
door den Gvaaf van Aremberg, in Ju n i 1567; de vruchtelooze poging
van Lodewijk, Graaf van Nassau, om de stad op de Spanjaarden
te veroveren, in Mei 1568; het inhalen van den Groninger Bisschop
Johan Knijf, op 3 October 1568; de kwellingen der Spanjaarden van
1568 tot 1576; het uitbarsten van hevige geschillen tusschen de stad
en de Ommelanden in 1574; de poging van Fraixjois Martin Stella
om de stad aan de Staatsche zijde te brengen, in 1576; de komst
van den Graaf van Eennenberg als Stadhouder der Algemeene Staten,
op 27 December 1576; het afbreken van het door Alba gestiehte
kasteel, in 1577; de Ommelander afgevaardigden door de Groningsche
regering gevangen genomen, op 4 November 1577 ; het verraad van Eennenberg,
die de stad weder onder Spanje bracht, op 3 Maart 1580; het
insluiten der stad door Staatsche troepen onder Barthold Entes, en het
sneuvelen van dien krijgsoverste, den 27 Mei 15801 het afsterven van Eennon-
berg, op 23 Ju li 1581; de vergeefsche poging van Graaf Willem Lodewijkom
Groningen te verrassen, in Ju li en Augustus 1585; het vruchteloos be-
rennen der stad door Prins Maurits, in Ju n i 1591; het beleg en deinne-
ming der stad door Prins Maurits, in Mei, Ju n i en Ju li 1594; de intrede
van Prins Maurits, den 25 Ju li 1594 ; de uitspraak der Staten in de geschillen
tusschen de stad Groningen en de Ommelanden, den 21 Januari
1597; het handhaven dezer uitspraak door de komst van krijgsvolk onder
Graaf Willem Lodewijk, in 1599; het siechten van het in 1600 gesiechte
kasteel, in Januari 1607; het instorten der oude st.-Walburgskerk, in 1611;
het bezetteu van het Provinciehuis door krijgsvolk, in F ebruari 1643; hevige
onlusten en plunderingen, in 1657; het oproer der gilden, in 1662; de dap-
pere verdediging der stad tegen de Münsterschen en Keulenaren, van 19 Juli
tot 28 Augustus 1672; het instorten van den toren der Aakerk, op 12 April
1710; de staatkundige bewegingen in 1748, 1749, 1787, 1788; de verlossing
der stad van de Fransche overheersching, op 16 November 1814.
Groningen heeft, zijne boiwerken niet medegerekend, eene peervormige ge-
daante, met de spitse punt n aar het noordwesten, de breede zijde naar
het zuidoosten. Het beloop der oude stadsgracht, die nu het middendeel
der stad binnensluit, vormt een langwerpig vierkant. Daarover liggen
achttien bruggen, waarvan de in 1703 gemaakte Boteringeboog door
stouten aanleg uitmunt. Xn het midden der oude stad vindt men eene
aaneenschakeling van pleinen, die de namen van Yischmarkt, Breedemarkt
en st.-Walburgsplein voeren, en waarvan het middelste een der schoonste
en ruimste opene plaatsen in de Nederlanden uitmaakt. In de Nieuwe
stad verdient de Ossenmarkt opmerking, ter helfte een bestraat en be-
lommerd plein, ter helfte als plantsoen aangelegd. Vijf der hoofdstraten
zijn genoemd naar even zoovele oude geslachten : de Boteringe-, de Eb-
binge-, de Gelkinge-, de Haddinge- en de Folkingestraat. De grach-
ten dragen de namen van Aa, Loopende-Diep, Schuitendiep, Zuiderdiep
en Boterdiep.
Een der schoonste gebouwen der stad is het Eaadhuis, op de Breedemarkt,
dat van 1793 tot 1810, naar het ontwerp van Jacob Otten Husley,
is opgetrokken en in 1873 aan de achterzijde werd uitgebreid. HetProvinciaal
Gouvernement, aan het st.-Walburgsplein, is sedert weinige jaren
geen minder sieraad der stad: de nieuwe prächtige voorgevel werd in
1870 en 1871, naar het ontwerp van den hoofdingenieur van den water-
staat J . Strootman opgetrokken. Van ouder dagteekening is het Provinciaal
gerechtshof, in de Oude-Boteringestraat ; het is van 1749 to t
1753 van een particulière woning met veel smaak in eene vergader-
plaats der rechterlijke collégien herschapen. De Korenbeurs en Waag
zijn beide nieuwe gebouwen, zijnde de beurs in 1825, de waag in 1874
voltooid. Andere belangrijke gebouwen zijn het voormalige Ommelan-
derhuis, het burgerlijke en militaire huis van verzekering, het arsenaal,
enz.
Groningen heeft 12 kerkgebouwen, namelijk 5 voor de Ned.-Herv., één
voor de Waalsch-Herv., één voor de Christ.-Geref., één voor de Doopsgez.,
één voor de Luth., twee voor de E.-Kath. en één voor de Israelieten.
Onder deze munten drie der Hervormde kerken door hare bouworde uit,
t. w. de Maartens-, de Aa- en de Nieuwe-kerk. De Maartenskerk of
Groote kerk, die voor 1253 is gesticht, is een gebouw van ruim 64 el
lengte en 27 el breedte, in den Gothischen smaak en voorzien van een
95 el hoogen toren, die, herhaalde malen door brand verwoest, h e tla a ts t
in 1627 is vernieuwd. De Aakerk, vroeger de kerk van O. L. Vrouwe,
heeft een in 1725 herbouwden toren van 85 el hoogte. De Nieuwe- of
Noorderkerk is van 1660 tot 1664 gebouwd.
Onder de inrichtingen voor wetenschap Staat de hoogeschool boven aan,
die in 1614 opgericht, in de jaren 1847 tot 1850 een schoon hoofdgebouw
heeft verkregen. Zij heeft eene rijke bibliotheek, belangrijke kabinetten van
wetenschap en een schoonen kruidtuin. Het in 1790 opgerichte Doofstom-
men-Instituut is een der beroemdste inrichtingen van dien aard in E uropa.
Voorts bezit Groningen een gymnasium, eene rijkskweekschool voor school-
onderwijzers, eene rijks hoogere burgerschool met vijfjarigen cursus, eëne
school voor middelbaar onderwijs voor meisjes, eene burger dag- en avond-
school, eene avondschool voor aanstaande handwerkslieden, eene school
voor de zeevaartkunde, opgericht door de Akademie Minerva, eene
teekenschool, mede door dezelfde Minerva opgericht, eene muziek-
school, enz.
Inrichtingen tot weldadige doeleinden heeft Groningen in een aanmer-
kelijk getal, zoo wees-, als gast- en ziekenhuizen. De garnizoens-zieken-
zaal is het oude prefectenhuis en strekte van 1594 tot 1795 to te e n stad -
houderlijk hof. De voornaamste inrichtingen voor ouderlooze kinderen
dragen de namen van het Groene- en het Eoode-Weeshuis.
Onder de gebouwen voor gezellige vereeniging verdient het eerst
genoemd te worden dat van de societeit de Harmonie. E r is daarbij een
fraaie tuin.
Behalve een oud beeid tegenover de Kijk in ’t Jatstraat, bevat Groningen
een gedenkteeken voor den stichter van het Instituut voor Doof-
stommen, Henri Daniel Guyot, en op de beide begraafplaatsen eenige
versierde graven.
De inwoners van Groningen vinden hun bestaan veelal in den koop