
bruikt, deels schoone akkers bevat. Ook vindt men er op de buitenver-
blijven welig groeiend bosch. In 1822 had Bunnik 683 en Rhijnauwen
59 inw ., die in 1840 yermeerderd waren tot 824 en 79. In 1870 was de
bevolking der gemeente 1065, onderscheiden in 625 R.-Kath., 435 Herv.
en 3 Isr. De hoofdplaats is het d. Bunnik. Vorder bevat de gem. de
bunrt Vechten, en de geh. ter Hull en Bhijnauwen.
Het d. Bunnik ligt aan den Ouden-Bijn, in een liefelijk oord. Het bevat,
in 2 door den Bhijn-Spoorweg van elkander gescheiden deelen, een
Herv. en een K.-Kath. kerk. In 1860 telde men er 423 inw.
B u n sch o ten , gem. in Utrecht, in het noorden door de Zuiderzee
bespoeld, en verder bepaald door Eemnes, Baarn en Hoogland tUtr.) en
door Nijkerk (Geld.). Zij bestaat uit de dorpen Bunschoten en Spakenburg,
met dg onderhoorige polders. De grond, in het geheel 2221 bu n d ., bestaat
meest uit zeeklei. Alleen in het uiterste zuiden ligt zoowel eenig zand als
laag veen. De wester-grenslijn vormt de rivier de Eem. In 1822 had de gem.
860, in 1840 1127, in 1870 1670 inw., voorlaatstgenoemdjaar onderscheiden
in 916 Chr.-Geref., 736 Herv., 1 Luth., 2 Doopsgez. en 15 R.-Kath. De
bewoners van Bunschoten en het geh. Dijkhuizen bestaan meest van de
veefokkerij, zuivelbereiding en hooibouw, de ingezetenen van Spakenburg
van de visscherij en de daarmede verwante bedrijven.
Het d. Bunschoten verwierf in 1383 van Bisschop Eloris uit den Huize
van Wevelinkhoven stedelijke rechten, doch w;erd in 1428 door Bisschop
Rudolf uit den Huize van Diepholt ontmantold. Echter telde Bisschop
David uin den Huize van Bourgondië het in 1467 nog onder de steden.
De grond van Bunschoten wijst nog de uitgestrektheid der voormalige
stad aan. Doch alleen de hoofdstraat, die van het noorden naar het
zuiden loopt, is ter wederzijde bebouwd. In 1840 had Bunschoten 390,
in 1860 389 inw. De Herv. kerk prijkt met een zwaren toren van twee
verdiepingen en een spits. De haven van Bunschoten werd, na schier
geheel vervallen te zijn, in 1732 hersteld. De paardenmarkt, die hier in
Ju li wordt gehouden, heeft een druk bezoek.
Historische herinneringen zijn het gevecht bij de stad tusschen de
Holländers en Utrechtschen in 1353, waarbij 70 Bunschoters sneuvelden,
en de Pontiaansvloed van 1552, die hier een schade van een ton gouds
aanrichtte.
B u n sch o te rv e en , pold. in de Utr. gem. Bunschoten, gr. 529 bnnd.
Burch, geh. in de N.-Holl. gem. Wieringen, bij den Oever.
B a r ch (ter),, geh. bij het Friesche d. Kubaard (Hennaarderadeel).
B u r ckm e e r , of B u rkm e e r , voom. meer in de N.-Holl. gem. Nieu-
wendam. Het is van 1867 tot 1871 drooggemaakt.
B u rd (de), of Bird (de), vaart en geh. bij Grouw (gem. Idaarderadeel).
B u r en , voorm. graafschap, tusschen de Lek en Linge. Oorspronkelijk
een gedeelte van Teisterband, vinden wij Buren ten jare 1152 als een
afzonderlijke heerlijkheid vermeld, den eigendom van Heer Hugo van Buren.
De Heeren van Buren bezaten hun land toen als een eigen goed.
