
ken. In 1732 vestigden zich te Hunhem de Franciskaner nonnen, die
hun convent te Ommel in de Bosscher Meierij hadden moeten ver-
laten. In 1840 telde Nunheim 166, in 1870 201 inw. Het kasteel van
Nunheim staat aan de noordzijde van het dorp.
Nunspeet, d. in de Geld. gem. Ermelo, in 1840 met 641, in 1872
met 800 inw. Ofschoon reeds in de vorige eeuw van veel aanzien, is
het belangrijk in bloei toegenomen sedert het aanleggen van een straatweg
langs de Zuiderzee tnsschen Amersfoort en Zwolle in 1830. Deze ver-
beterde communicatie is gevolgd, den 20 Augustas 1863, door het openen
van den Centraal-Spoorweg, waarvoor hier een station is. E r is eene
aanzienlijke Herv. kerk. Het Zusterenpad houdt de herinnering levendig
aan het vroegere nonnenklooster van st. Eranciscus. Op den naburigen
Paasehberg worden nog paaschvuren ontstoken.
XTuth, d. in de Limb. gem. Nuth-en-Vaesrade, met eene R.-Kath. kerk,
in 1763 op kosten van het kapittel te Aachen (Aken) gebouwd. Het
telde in 1870 binnen de kom 183 inw.
Nuth-en-Vaesrade, gem. in Limb., ingesloten door Amstenrade,
Schinnen, Spaubeek, Schimmert, Hulsberg, Wijnandsrade en Hoensbroek,
met eene oppervlakte van 932 bu n d ., bestaande de grond langs de
Geleen, die de gem. van het zuiden naar het noorden doorsnijdt, uit
beekklei, doch in al het overige uit Limb. klei of mergel. In 1822
telde de gem. 1178, in 1840 1266, in 1875 1246 inw., alien R.-Kath.
De landbouw maakt hun voorn. middel van bestaan uit. De gem.
bevat de dorpen Nuth-en-Vaesrade, de buurten Hellenbroek, Grijsegrobben
en Hunnecum, benevens de geh. Straten, Helle, Brandt, Hooren,
Hierven, Kamp en Hommert.
Nutter, of Uotter, b. in de Overijsselsche gem. Denekamp, in 1840
met 194, in 1870 met 215 inw.
Obbicht, of Obbigt, d. met eene R.-Kath. kerk en een kasteel, in
de Limb. gem. Obbicht. Het ligt aan eene bocht der Maas, die hier
herhaaldelijk groote verwoestingen heeft aangericht. In 1870 telde Obbicht
binnen de kom 248 inwoners.
O b b ich t-en -P ap en h o v en , gem. in Limb., tnsschen Grevenbicht,
Born en Urmond in Nederl., benevens Stokheim in Belgie. De grond bestaat
langs de Maas uit rivierklei, in het zuidoosten uit Limb. klei en in het
noordoosten uit diluvisch zand. In het geheel is de gem. 483 bund.
gróot. In 1822 telde zij 546, in 1840 628, in 1875 743 inw. in laatstgen.
jaar onderscheiden in 736 R.-Kath. en 7 Isr. Zij bestaan meest van den
landbouw. Obbicht-en-Papenhoven behoorde vroeger tot het Overkwartier
van Gelderland, ofschoon naar alie zijden door vreemd gebied ingesloten.
Bij den vrede te Versailles in 1785 werd het door den Keizer aan de
Staten-Generaal afgestaan. De gem. bevat de beide dorpen Obbicht en
Papenhoven, benevens de buurten Yattenhoven en Arrekoven.
Obdam, gem. in N.-IIoll., ingesloten door Heer-Hugowaard, Opmeer,
Spanbroek, Berkhout en Hensbroek, bijna geheel door zeeklei en eenig
laag veen gevormd en 1260 bund. groot. Behalve deelen van den Wog-
meer en den Berkmeer, behooren Oosterbraak, Middelbraak, Noorder-
braak en de Waal, vier kleine drooggemaakte meertjes, tot deze gem.
In 1822 had zij 524, in 1840 659, in 1875 933 inw. Bij de tellingvoor
1870 onderscheidde men er: 765 R.-Kath., 131 Herv. en 3 Luth. Landbouw,
veeteelt en zuivelbereiding zijn er de middelen van bestaan. De
gem. bevat het d. Obdam, een ged. van het d. Spierdijk, benevens een
ged. van het geh. Berkmeerdijk. De heerl. Obdam is van ouds een
domein van het geslacht Wassenaar.
Het d. Obdam, in 1840 met 389, in 1870 met487 inw., heeft 2 k e rk en :
een R.-Kath. en een Herv. De oude parochiekerk is in 1803 door de
Herv. weder aan de R.-Kath. teruggegeven, doch onlangs door een nieuw
gebouw vervangen.
Obdam, pold. van 807 bund. in de N.-Holl. gem. Obdam.
Obergum, d. in de Gron. gem. Winsum, in 1840 met 671, in 1870
met 786 inw. Het is alleen door het Zjjldiep, waarover hier een brug
Mgt, van Winsum gescheiden. Tot in het begin dezer eeuw waren hier