
de Fränkische koning Dagobert den burg tusschen de jaren 622 en 632
veroverde, de sterkte met hooge muren lie t omringen en er een kerkje
stichtte, de st.-Thomaskapel genoemd.
Latere historische herinneringen van Utrecht zijn : de verovering van
den bürg Trecht, door Koning Radboud, omstreeks 680; de herovering
van Trecht door de Franken, in of omstreeks 690; de komst van den
geloofsprediker Willebrord of Clemens, Btichter van het klooster van
st.-Salvator (van de orde van st.-Benedictus) en van de st.-Maartens-
kerk ter plaatse van de verwoeste st.-Thomaskapel, omstreeks 697 en
vervolgens; de herovering van Trecht of Utrecht door Badboud, in of
omstreeks 716; de schenking der koninklijke domeinen te Utrecht aan
Willebrord, in 722; de dood van Willebrord, in 736; de verovering
door de Noormannen, tijdens Bisschop Hunger, in 856 of 857 ;
de herstelling van kerken, bürg en muren door Bisschop Balderik, sedert
917; de rijksdag door Koning Otto I gehouden, in 948; de vie-
ring van het kersfeest door Otto I I , in 974; het verbranden van de
haven bij den laatsten strooptocht der Noormannen, door de Trechte-
naars, omstreeks den jare 1006; de zware brand van 1017; de inwijding
der herbouwde st.-Maartenskerk door Bisschop Adelbold, in de tegenwoordig-
heid van Keizer Hendrik I I , in 1023 ; de verkiezing to t bisschop van Bernulf,
priester te Oosterbeek, door Keizer Koenraad II, in 1027 ; het overlijden
van Keizer Koenraad I I in het paleis te Utrecht, in 1039; de verga-
dering van rijksgrooten onder Hendrik IV en het uitspreken van
den banvloek over Paus Gregorius V II door Bisschop Willem
van Gelder, in 1076 ; de bruiloft van Keizer Hendrik V met de
Engelsche prinses Mathilda, in 1110; de botsing tusschen de dienstmannen
van Keizer Hendrik V ((lie de eerste stadsrechten bevestigde) en ’s Bis-
schops onderdanen, in 1122; het overlijden van Keizer Hendrik V
in 1125; de brand, die o. a. den hofburg verwoestte, in 1131;
het beleg van Utrecht door den Hollandschen Graaf Dirk VI, in 1138;
de komst van Koning Koenraad IH, en het schenken van het recht
aan de kapittel-kerken van st.-Maarten en st.-Salvator om voor
den ledig geworden Stoel een nieuwen Bisschop te kiezen, in 1145;
de brand die vier kerken verwoestte, in 1148; de komst van Keizer
Frederik Barbarossa, in 1156 en 1158; het beleg van den bürg,
de wijkplaats van Bisschop Godfried van Bhenen, door den
Graaf van Gelder en het ontzet door den Graaf van Holland, in 1163 ; de
komst van Keizer Frederik Barbarossa in 1165 ; de overstroomingen van Nov.