De eerste band, die hen aan Gelderland hechtte, werd Heer Otto
in 1298 opgelegd. Graaf Reinoud verplichtte hem toen, uithoofde van
gepleegd geweld, zijn slot te Buren over te geven en het als een leen weder
te ontvangen. De heerlijkheid schijnt echter te dien tijde nog een eigen
goed gebleven te zijn, doch in 1329 werd Heer Lambert, van wegen den
Hertog van Brabant, met Buren beleend. L ater werd Buren aan het hertog-
dom Gelder onderhoorig, want den 14 Augustus 1367 beleende H ertog Eduard
Heer Alard van Buren met het huis aldaar, zijne grachten en den voorburg,
met de heerschappij, de hooge en läge gerichten der Landen van
Buren en al wat daartoe behoorde. Met Buren waren verscheidene heer-
lijkheden vereenigd, als Beusichem, Zoelmond en het noorderdeel van
Malsen (Buurmalsen). In 1430 werd Heer Willem van Buren door Hertog
Arnold uit zijn land veijaagd, dat nu in een Geldersch ambt werd her-
schapen, en in die verhouding bleef, tot genoemde Hertog den 12 Ju n i
1472 aan zijns broederszoon Frederik van Egmond, Heer van IJsselstein,
de heerlijkheid Buren afstond, ter vergoeding van de kosten, die genoemde
Frederik gedurende de onlusten, door Jonker Adolf van Gelder verwekt, te
zijnen behoeve had gemaakt. Ten behoeve van dezen Frederik werd Buren
door Keizer Ma'ximiliaan in 1492 tot een graafschap verheven, dat Anna van
Egmond, door haar huwelijk met Prins Willem van Nassau-Oranje, in
1551, aan het Huis van Nassau bracht. Het graafschap Buren werd tijdens
de Republiek niet als een Geldersche landstreek beschouwd, en de po-
gingen, door de Staten van Gelderland in 1709 en 1710 gedaan, om Buren
bij hun gewest in te lijven, bleven zonder gevolg.
Buren, gem. in Gelderland, in het noorden door Beusichem en Mau-
rik, in het oosten door Zoelen, in het zuiden door Geldermalsen en in
het westen door Bnurmalsen bepaald, hebbende eene uitgestrektheid van
1990 bunders. De grond, die in het zuiden door de Linge van Geldermalsen
wordt gescheiden, en door de Korn van het 'noordoosten naar het
zuidwesten wordt doorsneden, bestaat uit klei, die deels in akkers, deels
in weilanden is afgeperkt. In 1822 had deze gem. 1548, in 1840 1828,
in 1870 1874 inw. Bij de volkstelling van 1860 onderscheidde men de
bevolking in 1661 Ned.-Herv., 3 Waalsch-Herv., 1 Rem ., 3 Doopsgez.,
4 Ev.-Luth., 217 R.-Kath. en 17 Israelieten.
De hoofdplaats is het steedje Buren, waarnevens de gem. nog de dor-
: pen Asch en Erichem, benevens het geh. Aehter-den-Haag bevat.
Het steedje Buren ligt op den westeroever van den Korn en aan den
| weg van Tiel naar Culemborg. Het bevat ruim 200 huizen, en telde
hinnen de wallen in 1840 1079 en in 1860 1056 ingezetenen. De aan-
| zlenlijkste gebouwen zijn: het in 1654 gebouwde raadhuis; het zeer fraaie
I weeshuis, dat van 1614 dagteekent; de Herv. kerk, met een sierlijken
[ toren; de B.-Kath. kerk, in 1797 gesticht, en de Synagoge. Buiten de
j stad, aan de westzijde, wijst een vierkant perk met hooge wallen de plaats
| aan, waar eens het Sterke kasteel van Buren prijkte, dat niet minder
t dan 170 vertrekken bevatte. Het is vermaard door de zesjarige gevan