
Marsburg wilde geven. In 1572 was „Marsburg” eene schans ra n vier bolwer-
ken, waarnevens nog eene andere schans, de Opslag, lag. De Groningers
begonnen haar in 1577 te ontmantelen, doch door de tusschenkomst der
Algemeene Staten werd zij behouden en sedert veel versterbt, vooral in
1696 en 1697. De naam M arsburg verdween m et de Spaansche heerschappij.
Tot de historische herinneringen der vesting behooren: de overrompoling
door de Groningers in den nacht van 28 Mei 1501; de beide veroveringen
door de Saksers in 1514; de vermeestering door Graaf Edzard van Oost-
Fricsland in 1516; het bezetten door de Ommelanders in 1577; do
tusschenkomst van den Graaf van Rennenberg, waardoor Delfzijl weder aan
Groningen kwam; het beleg der Spanjaarden in Ju n i en Ju ii 1580; de
verovering door Prins Maurits in 1591; de aanslag van Verdugo op 12
Februari 1594; de stormvloed van 1598; de verschillen tusschen Friesland
en Groningen over de mede-soevereiniteit der vesting; de aankoop der
heerlijkheid Delfzijl van Jonkheer Maurits van Ripperda, door de Omme-
landers den 13 Nov. 1630; het binnenvallen der rijke West-lndische vloot,
onder de leiding van Michiel de Ruyter, den 6 Augustus 1655; het ver-
leenen van ’t recht om een volmacht ten landsdage te zenden in 1661; het
verijdelen van een aanslag der Münsterschen op de veste in 1672; de
bezetting door de Franschen tot 23 Mei 1814.
De vesting heeft 3 poorten, eene zeer goede haven, een kommandants-
huis, kazerne, arsenaal en magazijnen. Zij bevatte in 1811 945, in 1840
1704, in 1860 1762 inw., die meerendeels in scheepvaart, handel, win-
kelnering, visscherij en landbouw hun bestaan vinden.
De Herv. kerk is in 1613 o p ’s L ands kosten gebouwd. De R.-Kath. kerk
dagteekent van 1816. Voorts vindt men er eene kerk der Chr.-Geref.
Delishurkt, Deelishurk, of do Hurkt, bunrt in de N.-Brab.
gem. Valkenswaard, in 1860 met 148 inw.
Delle, uitgestrekt landgoed in de Geld. gem. Heerde, door den Gene-
raal Herman Willem Daendels aan de woeste heide ontwoekerd.
D e l le n , geh. onder het Friesche d. Oudwoude (Kollumerland c. a.).
Dellen, of de Delden, geh. in de Groningsche gemeenten Nieuwolde
en Tcrmunten.
Deist, buurt in de N.-Brab. gem. Nistelrode, in 1840 met 138, in
1860 met 124 inw.
Delt (de), vaartje of meer in Gro n ., dat nabij den dijk tusschen
Warffum en Utkwert begint, en naar de Schaftil bij Menkewecr voert.
Vroeger was het een niet onbelangrijke stroom.
Delwijnen, buurt in de Geld. gem. Kerkwijk, in 1840 met 258, in
1872 met 221 inw. ln de middeleeuwen stonden er, volgens de overlevering,
verscheidene kasteelen, benevens een Tempelierenklooster, waar-
naar zekere hooge plek den naam van Keelaf draagt.
Delwijnen, polder van 572 bund, in de Geld. gem. Kerkwijk.
Demen, d. met eene R.-Kath. kerk in de N.-Brab. gem. Dieden c. a.,
aan den Maasdijk, in 1840 met 167, in 1860 met 140 inw. In de oudste
oorkonde, waarin het wordt vermeld (29 Nov. 1331), komt het als
Deemen voor.
Demmerik, heerl. en pold. in de Utr. gem. Vinkeveen, 1033 bund,
groot, in 1840 met 568 inw. Demmerik is zeer oud, daar men reeds in
884 daarvan melding vindt gemaakt. Men acht dat het zijn naam ont-
leent aan de Deenen, welke in de 9de eeuw van Keizer Lodewijk eenige
Friesche landstreken ontvingen. De naam zou dan zoo veel beteekenen
als Deenenrijk.
Denekamp, gem. in Overijssel, die, in het westen door Tubbergen
en in het zuiden door Losser bepaald, de gem. Ootmarsum omsluit, en
naar het oosten en noorden tot het Pruissische landschap Bentheim reikt.
Zij beslaat 8677 bund., genoegzaam geheel zandgrond (alluvium), daar
de eenige uitzondering gevormd wordt door de smalle oeverlanden van do
Dinkel, de Geelebeek, de Rammelbeek, de Sombeek en de Roetinkbeek,
die nit kléi bestaan. In 1822 had deze gem. 3331, in 1840 4068 en m
1872 4191 bewoners, in laatstgenoemd ja a r onderscheiden in 3507 R.-
Kath., 607 Herv., 5 Ev.-Luth., 1 Herst.-Luth. en 71 Ned.-Isr. De landbouw
is hun hoofdbedrijf, bestaande de voornaamste producten van den
grond in rogge, boekweit, haver, garst en aardappelen. De veestapel is
zeer aanzienlijk. Een stoom-papierfabriek, eene linnenbleekerij en 8 molens,
waarop tarwe en grutten gemalen worden, maken de fahriekmatige in-
richtingen uit.
De gem. bevat de dorpen Denekamp, Lattrop en Xilligte, benevens
de buurtschappen Denekamp, Noord-Deuringen, Brekelenkamp, Oud-Oot-
marsum, hinter, Groot-Agelo en Klein-Agelo.
Het d. Denekamp, in 1840 met 558, in 1860 met 821 inw., ligt aan
den grooten weg van Oldenzaal naar Nordhorn. Men vindt er 3 kerken,
waarvan een den R.-Kath., een den Herv. en een den Israelieten toebehoort.
Op körten afstand omkronkelt de Dinkel aan drie zijden de oude haver
zathe Singrave.
Denekamp, buurt in de Overijsselsche gem. Denekamp, ongeveer een
nur ten oosten van het d., in 1840 met 543, in 1860 met 502 inw.
Denemarken, geh. in de Gron. gem. Slochteren, in 1840 met 60 inw.
Dennekamp, of het Planken-Wambuis, geh. in de Geld. gem. Ede.
Dennenburg, d ., met eene R.-Kath. kerk in de N.-Brab. gem.
Denrsen c. a., in 1840 met 182, in 1860 met 185 inw.
Dergmeer, drooggem. meer in de N.-Holl. gem. Oudkarspel. Het
werd het eerst omstreeks 1520 bedijkt en is bijna 43 bund, groot.
Derrijvliet, watering op het Z.-Holl. eil. Voorne, loopende van den
Rijswaardschen-Dijk naar Zwartewaal.