1170 en Mei 1173; de verkoop der burggrafelÿke rechten door Albert van
Cuyk aan Bisschop Otto van Lippe, in 1224; de strijd tusschen Bisschop
Hendrik van Vianden en de Heeren van Amstel en Woerden, den 16
Ju n i 1252; de aanslag op ’t leven van Koning Willem van Holland
in 1255 ; de verovering der stad door de Kennemers onder ’t geleide van Heer
Gijsbrecht IV van Amstel, in 1268; de bemachtiging der stad door Sweder
van Beusichem, in 1270; de brand van Februari 1279; de verbindtenis en
de strijd met den Hollandschen Graaf Floris V, in 1274 en 1278; de
laatste maaltijd door Graaf Floris V als vrij man bijgewoond, in 1296;
het gevangennemen van Bisschop Willem van Mechelen door Burgemeester
Jan van Lichtenberg, in 1299; het sneuvelen van Willem van Mechelen
op den Hoogen-Woerd, den 4 Ju li 1301; de verovering der stad door
de VlamingeD, in 1304; het leggen van den eersten steen aan den
Domstoren, den 22 Maart 1321; het beleg door Graaf Willem IV
van Holland, van 10 to t 21 Ju n i 1345; de overstrooming van 13 J a n u ari
1374; de vrede met Hertog Albrecht, onder belofte der stad om den
Hollandschen Graaf zes weken met vijftig schutters te dienen, den 28
Maart 1375; het verbond tusschen Hertog Albrecht van Beijeren en de
stad Utrecht, om de Arkelschen te beoorlogen, den 23 Ju n i 1402; de
„moordbrand” , mede in 1402; de hulp door Utrecht aan Vrouwe Jacoba
van Beÿeren bewezen, in 1417 ; de strooptocht der Utrechtschen naar
Amsterdam, in 1420; het bemächtigen van Wageningen, in 1421 ; het
verdrijven van Bisschop Sweder van Culemborg, in 1426 ; de mislukte
toeleg van Sweder om Utrecht te bemächtigen, in 1427 ; de beroerten
door Arend Proeys verwekt, in 1428 en 1429 ; de feesten ter viering
van den herstelden vrede met Bourgondie, in 1430; de brand van 1431;
de pogingen van eenige ballingen om de stad te veroveren, in 1432;
de mislukte aanslag van J a n van Arkel, Heer van Heukelom, in 1436;
de poging van Burggraaf Willem van Montfoort om de stad te verrassen,
in 1447; de oneenigheden tussehen de burgers en Bisschop Budolf van
Diepholt, in 1448 en 1449 ; het heerschen der pest, in 1450 ; de mislukte
aanslag der ballingen en het sterven van Dirk van Hagenwoude,
in 1454; de oploop door de kapittels tegen den aanhang des Bisschops
verwekt, in 1455; het optrekken van Filips de Goede tegen Utrecht,
en het huldigen van Bisschop David van Bourgondie als Bisschop, in
1456; het wijken van Bisschop David naar het Hof van Bourgondie, in
1457; de verzoening van Utrecht en Amersfoort met Bisschop
David, den 31 Ju li 1462; de aanslag der Utrechtschen tegen Wijk-bij-
Duurstede, de residentie des Bisschops, in Dec. 1462 ; de stad door den
Bisschop in den ban gedaan, in 1479; het verrassen van Naarden door
vermomde Utrechtsche krijgsknechten, in 1481 ; het gevecht te Jutphaas
tusschen de Utrechtschen en den Hollandschen Stadhouder de Lalaing, den
13 October 1481; de terugkeer van Bisschop David, den 21 April 1483;
Bisschop David gevangen genomen en naar Amersfoort gevoerd, den 8 Mei
1483; de onderwerping der stad aan Maximiliaan van Oostenrijk, den 3
September 1483; de Hollandsche bezetting uit de Catharijnepoort en de stad
gejaagd, in 1489 ; de mislukte poging van F rederik van Egmond om Utrecht
te vermeesteren, mede in 1493; de mislukte poging van Floris van IJsselstein
om Utrecht over het ijs te vermeesteren, den 28 Januari 1511 ; de vrede tusschen
de stad en de landvoogdes, den 15 Ju li 1511 ; het sluiten van het bestand
tusschen Bourgondie en Gelder, den 17 Sept. 1517 ; de verkiezing van Hendrik
van Beijeren tot Bisschop, den 6 Mei 1524; de eischen van het volk aan
de regeering om teruggave van „misbruikte gelden,” in Mei 1525; het optrekken
van gewapende burgers onder Gerrit Knijf tegen andere gewapen*
de burgers onder Jakob van Mijnden, den 7 December 1526; Geldersch
krijgsvolk binnengelaten, den 5 Augustus 1527; de herovering van U trecht