
Starr ebr 08k, geh. in de Z.-Holl. gem. Noordwijk.
Starrenburg, voorm. kasteel in de Z.-Holl. gem. Overschie. Daarbij
vond den 4 December 1488 een gevecht plaats, tusschen de Schiedara-
mers en de Hoekschen, die Rotterdam bezetten.
Starrenburgerpolder, pold. van 47 bund. in de Z.-Holl. gem.
Yoorschoten.
Starrevaart-en-Damhouderpolder, gecombineerde pold. in de
Z.-Holl. gem. Stompwijk, van, 1848 (toen het nog een veenplas vormde) tot
1850 drooggemalen. De pold. is 206 bund. groot.
Startenhuizen, b. in de Gron. gem. Kantens, in 1840 met 112 inw.
starferij, b. in de Drenthsche gem. Hoogeveen.
S t a r t i n g , geh. in de N.-Holl. gem. Akersloot, in 1870 met 36 inw.
Statendam, of Oosterh.ou.tsch.e-d.am, geh. in de N.-Brab. gem.
Geertruidenberg, dat zijn naam ontleent aan een in 1746 of 1747 geleg-
den dam. In 1840 had het 42 inw.
statenzijl, geh. in de Gron. gem. Beerta, in 1840 met 8 inw. Het
ontleent zijn naam aan eene in 1706 gelegde sluis.
S ta v en isse , gem. op het Zeeuwsche eil. Tholen, in het westen door
het Keeten en in het zuiden door de Ooster-Schelde bespoeld en naar
de landzijde bepaald door de gem. st.-Maartensdijk en st.-Annaland.
Zij beslaat ruim 1208 bund, zijnde voortreffelijke op de stroomen gewonnen
kleigronden. In 1822 had zij 1000, in 1840 1257, in 1875 1478 inw.
In laatstgenoemd jaar woonden er geene andere dan Herv. Meest alle
inw. bestaan van den landbouw. Behalve het d. Stavenisse, bevat de
gem. het geh. Stoofdijk en verstrooide woningen.
Het d. Stavenisse bestaat uit eene breede, met boomen beplante
hoofdstraat benevens de wijk rondom de Herv. kerk. Men telde in 1870
binnen de kom 789 inw. E r is eene haven, die in het Keeten uitloopt.
In de kerk vindt men het fraai marmeren praalgraf van Jonkheer Hieronymus
van Tuyl van Serooskerke. Het heerenhuis of de ridderhofstad
van Stavenisse is gesloopt. Stavenisse wordt reeds in 1206 vermeld.
S ta v en is s e , dijkaadje van 739 bund. in de Zeeuwsche gem. Stave-
nix, in 1599 bedijkt.
S ta v e rd en , of S ta v e r en , b. in de Geld. gem. Ermelo, in 1840
met 97, in 1872 met 86 inw. Een nieuw-gebouwd heerenhuis te Staverden
bevat eene kapel voor dé Herv.
In de 13de eeuw vond men hier eene grafelijke hofstede, benevens
eene kapel. De Roomsch-Koning Rudolf van Habsburg verleende Graaf
Reinald I, den 12 Juli 1295, het verlof om de hof te Staverden tot eene
stad te verheffen. In overeenstemming daarmede gaf Graaf Reinald, den
25 April 1298, aan Staverden stadsrechten, met dien verstände echter, dat
de stad en de burgers eigenhoorig zouden blijren aan den Graaf. In
weorwil van dit handvest ontwikkelde Staverden zieh niet, en ’s Graven
voornemen om op de Yeluwe, aan de Deuveummerbeek, eene stad te
stiebten, verviel geheel toen Reinald in 1307 zijn hof te Staverden aan
de Ridderorde van st. Jan van Jerusalem ten geschenke gaf.
S ta v o r en , of S ta v e r en , voorm. graafschap in Eriesl., dat als zoo-
danig wordt vermeld in een giftbrief aan de Utrechtsche Kerk van 1077.
Het is niet zeker of daaronder verstaan wordt de gouw Westergoo of
de geheele zuidwestelijke hoek van het tegenwoordige Eriesland. In het
laatste geval is dit graafschap later deels aan Westergoo, deels aan
Zevenwouden gekomen.
S ta v o r en , of S ta v e r en , gem. in Eriesl., in het noordwesten, westen
en zuidwesten door de Zuiderzee bespoeld en aan de overige zijden ingeslo-
ten door de gem. Hemelumer-Oldephaert-en-Noordwolde. Zij beslaat
bijna 374 bund. en is meest door klei, deels door laag veen gevormd.
In 1714 telde men in deze gem. 1604, in 1748 1390, in 1796 1236, in 1811
852, in 1822 593, in 1830 519, in 1840 563, in 1850 642, in 1860 593,
in 1875 612 inw., in laatstgen. ja a r onderscheiden in : 487 Herv., 101
Doopsg., 11 Chr.-Geref. en 13 R.-Kath.
De gem. bevat de stad Stavoren en haar klokslag.
De stad Stavoren, eene der oudste des Lands en een der zetels der
oude Eriesche Köningen, schijnt oorspronkelijk op den linkeroever van
het Elie (of Vlie) gesticht te zijn, een stroom, die bf het benedenpand
uitmaakte van den IJssel (na den loop dezer rivier door het Eliemeer), óf
het benedenpand van de Vecht. Toen in lateren tijd die stroomarm opslijkte
en het Eliemeer zieh uitbreidde tot de Zuiderzee, ging een deel der stad te
gronde en kwam hare haven, die eerst aan de oostzijde was geweest,
aan de westzijde. Het ontstaan van het Vrouwezand, nevens de opkomst
en den bloei der Steden Kämpen, Amsterdam, Hoorn en Enkhuizen ver-
minderde den koophandel en het aanzien van Stavoren, dat reeds tot de derde
in den rang der hanzesteden was opgeklommen en van de Köningen van Dene-
marken, Zweden, Frankrijken Schotland belangrijke voorrechtenhad bekomen.
Toen Stavoren onder het Bourgondisch gezag kwam, was het nog, hoe
ook verminderd in rijkdom en bevolking, eene niet onbelangrijke koopstad,
zoodat op de vergadering der hanzesteden te Keulen in 1549 hare
eereplaats onder de verbondenen werd gehandhaafd. Doch voortdurend
bleven koophandel en scheepvaart afnemen, daar de verhooging der buiten-
gronden verhinderde, dat Staveren’s haven door groote schepen bereikt kon
worden. De zeevaart kon derhalve sleehts met kleine schepen worden gedre-
ven, wat nog onder de Republiek eenig leven en vertier gaf. Doch toen
in den Eranschen tijd alle verkeer werd belemmerd, begon Stavoren geheel
ten val te neigen. Ook na de omwenteling van 1813 bleef Stavoren in
zijn deerniswaarden Staat. Doch een in November 1875 aangenomen
rijkswet, welke Stavoren als een der uitgangspunten van de staatsspoor-
wegen heeft aangewezen, belooft nieuwen bloei te verwekken.
Het oudste bericht, uit bewaarde oorkonden to t ons gekomen, dagtee-
kent van 1077. Daarin luidt 'de naam Staverun.