijden en van vroeger dragen vele blijken dat de studie der topographie
toen heel veel te wenschea overliet.