
Amer, riv. die bij Geertruidenberg door de vereeniging van Donge en
Onde-Maas ontstaat en naar het Hollandsch-Diep loopt.
A m e r ik a , buurtsch. in de Limb. gem. Horst, in 1860 met 426 inw.
Ame rong en, hoofdkiesd. voor leden der prov. Staten in Utrecht, be-
staande uit de 16 gem. Amerongen, Bunnik, Cotben, Doorn, Driebergen,
Langbroek, Leersum, Maarn, Odijk, Rhenen, Bijsenburg, Yeenendaal,
Werkhoven, Wijk-bij-Duurstede, Woudenburg en Zeyst.
Am e ron g en , gem. in de prov. Utrecht, omringd door Woudenberg,
Renswoude, Veenendaal, Rhenen, Lienden (Geld.), Maurik (Geld.), Wijk-
bij-Duurstede, Langbroek en Leersum. Haar oppervlakte beloopt 3200
bunders, voor ’t grootste deel diluvisch zand, doch in het zuiden vette
rivierklei. Zij bevat het d. Amerongen, de westhelft van het d. Eist en
de buurtsch. Ginkel, nevens de geh. DwarsWeg, de Haar en de Groep.
De landhouw is het hoofdbedrijf der ingezetenen, die nevens veel granen
ook tabak planten. E r zijn uitgestrekte bosschen, die bij het heuvelachtig
terrein schoone gezichtspünten opleveren. In 1822 had deze gem. 1378,
in 1840 1825 en in 1870 2173 inw., voor laatstvermeld jaar afgedeeld
in 2115 Ned. Herv., 1 Waalsch Herv., 4 Ev. L u th ., 1 Christ. Geref.,
51 R.-Kath. en 1 Isr.
Het d. Amerongen, in 1840 met 1361, in 1860 met 1709 inw., munt
uit door eene fraaie ligging, en prijkt met het prächtige kasteel Amerongen,
met een Herv. kerk, wier toren zieh hoog boven de overige ge-
bouwen verheft, en een aanzienlijk gemeentehuis.
Ameronger-B Osch, fraai, uitgestrekt bosch, ten noorden van het
dorp Amerongen, op een rijzenden en dalenden grond, waarvan het
hoogste punt 69 el boven A. P. is verbeven.
A m e r on g soh e -U ite rw a a rd en , pold, in het zuiden der gemeente
Amerongen, 500 bnnders groot.
A m e r o n g s c h e -W e t e r in g , wetering, uitmakende de grenslijn der
gem. Amerongen en Wijk-bij-Duurstede naar de z i j d e van Leersum en
Langbroek. Zij voert het water d e r h o o g e landen af naar den Krommen-Rijn
Amerplaat, onbehuisde polder in den Biesbosch, ,96 bund. groot,
Ame r sfo o r t, het oostelijke arr. der prov. Utrecht.
Toen h e t dep. der Zuiderzee in 1811 werd gevormd, splitste men het
arr Amersfoort in 4 k a n t.: Amersfoort eerste kanton, Amersfoort tweede
kanton, Rhenen en Wijk-bij-Duurstede. Toen behoorden tot dit arr. ook
Hoevelaken en Geldersch-Yeenendaal, die in 1814 tot Gelderland terugkeerden.
Sedert 1838 is het arr. in 3 kantons gesplitst: Amersfoort, Rhenen en
Wijk-bij-Duurstede.
Am e r sfo o r t, eerste kant. van het arr. Amersfoort, bevattende de 9
gem. Amersfoort, Hoogland, Stoutenburg, Bunschoten, Eemnes, Baarn,
Soest, Leusden en Woudenberg.
Am e r sfo o r t, rijks-kiesdistrict voor het afvaardigen van Leden naar
de Staten-Generaal, volgens de wet van 6 Mei 1869 saamgesteld uit
deelen van Utrecht, Gelderland en Noord-Holland. Het bevat 32 gem.:
Amersfoort, Veenendaal, Renswoude, Scherpenzeel, Woudenberg, Leusden,
Stoutenburg, Hoevelaken, Nijkerk, Harderwijk, Putten, Ermelo, Barneveld,
Hoogland, Bunschoten, Eemnes, Baam, Soest, Maarn, Weesp,
Weesp erkarspel, ’s Graveland, Ankeveen, Kortenhoef, Nederhorst-den-Berg,
Naarden, Muiden, Huizen, Bussum, Hilversum, Laren en Blaricum. Het
had in 1869 92,113 inw. en 2864 kiesgerechtigden.
Ame r sfo o r t, hoofd-kiesdistrict tot het afvaardigen van Leden voor
de Prov. Staten van Utrecht, bevattende de 9 g em .: Amersfoort, Baarn,
Bunschoten, Eemnes, Hoogland, Leusden, Renswoude, Soest en Stoutenburg.
Am e r sfo o r t, klassis der Herv. kerk in de prov. Utrecht, verdeeld in
de ringen Amersfoort en Tienhoven. Zij bevat 24 gem. met 28 predik.
Amersfoort, kerk. ring der klassis van Amersfoort, bevattende de 11
gem. Amersfoort, Baarn-en-Eembrugge, Bunschoten, Eemnes-Binnendijks,
Eemnes-Buitendijks, Hoogland, Leusden, Soest, Soesterberg, de Vuursche
en Woudenberg.
Amersfoort, klassis der Chr. Ger. kerk, bevattende de 5 gem. Amersfoort,
Bunschoten (Spakenburg), Zeyst, Nijkerk en Scherpenzeel.
Ame r sfo o r t, dek. van het aartsbisdom van Utrecht, met 16 paroeh.:
Achteveld, Amersfoort (st.-Maria-Hemelvaart), Amersfoort (st.-Eranciscus-
Xaverius), Baarn, Barneveld, Blaricum, Eemnes, Hamersveld, Harderwijk,
Hilversum, Hoogland (Langeroord), Laren, Nijkerk, P u tte n ,. Soest en
Soesterberg.
Am e r sfo o r t, gem. in Utrecht, palende ten noorden aan Hoogland,
ten oosten aan Hoevelaken (Geld.) en Stoutenburg, ten zuiden aan Leusden,
ten zuidwesten aan Zeyst, ten westen en noordwesten aan Soest.
Zij is 2258 bund. groot en bevat, behalve de stad Amersfoort en hare
voorsteden, niet dan verstrooide woningen. De grond bestaat uit zand,
en wordt door de Eem en de beken, die haar vormen, doorkronkeld. In
1748 had zij 7550, in 1811 8682, in 1822 9395, in 1840 12,664, in
1870 13,560 inw., voor laatstgenoemd jaar onderscheiden in 6465 Ned.
Herv , 10 Waalsch-Herv., 1 Anglik., 296 Ev. L u th ., 4 Herst. L u th .,
32 Doopsgez., 56 Rem., 171 Christ. Geref., 5809 R.-Kath., 241 Oud-
Roomschen en 475 Ned. Isr.
De stad Amersfoort ligt 4 uren van Utrecht, 9 uren van Amsterdam,
aan de samenvloeiing van eenige b ek en , die de Eem vormen. Zij
dankt waarschijnlijk haar oorsprong aan een ridderlijk geslacht, dat hier
een kasteel bouwde, waarnevens zieh allengs een dorp verhief. De plaats
wordt het eerst vermeld in een brief van Keizer Koenraad in 1028, en
o.ntving stedelijke rechten van Bisschop Hendrik van Vianden in 1259.