
Maasland, kwartier van de Meierij van ’s-Hertogenbosch bevattende
bet noordw. deel dier streek en daarin de dorpen : Alem, Berchem, Ber-
licum, Dinther, Empel, Geffen, Heesch, Heeswijk, Kessel, Lith (eerst
sedert 1671), Lithoijen, Maren, Nieland, Nistelrode, Osch, Eosmalen.
M a a sland, gem. in Z.-Holl., ter grootte yan rnim 4147 bund. Zij
wordt ingesloten door Naaldwijk, de Eier, Schipluiden, Vlaardinger-Am-
bacht en Kozenburg, terwijl zij in haar zuidelijk deel de gem. Maasslais
omsluit. De grond, die in het zniden door de Maas wordt bespoeld,
bestaat grootendeels uit klei. Een belangrijk deel van het westen is al-
luvisch zand, en in het uiterste noordoosten ligt laag veen. In den
Eranschen tijd behoorde een deel dezer gem. tot de mairie de Eier. Sedert
weder tot hare vorige uitgestrektheid teruggebracht, bevatte zij in 1822
1723, in 1840 1940, in 1874 2317 inw. Bij de telling voor 1870 vond
men er: 1641 Ned.-Herv., 242 Chr.-Geref., 5 Kern., 5 Ey.-Luth. en 421
E.-Kath. Zij bestaan meest van landbouw, veeteelt, zuivelbereiding en
zalm visscherij. De voornaamste plaatsen zijn het d. Maasland, een deel
yan het d. de E ie r en het geh. Burgersdijk.
Het d. Maasland is eene schoone, aanzienlijke plaats, binnen wier kom
men in 1870 595 inw, telde. De Herv. kerk is een fraai gebouw, met een
bezienswaardig koor. Ter plaatse der pastorij stond vroeger een kom-
manderij yan ridders der Duitsche orde, aan wien de kerk in 1241
door Graaf Willem I I van Holland was geschonken. De E.-Kath. kerk is
in 1671 gestiebt.
Maasland., b. in de Eimb. gem. Eysden.
Maasniel, gem. in Limb., ingesloten door Swalmen, Eoermond en
Herkenbosch-en-Melick in Limb, en Elmpt in Pruissen, met een opper-
vlakte van ruim 1527 bnnd. Het diluvisch zand, waaruit de grond
bestaat, wordt in de nabijheid der Maas afgewisseld door klei. In 1822
had de gem. 1167, in 1840 1340, in 1875 1864 inw., in laatstgenoemd
Jaar onderscheiden in 1839 E.-Kath. en 25 Herv. Zij bestaan meest
van den landbouw. De gem. bevat het d. Maasniel, de buurten
Leeuwen, Asenray en Gebroek, benevens de gehuchten Broekhin, Maal-
broek, Spick, Straat en Nootboom.
Het d. Maasniel, had in 1840 476, in 1870 705 inw. Het wordt door-
sneden door den weg van Eoermond naar Elmpt en heeft eene E.-Kath.
kerk. E r zijn hier meermalen oud-Germaansche en Eomeinsche oud-
heden gevonden.
Maaspolder, onbehuisne pold. van 342 bund. in N.-Brab., längs de
Maas, deels in de gem. Cfassel, deels in ' Escharen, deels in Linden.
Maaspoort, b. in de Limb. gem. Weert, in 1840 met 286, in 1870
met 318 inw.
M a a sslu is, gem. in Z.-Holl., naar alle zijden door de gem. Maasland
omringd en niets dan de stad Maassluis bevattende. Zij is ruim 341
bund. groot en ligt noordoost- en zuidwestwaarts van den Maasdijk, die
haar in het midden doorsnijdt. In 1796 had zij 4817, in 1811 4369, in
1822 4375 in 1830 4434, in 1850 3749, in 1860 3635, in 1865 3579, in
1870 3894, in 1875 4351 inw.
In den Bourgondischen tijd schijnt Maassluis niet meer geweest te zijn
dan een geh. van weinige huizen aan den hoogen Maas- of zeedijk.
In de eerste helft der 16de eeuw was er reeds eene kapel, die tot
de par. van Maasland behoorde. Doch nauwelijks hadden de Holländers
de Spanjaarden uit hunne provincie verdreven, of Maassluis
wies met eene ongemeene snelheid tot eene belangrijke plaats. Marnix
van st.-Aldegonde gaf den raad, hier eene schans aan te leggen, en in 1596
werd de kapel herbouwd. Op verzoek van den ambachtsheer, Jonkei
Jakob van Egmond, vergunden de Staten, den 16 Mei 1614, om de ambachts-
heerlijkheid van Maassluis van die van Maasland a f te scheiden. Vis-
scherij en scheepvaart, met de aanverwante bedrijven deden het dorp
bloeien, zoodat in 1629 het bouwen van eene tweede kerk voor de
Hervormden werd aangevangen. De stilstand der visscherij onder het
Eransche bewind, na de omwenteling van 1795, bedreigde de plaats, die to t
een belanglijk vlek was aangegroeid, met den ondergang, doch zij
had bij de omwenteling van 1813 niettemin nog zooveel aanzien,
dat Koning Willem I haar in 1814 als de vier-en-twintigste in
rang onder Holland’s steden plaatste. Maassluis ging echter weder
achteruit toen de scheepvaart door h e t Sluissche-diep, ten gevolge
van het verzanden der rivier de Maas en den aanleg van het Kanaal
door Voorne, verminderde. Sedert de opening van den BotterdamscheD
waterweg gaat het nogtans op nieuw vooruit, gelijk uit de vernieuwde
toename der bevolkiDg blijkt.
Het hoofdgedeelte der stad maakte de Dijk, of Hoogstraat uit, benevens
de Noordvliet en de Zuidvliet, die van den dijk in noordoostelijke
richting naar de zijde van Maasland zijn aangelegd. Eene haven, deels
grondgebied door het van Maasland gegraven, voert naar de Maas.
Bij de volkstelling voor 1870 onderscheidde de bev. zieh in 3309
N.-Herv., 2 W.-Herv., 121 Chr.-Geref« 12 Ev.-Luth., 1 Eem., 1 Episc.,
351 E.-Kath. en 97 Isr.
De merkwaardige gebouwen der stad zijn het Stadhuis, het Gemeene-
landshnis van Delfland, de Oude of Kleine kerk en de Groote of Nieuwe
kerk der Hervormden (waarvan de laatste e en fra aientorenbezit),dein 1787
gestichte E.-Kath. kerk, eene in 1832 gestichte Synagoge en een weeshuis.
T o t de historische herinneringen behooren: het veroveren der in 1572
gestichte schans door de Spanjaarden onder Eomero, in 1573, waarbij
Marnix van st.-Aldegonde in ’s vijands handen viel; een oproer wegens
het leggen eener belasting op de visscherij, in of omstreeks 1610; eene
plundering in 1672; het afwenden eener dreigende overstrooming, den
14 November 1775; de onlusten wegens het lang en kort zingen, die in
1775 begonnen en nog in 1778 zeer onaangename tooneelen veroorzaakten;
de onlusten in 1787; het verzet tegen het Fransch bewind, in April
1813; het klimmen van het water in Eebruari 1825.