
kemade, Lisse, Hillegom. Het had in 1869 43,932 inwoners en 1282
kiesgerechtigden.
Haarlemmermeer, gem. in N.-Holland, tnsschen de gemeenten
Bennebroek, Heemstede, Haarlemmerliede c. a . , Sloten c. a . , Nieuwer-
Amstel en Aalsmeer (N.-Holl.), en Hillegom, Lisse, Warmond, Alkemade
en Leymuiden (Z.-Holl.). Zij is ontstaan ten gevolge der droogmaking
van een nitgestrekten waterplas, die, na bedijkt en drooggemalen te zijn,
met eenige oeverlanden bij de wet van den 16 Ju li 1855 tot eene zelf-
standige gemeente werd verheven.
Verscheidene uitgestrekte plassen strekten zieh in den Bourgondischen
tijd in bet hart van Rijnland uit, waarschijnlijk ontstaan ten gevolge der
vereeniging van vele kleinere veenplassen en kreeken, waar bet water uit
den veenachtigen grond bijeenliep. De vereeniging zelve was grootendeels een
gevolg van de verveening der gronden tot h et bekomen van brandstof. In 1531
besloeg bet Haarlemmermeer ongeveer 2600 bunders oppervlakte, terwijl vier
andere plassen in deze streek, het Leidsche-meer, bet Spieringmeer en het
Oudemeer omstreeks 3000 bunders grootte badden. Allengs vereenigden zieh
deze meren tot eene groote binnenzee, wier uitgestrektbeid in 1647 14,700
en in 1740 16,945 bunders bedroeg. Die geduchte „waterwolf” moest ge-
breideld worden. Reeds had Ja n Adriaanszoon Leeghwater in 1643 den
voorslag gedaan, bet meer te bedijken en droog te malen. Zijn ontwerp
werd door vele anderen gevolgd, doch het bleef bij plannen maken, tot-
dat de storm van den 29 November 1836 de golven van bet meer tot
voor de poorten van Amsterdam zweepte. Koning Willem I benoemde,
den 7 Augustus 1837, eene Staats-Commissie, om de middelen te onder-
zoeken, het groote werk der droogmaking ten uitvoer te leggen. Den 22
Maart 1839 sebonk de Tweede Kamer bare goedkeuring aan een ontwerp,
en in Mei daaraanvolgende werd de wet uitgevaardigd: „dat het Haarlemmermeer
zou worden bedijkt en drooggemaakt.” Reeds den 5den der
genoemde maand werd bij Hillegom met bet opwerpen van den ringdijk
een begin gemaakt, en na acht jaren onafgebroken worsteling met veler-
lei bezwaren, werden in 1848 de dijk en de ringvaart daartusschen afge-
werkt. Drie groote stoomwerktuigen pompten daama het water in de
vaart. Het eerste, de Leeghwater, ontving zijn naam van den waterbouw-
kundige, wiens ontwerp in 1643 het licht had gezien. De Cruquius kreeg
zijn naam van Nikolaas Samuel Cruquius, wiens ontwerp van 1742 dag-
teekent, de van Lijnden van Fredrik Godard Baron van Lijnden van
Hemmen, die in 1821 een zeer voortreffelijk ontwerp aan Koning Willem I
inleverde. In 1852 raakte het meer droog, in Augustus 1853 had de
eerste verkooping van gronden plaats. In 1854 werden de eerste oogsten van
haver en koolzaad binnengehaald. Men had de waarde der verkochte
gronden op / 200 per bunder geschat: de gemiddelde opbrengst is / 473
geweest; de gezamenlijke kosten van indijking en droogmaking hebben
beloopen, met den rentelast, f 13.789,377, zoodat, daar de verkochte
gronden bijna / 9.400,000 opbrachteh, de aanwinst van bijna 17,000 bunders
grond voor het Rijk nog geen f 4,400,000 hebben gevorderd.
Zij, die zieh in den Haarlemmermeer als landbouwers, werklieden of
daglooners vestigden, kwamen uit alle oorden des Lands. Bij de eerste
stemming voor den gemeenteraad telde men reeds 60 kiesgerechtigden,
wier verkozenen den 16 November 1855 het eerst vergaderden.
Op den 2 Decomber 1855 werd in eene noodkerk, staande op den hoek
van de Hoofdvaart en den Bennebroekerweg, v o o r de Protestanten de eerste
openbare godsdienstoefening gehouden. Sedert zijn 3 sierlijke kerken
voor de Hervormden, 3 voor de R.-Katholieken en 1 voor de Chr.-Geref.
^ S T w m . heeft met de kleine eilenden en de oeverlanden, die binnen-
gedükt zijn, thans 18,522 bund. oppervlakte. De bodem M zeer verschalend
van aard, deels klei, deels zand, deels veen. Het wettige polderpeil
is 4.7 el onder A.P. . ,
De gem. had bij de volkstelling van 1860 reeds 7237 mw. Hun getal
was in 1864 vermeerderd tot 9350, in 1868 tot 10,628, in 1874 tot
12,253. Bij de volkstelling van Dee. 1869, toen de geheele wettelijke
bevolking 11,272 zielen beliep, vond men er 6993 Ned.-Herv., 649 Chr.-
Geref., 143 Doopsgez., 54 Ev.-Luth., 3 Herst.-Luth., 9 Rem., 341 R.-
Kath. en 9 ongenoemden.
De gem., die genoegzaam geheel door rechtlijnige wegen, welke meerendeeis
reeds in voortreffelijken Staat zijn gebracht, en door verscheidene
vaarten wordt doorsneden, bezit in hare ringvaart een afvoerkanaal
voor hare voortbrengselen, die vooral uit koren, zaden, vee en zuivel
bestaan. Schoone boerderijen, in Hollandschen, Frieschen, Brabantschen
of anderen stijl opgeworpen, bezoomen alle wegen, terwijl de dichtste
punten van bevolking worden gevonden te Hoofddorp, te Venneperdorp
of Nieuw-Vennep, te Abbenes en in de nabuurschap der drie groote
stoomwerktuigen.
H a a r lem m e rm e e r p o ld e r , polder, die de gem. Haarlemmermeer
omvat. Het polderbestuur verving voor de waterstaatsbelangen van deze gemeente
in Ju li 1856 de Commissie van beheer en toezicht voor het droog-
malen van den Haarlemmermeer. Tot eersten dijkgraaf is de heer J . L.
van der Burch verkozen.
H a a r lem m e r v a a r t , vaart in N.-Holl., voor de westhelft m de gemeenten
Haarlem en Haarlemmerliede, voor de oosthelft in de gemeenten
Haarlemmerliede (afd. Polanen), Sloten c. a. en Amsterdam, in 1631
gegraven, om eene reisgelegenheid met trekschuiten tusschen Haarlem en
Amsterdam te openen. De sluizen op Halfweg verhinderen de doortrekking
van beide gedeelten.
H a a r le rb e rg , heuvel in de Overijsselsehe gem. Hellendoorn.
Haarlo, d. in de Geld. gem. Borculo, in 1840 met 366, in 1872 met
378 inw. Eene oude kapel alhier, waarin de leeraar van Eibergen vier
malen ’s jaars predikte, werd in 1823 vernieuwd, doch later vervangen
door eene kerk, zijnde de Herv. van Haarlo en Waterhoek in 1838 tot eene